Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020132165 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jan Gerard met als adres Menegemlei 3 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Menegemlei 3 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 32 sectie B nr. 580N |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | renoveren van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 03/10/1973: vergunning (627#31882) voor het uitvoeren van verbouwingswerken;
- 15/05/1963: vergunning (627#31883)voor het maken van een garageafrit.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning
- bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel: rode gevelsteen, garagepoort in hout, plint in blauwe hardsteen.
Huidige toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking voorgevel: rode gevelsteen, buitenschrijnwerk in natuur aluminium.
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- vergroten van de binnenruimte door het toevoegen van het overdekte terras en de overdekte buitenruimte aan de netto-vloeroppervlakte van de woning;
- verwijderen van een deel van de vloerplaat tussen de souterrain en de gelijkvloerse verdieping, waardoor wordt een vide en een bureau/zithoek gecreƫerd op het niveau van de souterrain;
- wijzigen van de raamopeningen/gevelbekleding aan de achtergevel;
- wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voorgevel;
- voorzien van een daktuin op de eerste verdieping;
- verplaatsen van een binnentrap;
- interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 23 oktober 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
elke nieuwe verblijfruimte dient een minimale vrije hoogte te hebben van 2,6m. De bureauruimte/zithoek heeft een vrije hoogte van circa 2m;
de septische put is onduidelijk ingetekend. De septische put moet een minimale inhoud van 2.000 liter hebben.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Menegemlei.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bestaande en vergunde eengezinswoning omvat een bouwvolume van 3 bouwlagen onder een plat dak in gesloten bebouwing. De onderste bouwlaag is een souterrain met garage en bergplaats. In voorliggende aanvraag worden zowel het overdekte terras op de gelijkvloerse verdieping als de overdekte koer achter de souterrain geïntegreerd in de woning waardoor een grotere leefruimte ontstaat. Deze ingreep verhoogt het wooncomfort en is bijgevolg positief te adviseren.
Daarnaast wordt op het platte dak boven de gelijkvloerse verdieping een toegankelijke daktuin ingericht. Vanuit duurzaamheid hebben groendaken of daktuinen een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het stedelijk hitte-eilandeffect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Het aanleggen van het platte dak als daktuin wordt dan ook gunstig beoordeeld.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel en achtergevel worden in voorliggende aanvraag voorzien van nieuw buitenschrijnwerk in donkergrijze aluminium. De achtergevel wordt daarnaast geïsoleerd en bepleisterd in een grijze kleur. Tegen de achtergevel wordt een klimstructuur voorzien voor de begroeiing van de achtergevel. De voorgestelde materialen zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De toegankelijke zone van de daktuin moet ook voldoende afstand houden ten opzichte van de rechter perceelsgrens om de privacy van de omwonenden niet te schenden.
Vlak naast de toegang vanuit de slaapkamer is de rechter scheidingsmuur voldoende hoog. Daarachter, ter hoogte van het lager deel van de rechter scheidingsmuur, wordt afstand gehouden door de plaatsing van vaste plantenbakken.
In voorliggende aanvraag wordt een deel van de halfondergrondse souterrain ingericht als bureauruimte/zithoek en betrokken bij de bovenliggende leefruimte door middel van een vide tegen de achtergevel. In de vide wordt een trap voorzien waardoor de ruimtes rechtstreeks met elkaar verbonden worden. Daarnaast wordt de achtergevel voorzien van grote beglaasde delen waardoor het licht tot diep in de ruimtes kan binnenvallen en het contact met de stadstuin wordt versterkt. Deze ingrepen verhogen de woonkwaliteit aanzienlijk en worden gusntig beoordeeld.
De nieuwe bureauruimte/zithoek heeft conform artikel 21 van de bouwcode echter een te lage verdiepingshoogte. Volgens dit artikel dienen verblijfsruimtes een minimale hoogte van 2,60 m te hebben. Het laagste deel van de ruimte heeft een hoogte die beperkt is tot slechts 2,03 m. Door de toepassing van de vide tegen de achtergevel is slechts een gedeelte van de bureauruimte/zithoek te laag, daarnaast zorgt de grote hoeveelheid beglazing voor veel lichtinval in deze ruimte waardoor een afwijking op het bovenstaand artikel te motiveren is.
Tot slot wordt opgemerkt dat de septische put onduidelijk is ingetekend. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat er een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter dient te worden voorzien conform artikel 43 van de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het toegankelijke deel van de daktuin uit te voeren met een minimale afstand van 1,9 m tot de rechter perceelsgrens zoals in rood aangeduid op de plannen;
2. een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 7 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 23 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 22 december 2020 |
Verslag GOA | 4 december 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het toegankelijke deel van de daktuin uit te voeren met een minimale afstand van 1,9 m tot de rechter perceelsgrens zoals in rood aangeduid op de plannen;
2. een septische put met een minimale inhoud van 2.000 liter te voorzien conform artikel 43 van de bouwcode;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.