Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020118752 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Hannah Verheijden met als adres Antwerpsesteenweg 14 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Antwerpsesteenweg 14 te 2660 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 38 sectie B nr. 359S2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/02/2020: niet-uitgevoerde voorwaardelijke vergunning (20193723) voor het uitbreiden van een eengezinswoning met wijzigingen aan de voorgevel;
- 20/07/2016: proces-verbaal (11002_2016_1412) voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden van 1 naar 3 zonder voorafgaandelijke schriftelijke stedenbouwkundige vergunning;
- 02/03/1995: niet-uitgevoerde vergunning (1006#2203) voor verandering gelijkvloers;
- 21/11/1991: niet-uitgevoerde vergunning (1006#18736) voor een voorgevelverbouwing;
- 29/04/1974: vergunning (1056#833) voor veranderingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
Huidige toestand
- functie: eengezinswoning;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume: ongewijzigd;
- gevelafwerking: raam op borsthoogte in wit aluminium buitenschrijnwerk ter vervanging van de garagepoort.
Inhoud van de aanvraag
- het doorvoeren van interne constructieve werken;
- het supprimeren van de garagepoort en vervangen door een raam op borsthoogte.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 6 oktober 2020 | 29 oktober 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met de omgeving die gekenmerkt wordt door overwegend eengezinswoningen. Er wordt opgemerkt dat de eengezinswoning twee keukens en leefruimten bevat op zowel het gelijkvloers als op het eerste verdieping. In de beschrijvende nota wordt er aangehaald dat deze beide keukens enkel gebruikt zullen worden in functie van handelingen behorend bij een eengezinswoning. Dit wordt bijgevolg ook verder worden opgenomen als voorwaarde van vergunning. Wanneer er toch in een latere fase een functiewijziging op het gelijkvloers gewenst wordt, zal hiervoor de benodigde vergunningen moeten bekomen worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De Antwerpsesteenweg ter hoogte van de woning uit de aanvraag wordt gekenmerkt door statige herenhuizen waarvan het hoofdvolume een bouwdiepte heeft van 9 meter over 3 bouwlagen. De werken beperken zich binnen het vergunde volume op het gelijkvloers en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
In deze aanvraag wordt de garage omgevormd naar woonruimte. De garageplaats heeft een te beperkte oppervlakte voor het plaatsen van een auto. Hierdoor wordt deze ruimte in bestaande toestand gebruikt als bergruimte. Door het voorzien van een levendige functie aan de voorgevel wordt de interactie met het openbaar domein geoptimaliseerd. Daarnaast verbetert de woonkwaliteit van de achterliggende woonruimte door meer natuurlijke verlichting en verluchting.
De schaal en het ruimtegebruik van de aanvraag zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Visueel-vormelijke elementen - Cultuurhistorische aspecten
De Antwerpsesteenweg wordt ter hoogte van de aanvraag gekenmerkt door statige herenhuizen met een erker op de verdieping en een brede voordeur en twee ramen op het gelijkvloers. In de woning van de aanvraag werden deze ramen in het verleden vervangen door een garagepoort
De Antwerpsesteenweg kenmerkt zich ter plaatsen van de aanvraag door een typerende herenhuizen architectuur. Deze gevels van deze woningen kenmerken zich door een verticale geleding. De gelijkvloerse verdieping is uitgewerkt met een hoge voordeur en twee verticale ramen. In zijn oorsprong was dit ook het geval voor de woning van de aanvraag. Deze ramen werden later in vervangen door een verlaagde garagepoort. In de nieuwe aanvraag wordt deze garagepoort terug aangepast en vervangen door een verticaal bandraam, wat een atypische uitwerking is voor deze gevel is in deze omgeving.
Gelet op het historisch uitzicht van deze gevel werd er advies ingewonnen bij de stedelijke dienst monumentenzorg.
“Ondanks dat het pand geen erfgoedstatuut heeft, is het beeld ondersteunend in een reeks aaneengeschakelde beeldbepalende panden van twee of drie bouwlagen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, onder meer neoclassicistische enkelhuizen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels of kleurige baksteengevels. Dit deel van de Antwerpsesteenweg is gaaf bewaard en zou bij een toekomstige herinventarisatie van het district Hoboken absoluut meer relicten en bouwkundige ensembles genereren dan vandaag het geval is.
