Terug
Gepubliceerd op 06/07/2020

2020_CBS_05682 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127307. Mellinetplein 8 . District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 03/07/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05682 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127307. Mellinetplein 8 . District Berchem - Goedkeuring 2020_CBS_05682 - Omgevingsvergunning - OMV_2019127307. Mellinetplein 8 . District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019127307

Gegevens van de aanvrager:

BVBA Vauperdu met als contactadres Hooirt 222 te 9220 Hamme

Ligging van het project:

Mellinetplein 8 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 23 sectie C nr. 284H9

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van wijziging van het aantal woongelegenheden, wijzigen van de functie kantoor en garage naar wonen en uitgevoerde werken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          05/10/2017: proces-verbaal (11002_2017_4999_VPV) voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden, wijzigen van de functie en werken uitvoeren zonder stedenbouwkundige vergunning;

-          17/07/1989: vergunning (961#11429, 961#2909 en 961#11430) voor het verbouwen appartementsgebouw;

-          02/12/1953: vergunning (957#3332) voor winkel.

Vergunde toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met kantoor en garage op het gelijkvloers en drie drieslaapkamer-appartementen op de bovenliggende verdiepingen;

-          bouwvolume:

  • hoekpand met 4 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • gevel verdiepingen in rood parament metselwerk, geveluitsprong in geel parament metselwerk en bruin houten schrijnwerk.

Huidige toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 5 woonentiteiten + kantoorruimten;

-          bouwvolume:

  • hoekpand met 4 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • bepleisterd in een licht grijze kleur, schrijnwerk in grijs pvc.

Gewenste toestand

-          functie:

  • meergezinswoning met 6 woonentiteiten;
  • vermeerderen van het aantal wooneenheden van 3 naar 6. Met betrekking tot de nieuwe wooneenheden zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • 2 studio’s met een netto vloeroppervlakte van circa 57,7m² en 49,2m²;
    • 1 eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 63,7m²;
    • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 83,2m²;
    • 1 drieslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 132,9m²;
    • 1 vierslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 133,9m²;
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt 86,8m²;

-          bouwvolume:

  • hoekpand met 4 bouwlagen onder plat dak.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van:

  • functiewijziging van kantoor en garage naar wonen;
  • vermeerderen van het aantal wooneenheden van 3 naar 6;
  • gevel (rood parament metselwerk is bepleisterd in een licht grijze kleur).
  • trappenhal (de trappenhal werd niet uitgevoerd zoals voorzien op de bouwplannen van 1989);

-          interne wijzigingen;

-          omvormen van het dak tot een gemeenschappelijk dakterras;

-          voorzien van een toegang voor fietsen (trappen en helling) vanaf de voortuin naar de kelder.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

16 april 2020

5 mei 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

16 april 2020

28 april 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

16 april 2020

4 mei 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

16 april 2020

4 mei 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 5: Bij handelingen aan meergezinswoningen, waarbij de constructie na de handelingen toegangsdeuren tot wooneenheden bevat op meer dan twee niveaus en minstens zes wooneenheden bevat, is dit besluit van toepassing.
    • artikel 18: het niveauverschil tussen binnen en buiten ter hoogte van de inkomdeur bedraagt 10 cm volgens de snede AA en 20 cm volgens de voorgeveltekening in plaats van de maximale hoogte van 2 cm;
    •  artikel 22: de breedte van de inkomdeur bedraagt ongeveer 80 cm in plaats van 90 cm;
    • artikel 24: vrije en vlakke draairuimte van 150 cm, de binnenruimte ter hoogte van de inkomdeur voldoet niet aan dit artikel;
    •  artikel 25: opstelruimte van 50 cm ter hoogte van de inkomdeur van de appartementen 0.2, 2.1 en 3.1 voldoet niet aan dit artikel.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 19: De voortuin wordt niet overal afgesloten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter.
  • artikel 27: In de voortuin wordt de verharding voor de oorspronkelijke ingang behouden.
  • artikel 43: De septische put wordt gesupprimeerd.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Het pand is gelegen in woongebied. Het gelijkvloerse kantoorfunctie werd gesupprimeerd en het aantal woonentiteiten stijgt van 3 naar 6. Dit is inpasbaar binnen de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdvolume van 4 bouwlagen met een kroonlijsthoogtes vooraan van ca. 9,7 meter en 12,5 meter blijft behouden.

 

In de voortuin wordt buitentrap met fietshelling voorzien naar de fietsenkelder. De breedte van de buitentrap blijft beperkt tot circa 1,5 meter. Dit betreft slechts een klein deel van de onverharde voortuin en kan positief geadviseerd worden.

 

Slechts drie van de zes appartementen beschikken over een eigen buitenruimte. Daarom wordt het grootste deel van het platte dak omgevormd tot een gemeenschappelijk dakterras. Het dakterras wordt voorzien op een afstand van ca. 2 meter tot de perceelgrenzen met de buren en op een afstand van ca. 3,2 meter van de voorgevel. Hierdoor blijft de impact op de omgeving zeer beperkt indien rondom het dakterras een groendak wordt aangelegd.

Een groendak is een dak bedekt met vegetatie en een aantal onderliggende lagen die nodig zijn voor de ontwikkeling van deze vegetatie en de opslag van regenwater. Zowel vanuit duurzaamheid als vanuit beeldkwaliteit heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie. Door hun groene karakter zijn ze aangenamer om op te kijken en verhogen ze de biodiversiteit.

