Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: |
OMV_2019160178 |
Gegevens van de aanvrager: |
Zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
NV Gom met als adres Noorderplaats 7 bus 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: |
Polderdijkweg 3 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 14 sectie A nr. 305P2 |
Inrichtingsnummer: |
20200117-0046 (GOM NV - MD 2020) |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: |
Plaatsen van bureelcontainers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 17 oktober 2008 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/2008/B/0039) voor het aannemersdorp.
- Op 30 januari 2009 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/2008/B/0190) voor het plaatsen van vier bureelcontainers.
Bestaande toestand
De site betreft een aannemersdorp met meerdere werfketens en bureelcontainers van aannemers. Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend voor dit aannnemersdorp.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het plaatsen van bureelcontainers.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aangevraagde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Gevraagd voor |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
8 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
254 liter |
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. In de kantoorunit worden een kantoor, kleedruimtes, een eetruimte/vergaderzaal en een berging ondergebracht ter ondersteuning van het bestaand bedrijf. De nieuwe kantoorunit lijkt noodzakelijk voor de ondersteuning van de industriële bedrijfsactiviteiten en dient gezien te worden als een inherent onderdeel van de industriële activiteit en als nevenfunctie van een groter industrieel geheel.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het Industriedok en het Hansadok hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Op circa 140 meter ten zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 180 meter ten westen van de aanvraag lopen twee evenwijdige overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar de nieuwe dakoppervlakte minder dan 40 m² bedraagt. Het hemelwater dat op de nieuwe bureelcontainers valt, watert wel af op eigen terrein naar een reeds bestaande hemelwatervoorziening.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De aanvrager deelt in de beschrijvende nota mee dat het gebouw niet publiek toegankelijk is. De gewestelijke verordening toegankelijkheid is bijgevolg niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een aannemersdorp behorende bij een olieraffinaderij, gelegen aan de noordzijde van de Industrieweg, worden nieuwe bureelcontainers geplaatst. Het verwijderen van de bestaande bureelcontainers wordt niet aangevraagd daar deze vallen onder het Vrijstellingenbesluit van de Vlaamse regering van 16 juli 2010.
De nieuwe kantoorunit wordt opgebouwd uit twee bouwlagen met telkens twee aaneengeschakelde bureelcontainers. De verdieping is enkel bereikbaar via een externe trap. De kantoorunit heeft een totale oppervlakte van circa 38,5 m² (6,2 meter x 6,2 meter) en een maximale hoogte van circa 6,4 meter. De units hebben een vrije hoogte van 2,6 meter en worden ingericht met een kantoor, kleedruimtes, een eetruimte/vergaderzaal en een berging voor de opslag van schoonmaakproducten en -materiaal.
Daar er gestreefd dient te worden naar een meer duurzame oplossing, wordt geadviseerd de kantoorunits slechts te vergunnen voor een periode van 8 jaar. De plaats van de werken dient nadien in oorspronkelijke toestand hersteld te worden.
Het inplanten van een kantoorunit op een aannemersdorp ten dienste van de aanwezige industriële activiteit is verder functioneel inpasbaar.
Mobiliteitsimpact (o.a. toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen daar de bestaande bureelcontainers vervangen worden door nieuwe bureelcontainers. Tevens is er een bestaande parking, gelegen ten noordwesten van de aanvraag, aanwezig. De bouwheer kan op eigen terrein de nodige (organisatorische) acties ondernemen met het oog op een vlotte interne verkeersdoorstroming, opdat er geen hinder op de openbare weg ontstaat.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De werken staan in functie van de bedrijfsactiviteiten en worden uitgevoerd op een aannemersdorp met meerdere gelijkaardige kantoorunits waardoor de ruimtelijke impact eerder beperkt is. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel – vormelijke elementen
De kantoorunit betreft prefab containers met een lichtgrijze en blauwe stalen gevelbekleding en wit buitenschrijnwerk. Dit gevelmateriaal is aanvaardbaar binnen deze industriële context.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op de aard van de aanvraag heeft de vergunningverlenende overheid het advies ingewonnen van brandweer/risicobeheer/preventie. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- Er wordt geadviseerd de kantoorunits slechts te vergunnen voor een periode van 8 jaar. De periode van 8 jaar gaat mee van start zodra van de definitieve omgevingsvergunning gebruikgemaakt mag worden. De plaats van de werken dient nadien in oorspronkelijke toestand hersteld te worden. Bij de afbraak dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek |
Omschrijving |
Geadviseerd voor |
16.3.2°a) |
koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; |
8 kW |
17.4. |
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. |
254 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Ontvangst adviesvraag |
5 mei 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste adviesdatum |
4 juni 2020 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
- Er wordt geadviseerd de kantoorunits slechts te vergunnen voor een periode van 8 jaar. De periode van 8 jaar gaat mee van start zodra van de definitieve omgevingsvergunning gebruikgemaakt mag worden. De plaats van de werken dient nadien in oorspronkelijke toestand hersteld te worden. Bij de afbraak dienen alle ondergrondse constructies afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Uitzondering hierop zijn funderingspalen dewelke moeten worden weggebroken tot op ten minste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd te worden.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |