Terug
Gepubliceerd op 02/06/2020

2020_CBS_04406 - Omgevingsvergunning - OMV_2020033700. Coebergerstraat 47. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 29/05/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_04406 - Omgevingsvergunning - OMV_2020033700. Coebergerstraat 47. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_04406 - Omgevingsvergunning - OMV_2020033700. Coebergerstraat 47. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werden twee bezwaarschriften ingediend, voornamelijk handelend over:

 

1.      Verlies van lichtinval en uitzicht:Het bezwaar tegen het verlies van lichtinval en uitzicht door de verhoging van de scheidsmuur met een extra verdieping;

Beoordeling: De feitelijke toestand van de omgeving wijst uit dat de Coebergerstraatgekenmerkt wordt door herenhuizen met 3 bouwlagen onder schuine bedaking. Achter de hoofdbebouwing situeren zich vaak entresols en achterbouwen met twee bouwlagen over de helft van de perceelbreedte.De gewenste daklaag, een mansardedak met daarachter een entresol op de vierde verdieping, sluit niet aan bij deze kenmerkende bouwhoogte en is daardoor niet in harmonie met het referentiebeeld. Het klopt dat de verhoging zoals voorzien in de aanvraag het toelaatbare bouwvolume overschrijdt met een verlies aan lichtinval en uitzicht voor het buurpand als gevolg. Het bezwaar is gegrond.

 

2.      Privacy: Door het verhogen van het gebouw met een vierde bouwlaag ontstaat er inkijk op de terrassen van de linkerbuur.

Beoordeling: Het klopt dat er mogelijks inkijk kan ontstaan van de leefruimte naar de buitenruimtes van het aanpalende perceel. De voorgestelde buitenruimtes kunnen beter inpandig worden voorzien zodat inkijk tot een minimum wordt herleid. Het bezwaar is gegrond.

 

3.      Technieken: De diepere achterbouw zou het aanzuigeffect van de rookafvoer van het aanpalende gebouw links belemmeren.

Beoordeling: Dit bezwaar is uitvoeringstechnisch en niet stedenbouwkundig van aard. Het bezwaar is ongegrond.

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020033700

Gegevens van de aanvrager:

de heer Philippe Noyez met als contactadres Villapark 3 te 2180 Antwerpen

Ligging van het project:

Coebergerstraat 47 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1757M3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/09/1975: vergunning (18#57431) voor het uitvoeren van herstellings- en aanpassingswerken.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse verdieping: kantoorfunctie;
  • 1ste verdieping: kantoorfunctie van circa 17 m² en eenslaapkamerappartement van circa 41 m²;
  • 2de verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 41 m²;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van drie bouwlagen met plat dak;
  • gelijkvloerse verdieping  achteraan werkplaats verbonden met het rechts aanpalende perceel;
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloerse verdieping tot circa 20 m (volledig volgebouwd);
    • 1ste verdieping hoofdvolume tot circa 9 m, uitbouw tot circa 16 m;
    • 2de verdieping tot circa 9 m.

-          gevelafwerking voorgevel:

  • grijze gevelcementering;
  • houten buitenschrijnwerk, dorpels en plint in blauwe hardsteen.

Huidige toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse verdieping: kantoorfunctie;
  • 1ste verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 58 m²;
  • 2de verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 41 m²;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van drie bouwlagen met plat dak;
  • gelijkvloerse verdieping niet meer verbonden met het rechts aanpalende perceel;
  • binnenkoer op gelijkvloers van 17 m²;
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloerse verdieping tot 16 m
    • 1ste en 2de verdieping conform vergund;

-          gevelafwerking voorgevel: conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 79 m²;
  • 1ste verdieping: tweeslaapkamerappartement van circa 90 m²;
  • 2de verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 72 m²;
  • 3de verdieping: eenslaapkamerappartement van circa 71 m²;

-          bouwvolume:

  • vier bouwlagen met plat dak;
  • open ruimte op het gelijkvloers van ca. 22m²;
  • bouwdiepte:
    • gelijkvloerse verdieping tot circa 16 m;
    • 1ste verdieping tot circa 16 m en uitkragend terras van 1,80 m;
    • 2de verdieping hoofdvolume tot circa 9 m en aanbouw tot circa 16 m en uitkragend terras van 1,80 m;
    • 3de verdieping hoofdvolume tot circa 9 m en aanbouw tot circa 16 m en uitkragend terras van 1,80 m;

-          gevelafwerking voorgevel:

  • dakverdieping in zinkafwerking;
  • buitenschrijnwerk in zwartgrijs aluminium .

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de functie van kantoor (gelijkvloers en 1ste verdieping) naar wonen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van twee naar vier;

-          uitbreiden van het volume door een extra bouwlaag op het hoofdgebouw en op de achterbouw en een toenemende bouwdiepte;

-          wijzigen afwerking voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

1 april 2020

17 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

1 april 2020

15 april 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

1 april 2020

10 april 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

1 april 2020

6 april 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende  punten:

  • artikel 10  inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

Bij functiewijziging en/of een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving. Bij de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte moet er ook rekening gehouden worden met een optimale bezonning en daglichttoetreding ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw, in de tuinen en in de omgeving.
De aanvraag voorziet een volume-uitbreiding in zowel de diepte als de hoogte. Het voorgestelde volume sluit niet aan op de kenmerkende bouwdiepte, bouwhoogte en dakvorm. Deze combinatie heeft een nadelig effect op de bezonning van de naastgelegen percelen.