Het pand in kwestie, een bakstenen lijstgevel van twee traveeën en 3 bouwlagen werd verbouwd in 1974. Op dat moment zijn de twee vensters bezijden de deur vervangen door een vierledige garagepoort wat afbreuk deed aan de beeld- en belevingswaarde van de beeld ondersteunende voorgevel. De gedrongen verhoudingen van de garagepoort zorgen voor atypische invulling van het gelijkvloers.
De eigenaars wensen de garagepoort vandaag opnieuw te wijzigen in een raam. De bestaande gedrongen opening blijft behouden en wordt ingevuld met één breed wit aluminium venster op blauwe hardstenen plint. Dit is erg jammer. De voorgestelde gevelaanpassing werkt beeld verstorend. Ze sluit niet aan op de kenmerkende buitenarchitectuur voor deze vroeg 20ste-eeuwse lijstgevels die gekenmerkt wordt door een gelijkvloers opgebouwd uit twee vensters bezijden een deur. Het gevelbeeld van voor de verbouwing uit de jaren 1974 is de referentie. Deze bouwaanvraag 1056#833 is raadpleegbaar in het Felixarchief.
Gezien het oorspronkelijk geschilderd houten schrijnwerk nog bewaard bleef, dient er ook voor de nieuwe vensters op het gelijkvloers geopteerd voor geschilderd houten schrijnwerk geïnspireerd op het schrijnwerk in de boven gevel.
Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning.
Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking.
Panden in neoklassieke stijl uit het begin van de 20ste-eeuw waren in oorsprong voorzien van houten, geprofileerd en geschilderd schrijnwerk dat de architecturale uitwerking van deze stijl ondersteunt. De keuze voor een ander materiaal doet afbreuk aan de erfgoedwaarde, zelfs in een kwalitatieve uitvoering die qua vormgeving dicht in de buurt van het oorspronkelijk schrijnwerk komt. Pvc of aluminium zijn immers atypische materialen voor de vroeg 20ste-eeuwse vormentaal en kunnen omwille van de eigenheid van het materiaal nooit de profilering en historische detaillering van het oorspronkelijk houten schrijnwerk evenaren. De intrinsieke waarde van hout als materiaal is dan ook essentieel. De schildering van het hout geeft het schrijnwerk het verfijnde en typische uitzicht.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies van Monumentenzorg. Om de architecturale kwaliteiten van de woning en omgeving te bewaren wordt er opgelegd in voorwaarde dat de gelijkvloerse plint dient uitgewerkt te worden conform zijn vergunde toestand van 1974. Dit wordt verder opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.
De vergunde garage wordt omgevormd tot een zitruime. Ook al is in de bestaande toestand de ruimte vooraan te klein om een wagen te kunnen parkeren, in de laatst vergunde toestand is dit wel mogelijk.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kan worden ingestemd met het verdwijnen van een vergunde parkeerplaats: Het vervangen van de garage door een levendige functie aan de straat maakt de straat aangenamer om in te wonen of in te wandelen. Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° is het zelfs wenselijk dat in dergelijke gevels geen garagepoorten voorkomen. |
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 0 = 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [1] – [0] = [1]. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaats.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verblijfsruimte op het gelijkvloers mag enkel gebruikt worden voor handeling horend bij de eengezinswoning;
2. De gevel moet uitgevoerd worden conform de toestand voor 1974, nl met twee houten geschilderde ramen naast een deur op blauwe hardstenen plint in plaats van met 1 breed raam op blauwe hardstenen plint. Zoals op het toegevoegd plan: Plan_vergunde_toestand_voor1974;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 9 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 6 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 december 2020 |
Verslag GOA | 30 oktober 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De verblijfsruimte op het gelijkvloers mag enkel gebruikt worden voor handeling horend bij de eengezinswoning;
2. De gevel moet uitgevoerd worden conform de toestand voor 1974, nl met twee houten geschilderde ramen naast een deur op blauwe hardstenen plint in plaats van met 1 breed raam op blauwe hardstenen plint. Zoals op het toegevoegd plan: Plan_vergunde_toestand_voor1974;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.