Terug
Gepubliceerd op 14/12/2020

2020_CBS_10163 - Omgevingsvergunning - OMV_2020109011. Gitschotellei 298A. District Borgerhout - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/12/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_10163 - Omgevingsvergunning - OMV_2020109011. Gitschotellei 298A. District Borgerhout - Goedkeuring 2020_CBS_10163 - Omgevingsvergunning - OMV_2020109011. Gitschotellei 298A. District Borgerhout - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.   de gemeentelijke projecten;

2.   andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020109011

Gegevens van de aanvrager:

BVBA EG RETAIL (BELGIUM) met als contactadres Kapelsesteenweg 71 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

BVBA EG RETAIL (BELGIUM) (0406843239) met als contactadres Kapelsesteenweg 71 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Ligging van het project:

Gitschotellei 298A te 2140 Borgerhout (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 26 sectie B nr. 961P12

Inrichtingsnummer:

20200819-0069 (EG Retail Borgerhout Gitschotellei)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het veranderen van het bestaande benzinestation met shop door het uitbreiden met een herstelwerkplaats en een handcarwash

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

De exploitant beschikt over een vergunning in 2011 verleend door de deputatie (referentie: MLAV1/10-484) oorspronkelijk op naam van Delek Belgium (EFR-Belgium) verstrijkend op 31 maart 2031.

In juni van dit jaar werd door de afdeling Milieu-interventie van de stad Antwerpen vastgesteld dat naast de vergunde activiteiten van het tankstation ook een kleine herstelwerkplaats en een handcarwash werden uitgebaat zonder geldige vergunning of melding. De activiteiten werden bij bestuurlijke maatregel stilgelegd en de exploitanten aangemaand zich in regel te stellen. Dit is niet gebeurd, waarop de exploitant van het tankstation zelf de voorliggende aanvraag heeft ingediend.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag behelst het veranderen, door uitbreiding van de activiteiten, van een bestaand tankstation met een handcarwash en een herstelwerkplaats.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

+ 1,63 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1.000 liter

(nieuwe rubriek)

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3.

1 schouwput

(nieuwe rubriek)

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

9 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

(nieuwe rubriek)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

- 3,40 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+ 1,67 ton

(vermeerdering met 2.000 liter + omzetting CLP)

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

0,07 ton

(vermindering met 95 liter + omzetting CLP)

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500 liter

(reeds vergund, betreft omzetting CLP + opslag in de stock, garage en carwash)

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

18 september 2020

5 oktober 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanvrager exploiteert op de hoek van de Cruyslei en de Gitschotellei een tankstation. Met deze aanvraag wenst de exploitant de activiteiten uit te breiden door overname van de aanpalende handcarwash en garagewerkplaats. Aan het tankstation zelf wordt niets gewijzigd.

 

De gevraagde bijkomende activiteiten behoren beide tot de klasse 3 maar omdat ze deel (zullen) uitmaken van een klasse 2-exploitatie en -vergunning volstaat het niet deze activiteiten louter te melden maar moet een vergunningsprocedure worden doorlopen.

 

Op zich zijn het activiteiten die weinig overlast met zich meebrengen mits de geldende voorwaarden worden gerespecteerd. In de kleine herstelwerkplaats kan slechts aan één wagen gewerkt worden. In de handcarwash kan slechts één wagen per wasbeurt gekuist worden, het maximumaantal wagens ligt trouwens als gevolg van de gevraagde rubriek vast op 9 wagens per dag.

 

Toch zijn de activiteiten op deze locatie niet evident, het tankstation is gelegen aan een relatief druk kruispunt met bovendien een tramlijn en een fietspad. Uiteraard dienen de activiteiten beperkt te blijven tot het eigen perceel wat hier niet voor de hand ligt, de beschikbare ruimte is beperkt. Wachtende klanten (carwash) of het werken aan voertuigen (herstelwerkplaats) deels op de tankpiste of vlak er naast, dragen bij aan een potentieel verkeersonveilige situatie. Een bezorgdheid die overigens ook wordt geuit in de binnengekomen bezwaarschriften.

 

In de bezwaren wordt benadrukt dat de gevraagde uitbreidingen een toename van de verkeersdruk met zich mee zullen brengen op een nu al druk kruispunt, dat als onveilig wordt omschreven. De aanwezigheid van het tankstation wordt in enkele bezwaren zelf in vraag gesteld, een dergelijke inrichting hoort niet thuis in een woonbuurt zo wordt gesteld. Het tankstation zelf maakt echter geen deel uit van de voorliggende aanvraag en werd in 2011 door de deputatie vergund.

