Internationale buslijnen, waarvan Flixbus en Blablacar veruit de meest gekende zijn, kennen een groeiend succes, mee dankzij de openstelling van de Duitse en Franse markt. Flixbus zelf stelt dat de maatschappij in 2019 drie miljoen passagiers van, naar en binnen België vervoerde, een stijging van 40 procent ten opzichte van 2018. Op deze lange afstanden is de bus doorgaans goedkoper dan de trein en biedt vaker een directe verbinding zonder overstappen. Daarentegen is de trein meestal sneller. Uiteraard is het momenteel onzeker hoe en of de groei van deze sector zich voort zal zetten na de Covid-19-pandemie. Echter staat dit los van de noodzaak om een duidelijke beslissing te nemen over de locatie waar deze bussen hun klanten kunnen laten op- en afstappen.
De aanhoudende groei van internationale bussen van verschillende maatschappijen brengt echter met zich mee dat bussen ook her en der in de stad halt houden of parkeren om reizigers op te pikken of af te zetten. Dit is voornamelijk merkbaar in de omgeving van Antwerpen-Centraal, waar een wildgroei van bussen enerzijds zorgt voor versnippering van het aanbod, maar anderzijds ook zorgt dat ze andere gebruikers hinderen (taxivoertuigen, lijnbussen en trams, enzovoort).
De internationale busmaatschappijen vragen een exploitatievergunning aan bij de federale overheid om te mogen exploiteren. Ook de steden waar ze willen halteren, alsook de plaatsen waar ze zullen halteren, maken deel uit van de aanvraag. In deze procedure vraagt de federale overheid geen advies aan de steden, waardoor steden zich geconfronteerd weten met toegezegde halteplaatsen. De internationale busmaatschappijen schuiven vaak een centrale stationslocatie naar voor omwille van de goede uitvalsbasis om de stad verder te bezoeken, alsook de mogelijke overstapmogelijkheden voor klanten.
Door de internationale bussen een duidelijke plaats toe te bedelen in de stationsomgeving, wenst de stad Antwerpen enerzijds de overlast in de stationsomgeving te verminderen en anderzijds plaats te geven aan de busmaatschappijen om een goede exploitatie voor haar klanten te kunnen verzekeren.
Centrale haltelocatie- Franklin Rooseveltplaats
Een aantal internationale busmaatschappijen vragen, naast een centrale halteplaats in de omgeving van Antwerpen-Centraal (voornamelijk voor reizigers die de stad Antwerpen als bestemming hebben), ook één of meerdere multimodaal bereikbare haltelocaties in de stad (voornamelijk voor reizigers die de stad Antwerpen als vertrekpunt hebben).
De stad Antwerpen wil een antwoord bieden aan de problemen die zich stellen voor de noden van de internationale busmaatschappijen, alsook die van andere gebruikers zoals de taxi’s, het openbaar vervoer, en dergelijke. De internationale busmaatschappijen bieden tevens een bijkomend toeristisch potentieel voor de stad Antwerpen.
Voor de haltering in het stadscentrum, zal de stad Antwerpen op zeer korte termijn enkele tijdelijke halteplaatsen inrichten op de Quinten Matsijslei, aan parkzijde. Op deze locatie kunnen drie bussen tegelijkertijd halteren. De stad Antwerpen zal het gebruik van deze halte monitoren om na te gaan welke capaciteit de centrale stadshalte wenselijk moet kunnen bieden. Een aanvraag voor een tijdelijke signalisatie is reeds lopend. Het betreft een tijdelijke halte aangezien de stad Antwerpen geen parkeerplaatsen wil verliezen op lange termijn, omwille van de reeds hoge parkeerdruk in de omliggende woonwijken.