 

Omwille van de toegankelijkheid van het dakterras wordt een overdekte trap voorzien. De kroonlijsthoogte van dit volume blijft beperkt tot circa 14,8 meter. Dit is 2,3 meter hoger is dan de kroonlijsthoogte van de voor- en zijgevel. Het volume bevindt zich op minimaal 3,1 meter van de perceelgrenzen. Gelet op het feit dat de overdekte trap zich volledig bevindt binnen het vlak van 45° ten opzichte van de scheidingsmuren en gelet op het feit dat er in de omgeving meerdere dergelijke volumes voorkomen, kan dit positief geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft het regulariseren van het pleisteren van de gevels ter hoogte van de verdiepingen (en het meest linker- en rechterdeel van het gelijkvloers). De gelijkvloerse plint en het centrale gedeelte ter hoogte van de verdiepingen blijft behouden in brijn-gele gevelsteen. De grijze bepleisterde gevelvlakken doen geen afbreuk aan het oorspronkelijke gevelontwerp. Bijkomend wordt hierdoor het uitspringende centrale deel en de plint meer benadrukt. Dit is aanvaardbaar.

 

De garage werd verwijderd en de gevelopening werd dichtgemaakt als voorgevel in grijze pleister, conform de overige bepleisterde delen. De centrale toegang van het voormalige kantoor werd verwijderd en omgevormd naar een groot raam. Alle voorgevelschrijnwerk wordt vernieuwd naar grijs pvc schrijnwerk met zelfde indeling. Dit kan positief geadviseerd worden.

 

Het volume van de overdekte trap wordt langs alle zeiden voorzien in lichtgrijze pleister.

 

Hinderaspecten

Het terras achteraan de tweede verdieping (horende bij appartement 2.1) komt uit op het raam van de badkamer van het naastgelegen appartement (2.2). Dit wordt in ondoorzichtig mat glas voorzien. Om te garanderen dat dit het geval blijft, wordt dit ter bevestiging in voorwaarden opgelegd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 bijkomende parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met 3 wooneenheden.

 

Het betreft een woonproject met meer dan 5 wooneenheden:

Het gelijkvloerse kantoor wordt omgevormd naar 1 woonentiteit kleiner dan 60m² en 1 woonentiteit tussen 60m² en 90m²: de parkeernood betreft 2.45 ( = 1.1 + 1.35 ) .

Ter hoogte van de tweede verdieping wordt een studio kleiner dan 60m² toegevoegd: de parkeernood betreft 1,1.

 

De bijkomende woonentiteiten veroorzaken een parkeernood van 3.55 ( = 2.45 + 1.1). Dit wordt afgerond tot 4.

 

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats (garage wordt omgevormd tot deel van wooneenheid). Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 5 ( = 4 + 1 ).

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Ter hoogte van de nieuwe inkom is het mogelijk een autostaanplaats te voorzien in de voortuin conform de voorschriften van artikel 30 van de bouwcode.

 

Het  aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 4 plaatsen.

 

 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het pand moet voldoen aan de bepalingen van de verordening toegankelijkheid, meer bepaald:

-          het niveauverschil tussen binnen en buiten ter hoogte van de inkomdeur mag maximaal 2 cm betreffen, conform artikel 18;

-          de breedte van de inkomdeur moet 90 centimeter bedragen, conform artikel 22;

-          de binnenruimte ter hoogte van de inkomdeur moet over een vrije en vlakke draairuimte van 150 centimeter beschikken, conform artikel 24;

-          de opstelruimte ter hoogte van de inkomdeur van de appartementen 0.2, 2.1 en 3.1 moet minstens 50 centimeter bedragen, conform artikel 25;

3.      de voortuin af te sluiten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      in de voortuin de verharding voor de oorspronkelijke ingang integraal te verwijderen;

5.      het niet betreedbare deel van het dak als groendak te voorzien;

6.      naast het toegangspad in de voortuin het voorzien van stallingsmogelijkheid voor een wagen op een verharde zone conform de afmetingen van artikel 30 van de bouwcode;

7.      het badkamerraam van appartement 2.2 moet in ondoorzichtig mat glas voorzien worden;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

9.      het supprimeren van de septische put

 

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

23 maart 2020

Volledig en ontvankelijk

16 april 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

15 juli 2020

Verslag GOA

25 juni 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      het pand moet voldoen aan de bepalingen van de verordening toegankelijkheid, meer bepaald:

-          het niveauverschil tussen binnen en buiten ter hoogte van de inkomdeur mag maximaal 2 cm betreffen, conform artikel 18;

-          de breedte van de inkomdeur moet 90 centimeter bedragen, conform artikel 22;

-          de binnenruimte ter hoogte van de inkomdeur moet over een vrije en vlakke draairuimte van 150 centimeter beschikken, conform artikel 24;

-          de opstelruimte ter hoogte van de inkomdeur van de appartementen 0.2, 2.1 en 3.1 moet minstens 50 centimeter bedragen, conform artikel 25;

3.      de voortuin af te sluiten door een levende afsluiting, een muurtje of een hek met een hoogte van maximum 1 meter conform artikel 19 van de bouwcode;

4.      in de voortuin de verharding voor de oorspronkelijke ingang integraal te verwijderen;

5.      het niet betreedbare deel van het dak als groendak te voorzien;

6.      naast het toegangspad in de voortuin het voorzien van stallingsmogelijkheid voor een wagen op een verharde zone conform de afmetingen van artikel 30 van de bouwcode;

7.      het badkamerraam van appartement 2.2 moet in ondoorzichtig mat glas voorzien worden;

8.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Uitsluitingen

9.      het supprimeren van de septische put

 

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.