Terug
Gepubliceerd op 14/12/2020

2020_CBS_10152 - Omgevingsvergunning - OMV_2020132165. Menegemlei 3. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 11/12/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_10152 - Omgevingsvergunning - OMV_2020132165. Menegemlei 3. District Deurne - Goedkeuring 2020_CBS_10152 - Omgevingsvergunning - OMV_2020132165. Menegemlei 3. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020132165

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jan Gerard met als adres Menegemlei 3 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Menegemlei 3  te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32 sectie B nr. 580N

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          03/10/1973: vergunning (627#31882) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;

-          15/05/1963: vergunning (627#31883)voor het maken van een garageafrit.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie: eengezinswoning

-          bouwvolume:

  • in gesloten bebouwing;
  • met 3 bouwlagen onder plat dak;
  • de onderste bouwlaag is een souterrain met garage en bergplaats;
  • de bovenste bouwlaag springt terug;
  • overdekt terras achteraan de gelijkvloerse verdieping;
  • overdekte buitenruimte aan de souterrain;
  • bouwdiepte van circa 10m;
  • bouwdiepte hoogste bouwlaag circa 7m;

-          gevelafwerking voorgevel: rode gevelsteen, garagepoort in hout, plint in blauwe hardsteen.

 

Huidige toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • het overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping is opgenomen als binnenruimte;
  • constructieve wijzigingen op de gelijkvloerse verdieping;

-          gevelafwerking voorgevel: rode gevelsteen, buitenschrijnwerk in natuur aluminium.

 

Gewenste toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping uit de vergunde toestand wordt opgenomen in het bouwvolume;
  • door het verwijderen van een deel van de vloerplaat tussen de souterrain en de gelijkvloerse verdieping wordt er een vide en een interne trap voorzien;
  • souterrain wordt uitgebreid door het toevoegen van de overdekte buitenruimte en berging aan het bouwvolume, de souterrain bestaat uit garage en bureau/zithoek;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen, nieuw buitenschrijnwerk in donkergrijs aluminium;
  • raamopeningen blijven behouden.

Inhoud van de aanvraag

 

-          vergroten van de binnenruimte door het toevoegen van het overdekte terras en de overdekte buitenruimte aan de netto-vloeroppervlakte van de woning;

-          verwijderen van een deel van de vloerplaat tussen de souterrain en de gelijkvloerse verdieping, waardoor wordt een vide en een bureau/zithoek gecreĆ«erd op het niveau van de souterrain;

-          wijzigen van de raamopeningen/gevelbekleding aan de achtergevel;

-          wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel;

-          voorzien van een daktuin op de eerste verdieping;

-          verplaatsen van een binnentrap;

-          interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

23 oktober 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

elke nieuwe verblijfruimte dient een minimale vrije hoogte te hebben van 2,6m. De bureauruimte/zithoek heeft een vrije hoogte van circa 2m;

  • artikel 43 Septische putten:

de septische put is onduidelijk ingetekend. De septische put moet een minimale inhoud van 2.000 liter hebben.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Menegemlei.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De bestaande en vergunde eengezinswoning omvat een bouwvolume van 3 bouwlagen onder een plat dak in gesloten bebouwing. De onderste bouwlaag is een souterrain met garage en bergplaats. In voorliggende aanvraag worden zowel het overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping als de overdekte koer achter de souterrain geïntegreerd in de woning waardoor een grotere leefruimte ontstaat. Deze ingreep verhoogt het wooncomfort en is bijgevolg positief te adviseren.

 

Daarnaast wordt op het platte dak boven de gelijkvloerse verdieping een toegankelijke daktuin ingericht. Vanuit duurzaamheid hebben groendaken of daktuinen een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het stedelijk hitte-eilandeffect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Het aanleggen van het platte dak als daktuin wordt dan ook gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De voorgevel en achtergevel worden in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in donkergrijze aluminium. De achtergevel wordt daarnaast geïsoleerd en bepleisterd in een grijze kleur. Tegen de achtergevel wordt een klimstructuur voorzien voor de begroeiing van de achtergevel. De voorgestelde materialen zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De toegankelijke zone van de daktuin moet ook voldoende afstand houden ten opzichte van de rechter perceelsgrens om de privacy van de omwonenden niet te schenden.

Vlak naast de toegang vanuit de slaapkamer is de rechter scheidingsmuur voldoende hoog. Daarachter, ter hoogte van het lager deel van de rechter scheidingsmuur, wordt afstand gehouden door de plaatsing van vaste plantenbakken. 

 

In voorliggende aanvraag wordt een deel van de halfondergrondse souterrain ingericht als bureauruimte/zithoek en betrokken bij de bovenliggende leefruimte door middel van een vide tegen de achtergevel. In de vide wordt een trap voorzien waardoor de ruimtes rechtstreeks met elkaar verbonden worden. Daarnaast wordt de achtergevel voorzien van grote beglaasde delen waardoor het licht tot diep in de ruimtes kan binnenvallen en het contact met de stadstuin wordt versterkt. Deze ingrepen verhogen de woonkwaliteit aanzienlijk en worden gusntig beoordeeld.

 

De nieuwe bureauruimte/zithoek heeft conform artikel 21 van de bouwcode echter een te lage verdiepingshoogte. Volgens dit artikel dienen verblijfsruimtes een minimale hoogte van 2,60 m te hebben. Het laagste deel van de ruimte heeft een hoogte die beperkt is tot slechts 2,03 m. Door de toepassing van de vide tegen de achtergevel is slechts een gedeelte van de bureauruimte/zithoek te laag, daarnaast zorgt de grote hoeveelheid beglazing voor veel lichtinval in deze ruimte waardoor een afwijking op het bovenstaand artikel te motiveren is.

 

Tot slot wordt opgemerkt dat de septische put onduidelijk is ingetekend. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat er een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter dient te worden voorzien conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het toegankelijke deel van de daktuin uit te voeren met een minimale afstand van 1,9 m tot de rechter perceelsgrens zoals in rood aangeduid op de plannen;

2.      een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

7 oktober 2020

Volledig en ontvankelijk

23 oktober 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 december 2020

Verslag GOA

4 december 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      het toegankelijke deel van de daktuin uit te voeren met een minimale afstand van 1,9 m tot de rechter perceelsgrens zoals in rood aangeduid op de plannen;

2.      een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;

3.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.