Op middellange termijn wenst de stad Antwerpen deze haltes niet te bestendigen aan de Quinten Matsijslei, maar op – of grenzend aan de Franklin Rooseveltplaats. Het zou immers meer leesbaar zijn als het centrale busstation in de binnenstad verschillende types van bustransport concentreert, en zo ook faciliteert voor gebruikers. Tevens geeft dit een antwoord op de parkeerbehoefte van de woonwijken rondom het stadspark. De stad Antwerpen zal hiervoor in overleg gaan en aandringen bij De Lijn. Tevens start de stad Antwerpen gesprekken op met de busmaatschappijen om een potentiële financiële participatie te verkennen, alsook over de nodige infrastructuur ter hoogte van de haltes om de dienstregeling aan reizigers te communiceren. Dit kan een bruikbare oplossing zijn in afwachting van de realisatie van het mobiliteitsknooppunt Schijnpoort.
Decentrale locaties- stadsrand
Voor de multimodaal bereikbare locaties op andere plekken in de stad, zal de stad Antwerpen het medegebruik onderzoeken van de busperrons op de P&R’s Luchtbal en Linkeroever. Deze locaties komen eveneens in aanmerking om parkeerplaatsen voor touringcars te voorzien.
De internationale busmaatschappijen lieten verstaan dat decentrale halteplaatsen met een goede tram- of premetroverbinding naar het stadscentrum en connectie met de snelweg, interessant zijn om buslijnen die momenteel Antwerpen voorbijrijden, toch te laten halteren in Antwerpen. Als de stad Antwerpen zulke locaties aan kan bieden, verhoogt de bereikbaarheid van Antwerpen in Europa.
Voor P&R Luchtbal zijn er twee mogelijke locaties om autocars te laten halteren:
De tweede optie zou dan mogelijk op termijn ook door internationale busdiensten gebruikt kunnen worden. Hiervoor zal de stad Antwerpen op korte termijn een overleg organiseren tussen de internationale busmaatschappijen en De Lijn.
Voor P&R Linkeroever zal Lantis in opdracht van de stad Antwerpen twee opties onderzoeken en verder uitwerken:
Op langere termijn ziet de stad Antwerpen een definitieve halteplaats voor langeafstandsbussen aan mobiliteitsknooppunt Schijnpoort, zoals aangeduid in het ontwerp van Routeplan 2030. Dit kan echter pas ingericht worden van zodra Schijnpoort is uitgebouwd en werkt als mobiliteitsknooppunt.
Samenvattend:
Zeer korte termijn en tijdelijk |
Onderzoek /uitwerking op te starten of lopende | |
Stadscentrum (omgeving Antwerpen- Centraal) |
Langsparkeerplaatsen |
Perron Franklin Rooseveltplaats (of onmiddellijke omgeving) |
Multimodaal bereikbare locaties aan de stadsrand
|
|
P&R Luchtbal
|
P&R Linkeroever
| ||
Op lange termijn locatie multimodale knoop Schijnpoort te onderzoeken. | ||
|
| |
|
Het bestuursakkoord 2019-2024, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 januari 2019 (jaarnummer 42), stelt (resolutie 20): “In het kader van de ontbussing van onze stad werken we op termijn aan busterminals, bijvoorbeeld op het mobiliteitsknooppunt Schijnpoort en de Havanasite, waar we specifiek de private internationale buslijnen naar afleiden. In de tussentijd zoeken we in overleg met de actoren naar bruikbare oplossingen.”
Ook binnen het proces van het Routeplan 2030 wordt aandacht gevraagd voor de internationale buslijnen. De plannota in opmaak stelt dat voor langeafstandsbussen binnen de vervoerregio een geïntegreerde oplossing (busterminal) wordt uitgewerkt.
Na overleg met enkele internationale busmaatschappijen en stadsintern onderzoek, wil de stad Antwerpen de resultaten van dit onderzoek naar en de uitwerking van enkele potentiële haltelocaties bevestigen. Op deze plekken kunnen reizigers op/afstappen.
Het college beslist om op volgende locaties de inplanting van halteplaatsen voor internationale langeafstandsbussen verder te onderzoeken en uit te werken:
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/MOB | Van zodra maatschappijen terug beginnen rijden tijdelijke halteplaats aan het stadspark inrichten |
SW/MOB | Samenwerkingscharter opmaken met de internationale busmaatschappijen |
SW/MOB | Overleg tussen internationale busmaatschappijen en De lijn opstarten |