2020_CBS_10162 - Omgevingsvergunning - OMV_2020066131. Van Peenestraat 4, Alfons De Cockstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          13/3/2015: vergunning (201578) voor het slopen van een toiletgebouw en herinrichten van een refter in een schoolgebouw.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          schoolgebouw van 2 bouwlagen onder plat dak in binnengebied;

-          gelegen tussen Van Peenestraat, Max Elskampstraat, Alfons De Cockstraat en Schijfstraat;

-          tegen muren achtertuinen met 8 gelijkvloerse patio’s voor binnenbrengen licht;

-          toegang via Van Peenestraat 4;

-          speelplaats met luifel aan zijde Alfons De Cockstraat.

Huidige toestand

-          vaststelling (ID: 215031) van Lagere Jongensschool 19 als bouwkundig erfgoed;

-          binnengevels aan speelplaats en gevels patio’s:

• gele baksteen en wit geschilderd, stalen schrijnwerk;

-          voorgevel Alfons De Cockstraat:

• 3 bouwlagen onder plat dak;
• bouwhoogte 10 meter;
• poort rechts van voordeur;
• gele baksteen;
• houten schrijnwerk in het groen geschilderd.

-          voorgevel Van Peenestraat:

• houten wit geschilderd schrijnwerk;
• gele baksteen;
• stalen poort blauwgroen geschilderd;
• 3 bouwlagen onder plat dak;
• poort op linkse zijde;
• uitstekend volume bovenaan links met vlaggenmast.

Gewenste toestand

-          fietsenberging en 2 sanitaire blokken in de kelder;

-          voorgevel Alfons De Cockstraat:

• nieuw volume;
• bouwhoogte 15 meter;
• poort in hekwerk rechts;
• bovenste volume in geel gelakte metaalplaat;
• gele keramische tegels naast de poort;

-          voorgevel Van Peenestraat:

• nieuwe indeling ramen, maar hetzelfde materiaal;
• 0,70 meter naar binnen plaatsen van de poort voor conflictvrij opendraaien richting straat;

-          binnengevels aan speelplaats en gevels patio’s:

• gele baksteen;
• nieuwe indeling (vierkante/rechthoekige gelijke delen) in wit geschilderd, houten schrijnwerk;
• opengaande delen in wit stalen schrijnwerk;
• bij patio 2, 3, 4, 5, 6, 10 daarvan gevel 2, de raamopeningen links en rechts van de deur worden verlaagd tot de vloerpas;
• boogvormige raamopeningen krijgen herindeling met 2 kolommen smalle rechthoekige doorzichtige delen;
• patio 7, gevel 2, bovenzijde schrijnwerkopeningen verlaagd van 4 meter tot 2,60 meter;
• patio 9 (op plat dak gelijkvloerse verdieping; achter straatgevel Van Peenestraat) , gevel 1, raam gelijkvloerse verdieping wordt dichtgemaakt;
• patio 9, gevel 2, raam naast deur op gelijkvloerse verdieping wordt dichtgemaakt;
• patio 10 (op plat dak van gelijkvloerse verdieping), gevel 1, dichtmaken gelijkvloerse raamopeningen en verhoging luifel.

-          patio 8, gevel 2:

• verwijdering buitentrap;
• schrijnwerkopeningen gelijkvloerse bouwlaag verlaagd tot vloerpas;
• 2 dubbele schuiframen en 1 enkel;
• volledige glasgevel op gelijkvloerse bouwlaag.

-          inrichting:

• fietsenstalling onder luifel zijde Alfons De Cockstraat;
• nieuwe luifel in 8-vorm in het midden van de speelplaats;
• speeltoestel met houten balken;
• ontharding/vergroening speelplaats.

Inhoud van de aanvraag

-          Het slopen van een rijwoning in de Alfons De Cockstraat;

-          Het nieuw bouwen van een poortgebouw met bovenliggende leraarskamer in de Alfons De Cockstraat;

-          Het restaureren en het aanpassen van het gebouw aan de energetische en akoestische normen.

-          Het plaatsen van een luifel op de speelplaats;

-          Het heropbouwen van de historische scheidingsmuur (zijde Alfons De Cockstraat).

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 3 december 1992 werd er akte genomen van een melding (AN1992/541) op naam van stad Antwerpen voor de exploitatie van een lagere school. De deputatie van de provincie Antwerpen verleende op 23 augustus 2001 een milieuvergunning klasse 2 (MLAV1/2001-174) aan AGSO Antwerpen voor de exploitatie van een lagere en kleuterschool. Tenslotte werd er op 25 augustus 2017 opnieuw akte genomen van een melding (MV2017/436) door het college van de stad Antwerpen.

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de renovatie en verdere exploitatie van de bestaande schoolgebouwen in het binnengebied tussen de Van Peenestraat, Schijfstraat, Max Elskampstraat en Alfons De Cockstraat op het Kiel in Antwerpen. De bestaande melding wordt geactualiseerd en dus aangepast aan de huidige en toekomstige situatie.

Aangevraagde rubrieken

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

• Artikel 24: Draairuimte: de buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van de deur raakt het gesloten deurvlak  niet. De klasdeuren liggen te diep in het muurvlak. Ook de deur van het liftsas in de Alfons De Cockstraat ligt te diep in het muurvlak.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

• Artikel 6: Harmonie en draagkracht: zowel het hoofdgebouw als de uitsprongen (erkers, zonneweringen, …) en aanbouwen dienen qua vorm, grootte, materiaalkeuze, plaatsing en kleur afgestemd te zijn op de architectuur van de totale constructie als op de omgeving. De nieuwbouw in de Alfons De Cockstraat steekt  boven de aanpalende bebouwing uit.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

      De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 6 Harmonie en draagkracht van de bouwcode. In sommige gevallen is het echter denkbaar dat ook een contrast of een interpretatie kan zorgen voor het goed samengaan van het gebouw met de omgeving. Het is dus niet zo dat alle uiterlijke kenmerken zomaar gekopieerd moeten worden. Het gebouw moet dus niet altijd uniform of eenvormig zijn met zijn omgeving maar wel een bewuste relatie aangaan met zijn omgeving.

Aangezien het nieuwbouwvolume zich op een bijzondere manier differentieert in het straatbeeld kan er met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan op dit artikel.

Dit wordt onder de rubriek ‘Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid verder gemotiveerd.

Functionele inpasbaarheid

Het aangevraagde betreft hoofdzakelijk de renovatie van de bestaande school gelegen in het binnengebied en een nieuwbouw aan de straatzijde Van Peenestraat. Het is eigen aan de stedelijke context dat er zich binnen het woonweefsel scholen situeren.

Deze functie blijft behouden en is verenigbaar met de woonfuncties van de omgeving.

Er werd ook onderzoek gedaan naar de laatst vergunde toestand voor het pand aan de Alfons De Cockstraat 56. De vergunning uit 1938 spreekt over een ‘burgerswoning’. Er zijn weinig tot geen gegevens beschikbaar waaruit een functiewijziging van deze vergunde toestand kan worden opgemaakt. 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen. Bijgevolg wordt het slopen van een woning in principe niet wenselijk geacht.

Echter, in het kader van het algemene belang, vanuit een maatschappelijke nood, – zoals in functie van de uitbreiding van een onderwijsvoorziening – kan een uitzondering op dit principe worden toegestaan. Vanuit die optiek kan het slopen van de woning aan de Alfons De Cockstraat in functie van het nieuw bouwen van een poortgebouw met bovenliggende leraarslokalen toegelaten worden.

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De schaal en bouwdichtheid in het project zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

De aanvraag beoogt voornamelijk de renovatie en restauratie van het bestaande schoolgebouw tot een volwaardige lagere school Creatopia, een nieuwbouwvolume aan de Alfons De Cockstraat en het herinrichten van de speelplaats.

De school bevindt zich in het binnengebied van het bouwblok dat omsloten wordt door de Van Peenestraat, Schijfstraat, Max Elskampstraat en Alfons De Cockstraat. Het volledig inpandige U-vormige complex is in de huidige toestand toegankelijk via een voorbouw die zich inschakelt in de rijbebouwing in de Van Peenestraat. 

Om de school ook toegankelijk te maken voor de brandweer wordt de woning in de Alfons De Cockstraat nummer 56 mee opgenomen in het project. De woning wordt gesloopt en vervangen door een nieuwbouwvolume. Het volume bestaat uit 3 bouwlagen. De onderdoorgang geeft toegang tot de speelplaats voor de leerlingen en doet dienst als brandweg. De verdiepingen betreffen leerkrachtlokalen. Door de hoger uitgewerkte bouwlagen en het semi sheddak effect differentieert het volume zich in de straat. Deze differentiatie zorgt ervoor dat de functie als school duidelijk is tussen de woongebouwen in de straat.

Tot slot wordt ook de speelplaats heringericht met een bomenveld, voetbalveld en een houten platform. De patio’s grenzend aan de tuinen van de woningen van de 4 omringende straten worden ingericht met een rijke weelderige beplanting.

