Betrokkenheid creëren en behouden zijn de centrale uitdagingen van ieder stakeholderproces. Uit de bevraging van de stakeholders tot dusver komt duidelijk naar voor dat stakeholders alleen bereid zijn om energie te stoppen in stakeholderdeelname wanneer er voldoende meerwaarde uit terugvloeit. Het is dus zaak om als stad zelf kritisch onze rollen en stijl van besturen helder te krijgen én tegelijkertijd verwachtingen van stakeholders te blijven monitoren. Daarom nemen we de tijd om met voldoende soepelheid het klimaat-governance model vorm te geven. Het garandeert een maximaal stakeholdersvertrouwen om het klimaatbeleid te funderen op doorgedreven co-creatie en participatie.
Daarom wordt een organisatiestructuur voorgesteld, in de vorm van een governance-structuur. Dit is een samenwerkingsverband waar partijen samen plannen maken, uitvoeren en opvolgen. Het is geen nieuwe hiërarchische structuur die boven de bestaande werking wordt gezet. De structuur zorgt wel voor een logische samenhang en afstemming om de goedgekeurde doelstellingen en het Klimaatplan 2030 te realiseren. En het is een structuur die recht doet aan de vier verschillende lagen van beleidsvorming en -uitvoering waarop aangedrongen wordt door de bevraagde stakeholders in de vormgeving van een governance-model
We kiezen in de governancestructuur voor een doorgroei van een klassiek hiërarchisch model met de stad als leider naar een intendantmodel waarbij de klimaatregisseur als drijvende kracht beroep doet op het leiderschap van de stad en alle andere stakeholders om echt samen te werken aan de vormgeving van het klimaatbeleid.
Het governance-model bestaat uit volgende bouwstenen:
Het havenbedrijf is zeker een belangrijke stakeholder en zal haar rol in de stakeholdercommunity opnemen. Daarnaast is zij voor bepaalde projecten een partner van de stad Antwerpen voor het realiseren van bepaalde projecten (bijvoorbeeld warmtenetten). In deze hoedanigheid is het aangewezen het havenbedrijf mee op te nemen in de stuurgroep en de klimaatkamers voor de bespreking van deze dossiers (ad hoc).
Er wordt voortgebouwd op bestaande en goed draaiende netwerken en structuren zoals Stadslab2050, Samen KlimaatActief, het EcoHuis, de participatiestructuur voor de opmaak van het Klimaatplan 2030, … .
Samenwerking binnen de groep Stad Antwerpen en met stedelijke en Vlaamse stakeholders is van cruciaal belang. Het klimaatplan 2030 is in eerste instantie een leefbaarheidsprogramma met belangrijke raakvlakken en hefbomen op andere domeinen, zoals ondernemen, infrastructuur, sociale dienstverlening en innovatie.
Samenwerking rond het klimaatplan 2030 is nodig op volgende vlakken:
Voor het Klimaatplan 2030 zijn er volgende institutionele partners die vanzelfsprekend op beslissingsniveau hun autonomie behouden:
In een aantal gevallen, waar bevoegdheden niet zo duidelijk zijn of de belangen elkaar overlappen zullen deze partners samen werken, kaderend in de Europese regelgeving waar die van toepassing is.
De goedkeuring van de doelstellingenboom voor deze legislatuur door het college en de daar aan gekoppelde actieplannen, acties, budgetten toegewezen aan de betrokkenen schepen worden gerespecteerd bij de opmaak , de regie en de uitvoering van het klimaatplan
De verschillende structuurlagen worden onderstaand verder toegelicht:
Het college van burgemeester en schepenen (Laag 1)
Periodiek wordt door de klimaatregisseur gerapporteerd aan het college van burgemeester en schepenen, waar de nodige beleidsbeslissingen worden genomen. Leden van het college van burgemeester en schepenen en/of hun kabinetsmedewerkers nemen deel aan de stuurgroep en/of aan de relevante klimaatkamers afhankelijk van de agenda.
Klimaatraad (Laag 3-4)
De Klimaatraad adviseert het college over aangelegenheden van het klimaatplan.
De Klimaatraad bestaat uit de klimaatregisseur, de trekkers van de klimaatkamers en belangrijke externe stakeholders vanuit het maatschappelijke veld die zich hiervoor engageren.
De Klimaatraad adviseert niet enkel het college maar is tevens een overleg tussen de trekkers van de klimaatkamers van de stedelijke administratie en externe stakeholders onder leiding van de klimaatregisseur. De klimaatraad inspireert andere stakeholders. Het college van burgemeester en schepenen verzorgt de communicatie richting het brede publiek.
Stuurgroep (Laag 1)
De Stuurgroep bewaakt het overzicht en de voortgang van het klimaatplan op basis van regelmatige rapporteringen en bereidt de beslissingen voor het college voor.
De Stuurgroep bestaat uit de klimaatregisseur, de trekkers van de klimaatkamers, het havenbedrijf (ad hoc) en de betrokken kabinetten.