 

Ondanks de relatief beperkte impact van meldingsplichtige activiteiten lijkt het in dit specifiek geval toch nodig en aangewezen bijzondere voorwaarden te formuleren om de negatieve bijdrage, die de bijkomende activiteiten van de inrichting zouden kunnen hebben, op de verkeersdrukte op en rond het kruispunt te mitigeren. Uitgangspunt hierbij is het vrijwaren van de openbare weg door wachtrijen te vermijden.

 

Net omdat zowel de handcarwash als de herstelwerkplaats kleine inrichtingen, zeg maar éénmanszaken betreft, moet het mogelijk zijn enkel op afspraak te werken. Wanneer er gewerkt wordt op afspraak, kan de exploitant voorkomen dat er wachtrijen ontstaan die voor een onveilige verkeerssituatie zorgen. Werken aan wagens op de tankpiste of de openbare weg zijn uitgesloten, dit kan enkel binnen de ruimte van de kleine herstelwerkplaats zelf.

 

Los van de omgevingsvergunningsaanvraag voor de handcarwash wordt de aanvrager erop gewezen dat de exploitatie enkel kan worden gestart nadat tevens een vestigingstoelating van de stad Antwerpen wordt bekomen voor deze activiteit.

 

Mer-screening

Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. De opslag van gevaarlijke stoffen gebeurt echter niet ten behoeve van een inrichting die valt onder de term “chemische industrie” waardoor geoordeeld werd dat het project niet MER-plichtig is.

 

Watertoets

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Onroerend erfgoed

De aanvraag is niet gesitueerd in of aan een beschermd goed.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De gevraagde uitbreiding van de vergunning kan worden toegestaan mits inachtname van de algemene, sectorale en de geformuleerde bijzondere voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

+ 1,63 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1.000 liter

(nieuwe rubriek)

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 schouwput

(nieuwe rubriek)

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

9 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

(nieuwe rubriek)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

- 3,40 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+ 1,67 ton

(vermeerdering met 2.000 liter + omzetting CLP)

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

0,07 ton

(vermindering met 95 liter + omzetting CLP)

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500 liter

(reeds vergund, betreft omzetting CLP + opslag in de stock, garage en carwash)

 

Gecoördineerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,85 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1.000 liter

6.5.2°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;

7 verdeelslangen 

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 schouwput

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

9 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,30 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

18,33 ton

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

15,50 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500 liter

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De exploitant van de handcarwash en de herstelwerkplaats werkt enkel op afspraak, het maximum aantal klanten per dag voor de handcarwash mag 9 (voertuigen) niet overschrijden.

2.

De herstelwerkzaamheden mogen uitsluiten in de herstelwerkplaats zelf worden uitgevoerd, ze zijn verboden op de tankpiste en de openbare weg.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

21 augustus 2020

Volledig en ontvankelijk

18 september 2020

Start openbaar onderzoek

28 september 2020

Einde openbaar onderzoek

27 oktober 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

1 januari 2021

Verslag GOA

4 december 2020

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

28 september 2020

27 oktober 2020

12

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

In de bezwaren wordt vooral gewezen op de extra verkeersdruk die door de gevraagde uitbreidingen zou worden gegenereerd op een nu al druk kruispunt, dat als onveilig wordt omschreven. De aanwezigheid van het tankstation wordt in enkele bezwaren zelf in vraag gesteld, een dergelijke inrichting hoort niet thuis in een woonbuurt zo wordt gesteld. 

De opmerkingen in de bezwaren die betrekking hebben op het tankstation zelf worden in de evaluatie buiten beschouwing gelaten, het tankstation maakt immers geen deel uit van de voorliggende aanvraag en werd in 2011 door de deputatie vergund.

Voor zover de bezwaren betrekking hebben op de verkeerssituatie en de kans op onveilige situaties is de ongerustheid terecht. Wachtende voertuigen aan de carwash en wagens die de doorgang hinderen voor voetgangers en fietsers ter hoogte van de herstelwerkplaats zijn niet ondenkbaar. Mits het opleggen van bijzondere voorwaarden moet hieraan tegemoet worden gekomen.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-     de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-     het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1.

De exploitant van de handcarwash en de herstelwerkplaats werkt enkel op afspraak, het maximum aantal klanten per dag voor de handcarwash mag 9 (voertuigen) niet overschrijden.

2.

De herstelwerkzaamheden mogen uitsluiten in de herstelwerkplaats zelf worden uitgevoerd, ze zijn verboden op de tankpiste en de openbare weg.


Brandweervoorwaarden

De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/JM/2020/G.00664.BO.0002 zijn van toepassing. 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.1°a)

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

1,85 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1.000 liter

6.5.2°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;

7 verdeelslangen

15.2.

andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3;

1 schouwput

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

9 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

6,30 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

18,33 ton

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

15,50 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

1.500 liter

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 31 maart 2031, de einddatum van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.