Visueel-vormelijke elementen

De verschijningsvorm van het nieuwbouwvolume aan de Alfons De Cockstraat en de afwerking ervan (geel baksteenmetselwerk, plint in geel keramische tegels, dakafwerking in geel gelakt metaal, aluminium wit schrijnwerk) zorgt ervoor dat de school een gezicht krijgt in de straat en is hierdoor visueel inpasbaar in het straatbeeld.

Cultuurhistorische aspecten

De school in de Van Peenestraat is opgenomen in de bij ministerieel besluit van 14 maart 2019 vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. In functie van de voorliggende aanvraag werd een uitgebreide cultuurhistorische en architecturale studie uitgevoerd. De plannen en verschillende restauratie- en renovatie-opties werden vooraf grondig met de dienst monumentenzorg besproken.

De lagere school aan de Van Peenestraat (1935-1939) is uitgevoerd naar ontwerp van stadsbouwmeester Emile van Averbeke in opdracht van de stad Antwerpen. Hij ontwierp een schoolcomplex in U-vorm, met een ingangspoort in de Van Peenestraat nr. 4. In deze school ontwikkelt Van Averbeke een sobere, zeer eigentijdse vormgeving die nauw aansluit bij het Nederlands baksteenmodernisme. Bepalend voor het karakter is het verzorgde parement met de zogenaamde Dudokvoeg. Het oorspronkelijke houten buitenschrijnwerk met regelmatig vierkant raster verdween in de jaren 50 en 60 van vorige eeuw. Voor het huidige stalen schrijnwerk werd een afwijkende roedeverdeling toegepast. Het gebouw heeft een zeer hoge erfgoedwaarde. Het behoud en herstel van de erfgoedwaarden krijgt bij de renovatie de nodige zorg en aandacht. In de periode 2015-2016 werd reeds een werf voor de renovatiewerken opgestart. Na enkele maanden werden deze werken stopgezet en werd een nieuwe opdracht geformuleerd.

Het gebouw is in U-vorm uitgebouwd rond een ruime speelplaats, waarrond alle klaslokalen gelegen zijn. Rondom de klassen is de circulatieruimte ruim en licht uitgebouwd. Rond de gangen liggen de dienstlokalen en een reeks patio’s die rechtstreeks licht in de gangen brengen. Ondanks de inpandige ligging is er door de centrale ligging van de speelplaats en de patio’s een overvloedige lichtinval. De voorliggende plannen zorgen enerzijds voor de herwaardering van het historische schoolgebouw en anderzijds voor de omvorming tot een complex dat aan de verwachtingen van een hedendaags schoolgebouw tegemoet komt. De belangrijkste erfgoedkarakteristieken blijven daarbij behouden of worden versterkt. Dat is onder meer het geval door het hernemen van houten schrijnwerk naar oorspronkelijk model. Hiermee wordt de oorspronkelijke uitstraling en beeldwaarde van het gebouw hersteld.

Zowel de bouwfysische problemen als de wens tot een betere isolatie noodzaken de wegname van het parement en de herplaatsing naar het origineel. Om het gevelbeeld en de historische volumewerking te herstellen zullen de dakopstanden langs de speelplaatszijde opnieuw worden opgetrokken naar hun historisch niveau. Ook de historische kroonlijst wordt opnieuw voorzien naar het ontwerp van Van Averbeke.

De herneming van houten blokramen ter vervanging van de later aangebrachte stalen ramen is ongetwijfeld de belangrijkste restauratieve ingreep die ook de erfgoedwaarde van het schoolgebouw sterk ten goede zal komen. De voorgestelde opties voor de vervanging van het schrijnwerk beogen maximaal het herstel van het oorspronkelijk uitzicht.

De ingrepen op de basisstructuur van de school zijn eerder beperkt. Enkel in de noordwestelijke hoek van het complex worden enkele oorspronkelijke vloeren weggenomen en een circulatiekern toegevoegd. De overige bouwkundige ingrepen binnen het bestaande gebouw zijn eerder punctueel en respecteren in belangrijke mate het oorspronkelijk opzet van architect van Averbeke. Ook de interieurafwerking (bijvoorbeeld tegelvloeren en klasinrichting) kan in belangrijke mate behouden blijven. De oorspronkelijke kleurstelling wordt grotendeels hernomen.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het aangevraagde is niet in overeenstemming met artikel 24 van de Gewestelijke Verordening Toegankelijkheid. De buitenste rand van de vrije en vlakke draairuimte aan de duwzijde van meerdere deuren raakt het gesloten deurvlak  niet. De klasdeuren liggen te diep in het muurvlak. Ook de deur van het liftsas ligt te diep in het muurvlak. Dit wordt mee opgenomen als voorwaarde bij deze vergunning.

