Terug
Gepubliceerd op 27/04/2020

2020_CBS_03598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022148. Lange Lozanastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/04/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022148. Lange Lozanastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_03598 - Omgevingsvergunning - OMV_2020022148. Lange Lozanastraat 57. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020022148

Gegevens van de aanvrager:

BVBA NADE met als contactadres Grensbeeklaan 2 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Lange Lozanastraat 57 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10sectie K nr. 1525A2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een burgerhuis in art-nouveaustijl

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          06/01/1933: toelating (1932#43085) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          burgerhuis bestaande uit drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën onder een pseudo-mansardedak;

-          achterbouw ter hoogte van de rechter perceelgrens over drie bouwlagen onder plat dak.

Huidige toestand

-          vaststelling/bescherming (ID: 303966) van burgerhuis in art-nouveaustijl als bouwkundig erfgoed;

-          burgerhuis bestaande uit drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën onder een pseudo-mansardedak;

-          achterbouw ter hoogte van de rechter perceelgrens over drie bouwlagen onder plat dak.

-          gele gevelsteen met blauwe hardstenen accenten en wit buitenschrijnwerk.

Gewenste toestand

-          burgerhuis in sobere art-nouveaustijl bestaande uit drie bouwlagen en twee ongelijke traveeën onder een pseudo-mansardedak;

-          achterbouw ter hoogte van de rechter perceelgrens over drie bouwlagen onder plat dak;

-          vernieuwde gelijkvloerse achterbouw ter hoogte van de linker perceelgrens;

-          interne wijzigingen ten gunste van optimaler ruimtegebruik;

-          gele gevelsteen met blauwe hardstenen accenten en zwart houten buitenschrijnwerk met gewijzigde indeling.

Inhoud van de aanvraag

-          vernieuwen van de bestaande gelijkvloerse achterbouw ter hoogte van de linker perceelgrens;

-          interne constructieve werken

-          isoleren en aanpassen van het buitenschrijnwerk in de achtergevel in functie van de nieuwe interne indeling;

-          behoudens het nieuwe houten buitenschrijnwerk blijft  de voorgevel ongewijzigd.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

20 maart 2020

7 april 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het herinrichten en het renoveren van de voorgevel en herstellen van brandschade bij een eengezinswoning. De functie wonen blijft onveranderd en functioneel inpasbaar in de omgeving. 

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Het gebouw is opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. De wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie wordt onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Daarom werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg:

 

“Burgerhuis in sobere art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1904 opgetrokken in opdracht van Louis Reubens. Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, speklagen, lekdrempels, pui- en waterlijsten. Geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige deur- en vensteropeningen, op de eerste verdieping met waterlijst, op de tweede verdieping onder een ijzeren I-balk met rozetten en boogveld. Het art-nouveau-karakter berust vooral op de gebogen lekdrempels met spuwer, en de geel-witte tegelpanelen in dambordpatroon met sierlijst, die de borstweringen en boogvelden accentueren. Een kwartholle houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging; dakkapellen met gebogen fronton. Vernieuwd schrijnwerk.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.

De plattegrond volgens de klassieke typologie van de burgerwoning, met een suite van salon, eetkamer en keuken/veranda, geflankeerd door de smalle vestibule en het trappenhuis op de begane grond werd reeds verbouwd. Verspringende aanbouwen ter hoogte van de achtergevel. Alle waardevolle interieurelementen zijn door brand vernield. Het pand is volledig gestript.

 

De gevel bepaalt mee de uitstraling van de straat. Ze wordt als representatief beschouwd voor de omgeving en vertoont een stedenbouwkundige samenhang met de rest van de straat en de wijk. De gevel bezit dus een hoge context- en ensemblewaarde. Het pand is een materiële getuige van de ontstaansgeschiedenis van de straat en wijk en bezit daardoor een historische en bouwhistorische waarde. Bovendien is de gevel en het grondplan relatief gaaf bewaard gebleven. Hun architecturale en esthetische waarde is als hoog te bestempelen.

 

Het object is beeldbepalend omdat voor het exterieur de stedenbouwkundige, architecturale en of esthetische waarde hoog zijn.

 

Men wenst een aantal verbouwingen te doen. Zo zal de bestaande uitbouw op het gelijkvloers vernieuwd worden en voorzien van een groendak. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt vervangen door vereenvoudigd geschilderd houten schrijnwerk. 

 

De werken aan de achterbouw en het interieur zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt monumentenzorg. De brand zorgde voor een totale vernieling van de waardevolle interieurelementen. De klassieke typologie van een burgerwoning en opbouw blijven gerespecteerd. Het vervangen van schrijnwerk in de voorgevel door het bijgevoegd schrijnwerk is niet aanvaardbaar. Het is niet alleen een vereenvoudiging van het bestaande schrijnwerk dat reeds vervangen werd door schrijnwerk gebaseerd op het origineel maar het is bovendien a-typisch geprofileerd waardoor het afbreuk doet aan de beeldwaarde van het pand. Schrijnwerk is immers een erfgoedkenmerk bij uitstek aangezien het essentieel bijdraagt tot de belevingswaarde van de voorgevel. Om geen afbreuk te doen aan de historiciteit pleiten wij in de eerste plaats voor het behoud van het oorspronkelijk schrijnwerk. Authenticiteit is immers een belangrijk uitgangspunt in de monumentenzorg. Om toch aan betere comforteisen tegemoet te komen wordt er vaak wel toegelaten om dubbel glas te plaatsen in de bestaande sponning. Pas wanneer behoud niet mogelijk blijkt (aan te tonen aan de hand van een onderbouwd dossier gestoffeerd met foto’s), kan er geopteerd worden voor de vervanging van het schrijnwerk naar oorspronkelijk model, dit zowel wat betreft materiaalgebruik, profilering, detaillering en afwerking. Deze uitgangspunten hanteert de dienst monumentenzorg bij de advisering van bouwaanvragen voor panden gelegen in een beschermd stads- of  dorpsgezicht of panden opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Het schrijnwerk uit de vergunningsaanvraag dient uitgesloten van vergunning. Het nieuwe houten schrijnwerk dient gebaseerd op het oorspronkelijk. Het laatst vergunde plan uit 1933 kan als voorbeeld dienen. De keuze van het nieuwe schrijnwerk dient in nauw overleg met onze dienst te gebeuren. Detailtekeningen dienen voorgelegd.

 

Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een gunstig advies uitgebracht. Het gewenste schrijnwerk in de voorgevel dient uitgesloten van vergunning.”

 

Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. Het voorgestelde schrijnwerk is omwille van de atypische profilering ruimtelijk niet aanvaardbaar. Verkleinde daglichten zijn immers niet kenmerkend voor vroeg twintigste-eeuwse burgerwoningen. In voorwaarden wordt opgelegd om het nieuwe, houten schrijnwerk te baseren op het oorspronkelijk model (volgens laatst vergunde plan uit 1933). Het schrijnwerk dient voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande werken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      het nieuwe, houten schrijnwerk te baseren op het oorspronkelijk model (volgens laatst vergunde plan uit 1933). Het schrijnwerk dient voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

20 maart 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag

27 maart 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

18 juni 2020

Verslag GOA

16 april 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

2.      het nieuwe, houten schrijnwerk te baseren op het oorspronkelijk model (volgens laatst vergunde plan uit 1933). Het schrijnwerk dient voorgelegd te worden aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.