  • artikel 19 tuinafsluitingen:

Indien een tuinafsluiting wordt voorzien moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter. De tuinmuur die ontstaat na afbraak van de bebouwing heeft een hoogte van meer dan 2,60 meter;

  • artikel 27 open ruimte:

Bij nieuwbouw, herbouw, bij functiewijziging of bij toename van de bebouwde grondoppervlakte moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd zijn. Verhardingen zoals een terras zijn beperkt toegestaan, met een maximum van 20 vierkante meter.
De aanvraag voorziet in een open ruimte van 18%. Deze open ruimte van ca. 22m² wordt volledig verhard;

  • artikel 28 minimale oppervlakte buitenruimte:

Bij vermeerdering van het aantal woongelegenheden of functiewijziging naar wonen dient elke zelfstandige woning over een buitenruimte te beschikken. De minimale netto-vloeroppervlakte van deze buitenruimte is 4 vierkante meter, vermeerderd met 2 vierkante meter per slaapkamer, te rekenen vanaf de tweede slaapkamer.
De 1ste verdieping wordt uitgebreid en gewijzigd naar een tweeslaapkamerappartement. Het terras heeft slechts een netto vloeroppervlakte van 5,5 m²;

  • artikel 29 fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

er moeten voldoende fietsstalplaatsen voorzien worden, overeenkomstig de grootte van de woning en conform §1, 2°. Deze dienen te voldoen aan de voorgestelde inrichtingsprincipes uit §2.
Er worden slechts 2 in plaats van 4 bijkomende fietsstalplaatsen voorzien. Slechts 1 voldoet aan de opgelegde inrichtingsprincipes.

  • artikel 34 stabiliteit en scheidingsmuren:

Scheimuren dienen een minimale dakopstand te hebben van 30 cm.
De scheimuur ter hoogte van de volume-uitbreiding heeft geen dakopstand van minimaal 30 cm;

  • artikel 40 privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen

er is geen gescheiden rioolstelsel DWA en RWA aangelegd;

  • artikel 43 septische putten:

het is niet duidelijk wat de inhoud is van de bestaande septische put. De bouwcode schrijft voor dat deze een inhoud dient te hebben van 3.200 liter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op een functiewijziging van een gelijkvloerse kantoorruimte met op  de verdiepingen 2 appartementen naar een meergezinsgebouw met 4 zelfstandige wooneenheden. De functie wonen blijft behouden en is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het referentiebeeld aan de oneven zijde van de Coebergerstraat bestaat uit aaneengesloten rijwoningen met 3 bouwlagen onder plat dak of zadeldak. Daarachter bevinden zich entresols en achterbouwen over 2 bouwlagen die over de helft van de perceelbreedte zijn bebouwd. Hoewel er in dit straatdeel ook panden met 4 bouwlagen terug te vinden zijn, die dieper zijn gebouwd, alsook magazijnen en opslagruimtes op de gelijkvloerse verdieping met een atypische bouwdiepte, behoren deze, omwille van hun uitzonderlijkheid, niet tot het referentiekader.

 

Het bestaande gebouw is een pand met 3 bouwlagen met een entresol op de eerste verdieping die over de helft van de perceelbreedte is bebouwd.

Het hoofdgebouw wordt uitgebreid met een vierde bouwlaag, vormgegeven als daklaag.

De gevel en muren achteraan worden gesloopt en een nieuwe gelijkvloerse achterbouw wordt voorzien op dezelfde bouwdiepte als die van de vergunde toestand. Op de eerste verdieping is de achterbouw perceelsbreed voorzien. Op de tweede en derde verdieping is aan de rechterzijde over de helft van de perceelbreedte een uitbreiding toegevoegd. Achter het nieuwe bouwvolume is op de eerste, tweede en derde verdieping telkens een uitpandig terras voorzien. Het maximaal aanvaardbare bouwvolume voor dit perceel wordt door deze ingrepen overschreden.

Er wordt te weinig open ruimte voorzien op het gelijkvloers, conform artikel 27 van de bouwcode. Bij een functiewijziging moet minstens 20 procent van de perceeloppervlakte open ruimte zijn. Dit is een absoluut minimum. De aanvraag voorziet slechts in 18% open ruimte. Dit aandeel wordt in de praktijk nog verkleind doordat de bovenliggende uitkragende terrassen een deel van de open ruimte overdekt.

De maximale bouwdiepte dient mee bepaald te worden in overeenstemming met de minimaal noodzakelijke open ruimte van 20%.