Er werd advies gevraagd aan de Stedelijke Dienst Energie en Milieu Antwerpen. Zij maakten een evaluatie op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder.

Op basis van het beoordelingskader wordt er een gunstig advies uitgebracht.

Vanuit het Agentschap Onroerend Erfgoed ontvingen we de raad om het juiste traject voor archeologie te volgen.

De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar op de aanvraag voor de renovatie en exploitatie van bestaande gebouwen van een lagere school.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

De stedelijke dienst Mobiliteit stelt het volgende:

“Het gaat niet om een uitbreiding van het aantal klaslokalen. De parkeerparagraaf is niet van toepassing. Er zijn geen opmerkingen op de nieuwe fietsenstalling.”

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Op vlak van ingedeelde inrichtingen en activiteiten (IIOA’s) zijn er enkele wijzigingen tegenover de huidige vergunde situatie:

• De stookinstallaties worden volledig vervangen (rubriek 43.1.1.b);
• Er wordt een warmtepomp geïnstalleerd (rubriek 16.3.2.a);
• Het debiet van het geloosde huishoudelijk afvalwater wordt aangepast naar een totaal van 1.600 m³/jaar wat een verdubbeling is (rubriek 3.2.2.a);
• De opslag van gevaarlijke producten verhoogt lichtjes van 100 liter naar 150 liter (rubriek 17.4);
• Er blijft één turnzaal aanwezig voor intern en extern gebruik (rubriek 32.2.2).

Alle rubrieken blijven in de derde klasse ingedeeld. De impact van deze wijzigingen wordt dan ook zeer beperkt geacht.

De vergunningsaanvraag heeft betrekking op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in vastgesteld bouwkundig erfgoed “Stedelijke Jongensschool 19”. Er werd advies gevraagd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed en aan de dienst monumentenzorg van de stad Antwerpen (zie hoger).

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorschriften van de Stedenbouwkundige Verordening Toegankelijkheid en in het bijzonder artikel 24 strikt na te leven;

3.      De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). 

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bijvoorbeeld: berlinerwand,  bentonietwand, secanspalen, enzovoort);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlaktewater 2. hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie, een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van > 10m³/uur.

Lastvoorwaarden

4.      De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor onbepaalde duur.

Geadviseerde rubrieken

Gecoördineerde rubrieken

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de bevraging aanpalenden werd er 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt samenvat:

Deze school is volledig omringd door een woonwijk. 

Op zich vrij uniek, en vlakbij voor de vele kinderen van dit dichtbevolkte gebied. 

Waar wordt er in de plannen rekening gehouden met deze woonwijk? 

1.      Ontpitting en de vraag of het noodzakelijk is om het huis in Alfons De Cockstraat te vervangen: de school zou langs deze kant een opening naar de wijk kunnen krijgen. Door de vrijgekomen ruimte zou zelfs het Alfons De Cock park kunnen doorlopen tot op de speelplaats. Door daar geen nieuw gebouw op te trekken blijft het schoolgebouw niet meer ingesloten en verborgen voor de omgeving. Ruimte geven en zichtbaar maken van erfgoed zijn positieve boodschappen aan onze dichtbebouwde buurt. Dit zal ook van de school uit meer licht, ruimte en zicht op het park geven.

Beoordeling: De bestaande gevelwand wordt gedeeltelijk opnieuw gesloten. Er wordt een onderdoorgang gecreëerd als toegang tot de speelplaats voor de leerlingen en als brandweg. Dit geeft passanten ook een doorzicht naar de speelplaats en vormt een link met het overliggende park. De aanvraag komt aldus ten dele tegemoet aan het bezwaar.

Een volledige opening laten in de gevelwand tussen de hoger opgaande scheidingsmuren biedt, vanuit goede ruimtelijke ordening gezien, echter geen meerwaarde. Bovendien krijgen de klassen voldoende licht aangezien deze zich rond de speelplaats bevinden of aansluiten op de bestaande patio’s. Het bezwaar is ongegrond.

2.      Geluidbelasting in de omgeving: wat zal er gebeuren om de geluidshinder te beperken voor mensen die rondom de school wonen en werken.

Beoordeling: De context van het schoolgebouw in het binnengebied van het bouwblok is historisch gegroeid en bestaand. Tevens betreft het bezwaar omtrent geluidsoverlast een niet-aantoonbaar, subjectief element dat niet mee in afweging kan worden genomen bij de beoordeling van voorliggend project. Het bezwaar is ongegrond.