De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
20 mei 2020 | 18 juni 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 6 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 23 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek | 20 mei 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 18 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 september 2020 |
Verslag GOA | 23 juni 2020 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 23 maart 2020 | 13 mei 2020 | Gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos | 23 maart 2020 | 6 april 2020 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 23 maart 2020 | 24 maart 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 23 maart 2020 | 11 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
- de woning met zijn serre betreft een zonevreemde woning.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De woning met zijn serre is gelegen in parkgebied. Hierdoor is het een zonevreemde woning.
Het geheel van het domein, het kasteel met alle bijgebouwen en gronden is echter beschermd als stads- of dorpsgezicht, ‘Kasteel Klaverblad’.
Conform artikel 4.4.6. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften, voor zover de betrokken handelingen worden geadviseerd vanuit het beleidsveld onroerend erfgoed.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een gunstig advies met volgende motivatie: ‘Deze handelingen krijgen een gunstig advies omdat ze geen afbreuk doen aan de bescherming: het betreft de restauratie en renovatie van het serregebouw en een beperkte uitbreiding ervan. De werken werden in detail afgestemd met onze diensten en hebben een gunstige impact op de erfgoedwaarden en de instandhouding van het gebouw.’
De aanvraag wordt daarenboven ook gunstig geadviseerd door het Agentschap voor Natuur en Bos daar de bestaande natuurwaarden niet worden geschaad.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van bijgebouw bij de eengezinswoning blijft behouden en wordt geoptimaliseerd. Het bijgebouw blijft zich inpassen op het kasteeldomein.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet een grondige renovatie en beperkte uitbreiding aan een serre in functie van een beter ruimtegebruik. Deze serre is een bijgebouw van het kasteel Klaverblad. Het kasteel is gekend als eengezinswoning met meerdere bijgebouwen. Er wordt een uitbreiding voorzien met een oppervlakte van circa 22 m², aan deze zijde wordt ook een terras aangelegd van 19,25 m². Na de werken wenst de bouwheer de serre te gebruiken als aterlier met berging, fietsenberging en serre. Uit het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed blijkt dat de werken geen afbreuk doen aan de bescherming en een gunstige impact hebben op de erfgoedwaarden en de instandhouding van het gebouw. Bijgevolg wordt geoordeeld dat de draagkracht van het perceel, noch de omgeving wordt overschreden.
Visueel-vormelijke elementen
Het project voorziet een renovatie van de serre met veel aandacht voor de materialisatie. Zowel de gevels, de daken, het buitenschrijnwerk en de serrestructuur worden behouden en hersteld of in gelijkaardig materiaal voorzien. Het gaat hier om Boomse dakpannen, metselwerk in een donkere tint, serrestructuur in staal en geschilderd houten buitenschrijnwerk. Het nieuwe dak boven de fietsenberging wordt voorzien in blauwe natuurleien. De noordoostelijke gevel bestaat volledig uit een dubbele deur die wordt voorzien in onbeschilderd hout. Voorgestelde materialisatie is besproken met het Agentschap Onroerend Erfgoed. De inspanningen die worden geleverd worden gewaardeerd en bijgevolg gunstig beoordeeld.
Cultuurhistorische aspecten
Het bouwjaar van het serregebouw ligt tussen 1910 en 1914. De serre was in gebruik tot het einde van de jaren ’80. Het serregebouw heeft een karakteristieke uitstraling, maar verkeert momenteel in vervallen staat. Het serregebouw bestaat uit één bouwlaag en situeert zich in een open graszone omringd door bomen met een gefilterd zicht op het kasteel.
Het agentschap Onroerend Erfgoed geeft een gunstig advies omdat de gewenste handelingen geen afbreuk doen aan de bescherming. De werken werden in detail afgestemd met het agentschap en hebben een gunstige impact op de erfgoedwaarden en de instandhouding van het gebouw.
De stedelijke dienst monumentenzorg sluit zich aan bij het advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed. De werken werden namelijk, wegens het statuut van stads- en dorpsgezicht, uitvoerig besproken met het Agentschap Onroerend Erfgoed, bevoegd voor het beschermd patrimonium.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Conform artikel 35, §4 besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de Omgevingsvergunning van 27 november 2015 is er advies gevraagd aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Dit advies is gunstig met volgend aandachtspunt: ‘Alle van nature in het wild levende vogelsoorten en vleermuizen zijn beschermd in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van de vogels en de rustplaatsen van de vleermuizen (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart tot 1 juli moet men er zich - vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken - van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Bij het werken aan (oude) constructies of het kappen van bomen dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES.’
Dit aandachtspunt wordt overgenomen bij de voorwaarden.
De stedelijke dienst groen en begraafplaatsen geeft een gunstig advies op voorwaarde dat de te behouden bomen die in de onmiddellijke omgeving staan, optimaal worden beschermd tijdens de werken. Dit zowel boven- als ondergronds. Dit zal in voorwaarde worden opgenomen.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing en uitbreiding van een bijgebouw bij een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of dergelijke.
2. bij het werken aan de constructies dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020030083 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Alexandre Moretus-Plantin de Bouchout met als adres Klaverbladdreef 60 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Klaverbladdreef 60 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 44 sectie D nr. 46B |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren en uitbreiden van een serre |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Vergunde/vergund geachte toestand
- vrijstaande serre gelegen op een kasteeldomein.
Huidige toestand
- 29/03/2019: vaststelling (ID: 11603) van Domein Kasteel Klaverblad als bouwkundig erfgoed;
- 16/09/1994: bescherming (ID: 7354) van Domein Kasteel Klaverblad als stads- of dorpsgezicht;
- 16/09/1994: bescherming (ID: 7348) van Kasteel Klaverblad met kapel en bijgebouwen als monument.
- serre in vervallen toestand bestaande uit een bouwlaag onder schuin dak;
- schuine zijden hebben verschillende nokhoogte;
- serre is voor de helft opgedeeld in een bakstenen gedeelte en voor de helft in een glazen gedeelte.
Gewenste toestand
- uitbreiding aan serregebouw voor fietsenberging aan noordoostelijke zijde;
- naast uitbreiding aanleg van een terrasverharding;
- inrichting geïsoleerd atelier in helft bakstenen gedeelte;
- sanitair en berging in andere helft van het bakstenen gedeelte;
- glazen gedeelte als serre/zitruimte.
Inhoud van de aanvraag
- renoveren en uitbreiden van een serregebouw;
- aanleggen van een terrasverharding.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:
- in het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:
- als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels als kroon moeten beschermd worden. De wortelzone van de boom moet beschermd worden om verdichting van de bodem en/of oppervlakkige beschadiging van de wortels te voorkomen. Op vlak van bescherming voor de wortelzone zijn er twee mogelijkheden:
- naast de wortelzone moeten ook de stam en de kroon beschermd worden. Als de wortelzone volledig kan afgeschermd worden, zijn de stam en het onderste deel van de kroon uiteraard ook ineens afgeschermd. Kan de wortelzone niet volledig afgeschermd worden, dan moeten voor het beschermen van de stam en onderste deel van de kroon ook beschermingsmaatregelen op maat opgesteld worden.
- om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen moet de aannemer, als hij een kraan gaat gebruiken, een voldoende hoge kraan voorzien. Als de kraan rond draait met een last eraan, mag niets de top van de boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of dergelijke.
2. bij het werken aan de constructies dient men na te gaan vóór de werken beginnen of vleermuizen aanwezig zijn. Als nesten of rustplaatsen in het gedrang komen, dient u contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos via het algemeen e-mail adres van AVES;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.