 

Gelet op de aanwezige scheidingsmuren is het bespreekbaar om op de eerste verdieping perceelsbreed en op de tweede verdieping over de helft van de perceelsbreedte uit te breiden. Een uitbreiding achteraan op de derde verdieping is onaanvaardbaar. De uitbreiding is niet in harmonie met het referentiebeeld, dat bestaat uit rijwoningen met drie bouwlagen onder plat- of zadeldak met daarachter een entresol over 2 bouwlagen over de helft van de perceelbreedte. Hierdoor neemt deze uitbreiding zon- en daglicht weg van de rechterbuur, wat ook aangehaald wordt in een ingediend bezwaarschrift. De aanvraag is strijdig met artikel 10 van de bouwcode en de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Uitkragende terrassen achteraan zijn niet kenmerkend voor de omgeving en hinderlijk voor eigendommen in de omgeving. Terrassen moeten vervat zitten binnen het maximaal aanvaardbare bouwvolume.

 

Het voorzien van een bijkomende daklaag is stedenbouwkundig aanvaardbaar, echter niet in de vorm zoals voorzien in de aanvraag. Een zadeldak zou een beperking van zonlicht en uitzicht van en naar het aanpalende gebouw links voorkomen, wat niet het geval is bij de aangevraagde dakvorm. Het ingediende bezwaar illustreert dit.

 

Omwille van deze argumenten dient de aanvraag geweigerd te worden.

Aangezien de volume-uitbreidingen beperkt dienen te worden, is het twijfelachtig of een programma van 4 woningen op dit perceel gerealiseerd kan worden zonder hierdoor de draagkracht van het perceel en de omgeving te overschrijden. Aanbevolen wordt om het programma te herbekijken in functie van het maximaal aanvaardbare bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aangevraagde daklaag staat niet in verhouding met de gevelopbouw van de bestaande gevel. Dit leidt tot een vreemde waarneming vanaf de straat. Het gevelbeeld en snede tonen dat het voorzien van een bijkomende laag met zinken beplating niet inpasbaar is in het straatbeeld. Een zadeldak sluit harmonieuzer aan bij de kenmerkende daktypologie in de omgeving.

Door de achterbouw te beperken tot twee verdiepingen zal het onderscheid tussen hoofdgebouw en achterbouw worden versterkt. Dit sluit aan bij de kenmerkende typologie in de omgeving.

De aanvraag dient daarom geweigerd te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De terrassen aan de achterzijde, langs de rechter kant creëren inkijk op de achtergevels en eigendommen van de aangrenzende percelen. Het ingediende bezwaar bevestigt dit. Deze uitkragende terrassen zijn bijgevolg hinderlijk en niet kenmerkend voor de omgeving. daarenboven is het terras op de eerste verdieping te klein voor een 2-slaapkamerappartement, conform artikel 28 van de bouwcode.

De tuinmuur die ontstaat na afbraak van de bebouwing achteraan het gelijkvloers heeft een hoogte van meer dan 2,60 meter. Conform artikel 19 van de bouwcode dient deze beperkt te worden tot maximaal 2,60 meter. Een te hoge afsluiting zorgt immers voor een beperking van de bezonning van de tuinen.

 

Zoals eerder besproken voorziet de aanvraag in onvoldoende open ruimte (18% in plaats van minstens 20%). Daarenboven wordt deze open ruimte met een oppervlakte van ca. 22m² volledig verhard. Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel zo veel mogelijk onverhard te worden aangelegd. De verharding dient dan ook beperkt te worden zodat er ruimte is voor planten en het water vlot en rechtstreeks kan infiltreren in de grond.

 

Tot slot wordt vastgesteld dat de aanvraag strijdig is met artikel 34 van de bouwcode omwille van het ontbreken van een dakopstand van minstens 30 cm, artikel 40 van de bouwcode door de afwezigheid van een gescheiden rioleringsstelsel en artikel 43 van de bouwcode omwille van het van het ontbreken van een septische put.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

De kantoorfunctie op het gelijkvloers verdwijnt. In de plaats hiervan komt er een appartement. De appartementen op de 1ste en 2de verdieping blijven. Op de 3de verdieping wordt er een nieuw appartement gebouwd. Er komen dus 2 appartementen bij.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

De werkelijke parkeerbehoefte is 2.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 meter. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats dan niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

Het kantoor op de gelijkvloerse verdieping heeft een oppervlakte van +/- 100m2. Dit komt met de norm van 1,1 neer op een parkeerbehoefte van 1.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 1 parkeerplaatsen.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen

De voorziene fietsenberging voldoet niet aan artikel 29 van de bouwcode.

Voor de 2 bijkomende appartementen moeten er 4 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          2 appartementen met 1 slaapkamer = 2 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 4

 

Er worden 2 fietsstalplaatsen voorzien. 1 vooraan in de gang en 1 achteraan. De plaats in de gang kan eventueel behouden blijven maar de plaats achteraan zal in de praktijk niet gebruikt worden. De gang naar deze plaats is te smal. Deze moet minstens 1 meter breed zijn. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet een minimale vrije ruimte van 1,70 meter voorzien zijn. Dat is hier ook niet het geval.

Er zijn dus 3 fietsstalplaatsen te weinig.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

1 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 juni 2020

Verslag GOA

12 mei 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.