Klimaatkamers (Laag 2)
Binnen de groep stad Antwerpen worden 3 Klimaatkamers opgericht met als opdracht strategisch het klimaatbeleid uit te voeren. Dat houdt in: de projecten en processen waarvoor stad Antwerpen (mee) verantwoordelijk is opstarten, aanpassen, aanjagen en hierbij de voortgang bewaken en rapporteren.
De Klimaatkamers worden geregisseerd door afgevaardigden uit de stedelijke administratie en het havenbedrijf (ad hoc), die voldoende gemandateerd zijn om, na goedkeuring van een maatregel door het college van burgemeester en schepen, richting te geven aan hun eigen diensten.
Innovatieruimte (ondermeer Stadslab 205, projectenfonds…): Het klimaatbeleid vraagt om nieuwe oplossingen, nieuwe samenwerkingen, het leren uit experimenten en pilootprojecten, en het doorvertalen van die leerlessen naar projecten en processen van stad en stakeholders.
Projecten en processen: Uiteindelijk leidt dit alles tot het uitvoeren van projecten en processen om de doelstellingen van het Klimaatplan 2030 te realiseren.
Gezien het opzet en de werking van deze structuur is de adviesraad ADOMA overbodig en kan dit worden opgeheven.
De werking van de governance zal te gepasten tijde worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgestuurd.
Het Klimaatplan 2030 zal voor einde 2020 worden ingediend bij Europa.
23 april 2001 |
jaarnummer 725 |
Adviesraad voor duurzame ontwikkeling en milieu. Omvorming stedelijke raad voor milieu en natuur (milieuraad), naar adviesraad voorduurzame ontwikkeling en milieu |
9 januari 2009 |
jaarnummer 102 |
Lokaal Kyotoplan. Burgemeestersconvenant: Europees netwerk energie-efficiënte steden. Ondertekening |
27 juni 2011 |
jaarnummer 920 |
Beleidsnota "Antwerpen, duurzame stad voor iedereen" |
24 juni 2013 |
jaarnummer 398 |
Adviesraad voor duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen. Aanpassing statuten en afsprakennota |
27 september 2013 |
jaarnummer 9696 |
Adviesraad voor duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen. Aanduiden leden |
27 juni 2014 |
jaarnummer 6843 |
Ondertekening burgemeestersconvenant klimaatadaptatie ‘Mayors Adapt’ |
3 oktober 2014 |
jaarnummer 10145 |
Adviesraad duurzame ontwikkeling en milieu Antwerpen - Huishoudelijk reglement |
26 oktober 2015 |
jaarnummer 541 |
Actualisering klimaatplan 2015-2020 |
29 september 2017 |
jaarnummer 8578 |
Ondertekening Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie |
6 juli 2018 |
jaarnummer 6376 |
Voortraject Klimaatplan 2030 (luik mitigatie) |
15 februari 2019 |
jaarnummer 1361 |
Het opmaken van het klimaatplan 2030 mitigatiedoelstellingen, inclusief opzet rapporterings- en governancestructuur - Gunning |
22 maart 2019 |
jaarnummer 2581 |
Bestek GAC_2018_00635 - Begeleiding van de opmaak Klimaatplan 2020-2030: actualisatie van de klimaatadaptatie-strategie - Gunning |
5 april 2019 |
jaarnummer 3045 |
Klimaatbeleid - Opmaak Klimaatplan 2030. Procesaanpak |
7 februari 2020 |
jaarnummer 1286 |
Klimaatbeleid. Emissie-inventaris. Resultaten 2017 Formulering doelstellingen |
Op 9 januari 2009 (jaarnummer 102) besliste het college om het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors) te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageerde de stad Antwerpen zich om, in lijn met de Europese doelstellingen, minstens 20% minder CO2 uit te stoten tegen 2020, vergeleken met 2005. Voor de eigen stedelijke werking stelde de stad Antwerpen zich het doel om tegen 2020 de CO2-uitstoot te reduceren met 50%. Tegen 2050 wil de stad CO2-neutraal zijn.
Op 27 juni 2014 (jaarnummer 6843) besliste het college om het Burgemeesterscovenant ‘Mayors Adapt’ te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageerde de stad Antwerpen zich om een stedelijke strategie op te maken om de stad te wapenen tegen de impact van de klimaatverandering en om direct de nodige maatregelen te nemen in alle lopende plannen en processen. Vanaf dit moment maakt het thema ‘klimaatadaptatie’ integraal onderdeel uit van het klimaatbeleid van de stad.
Hoe de stad de klimaatdoelstellingen voor 2020 wil realiseren, werd uitgewerkt in een klimaatplan voor Antwerpen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 27 juni 2011 (jaarnummer 920). De gemeenteraad keurde op 26 oktober 2015 (jaarnummer 541) de actualisatie in een klimaatactieplan goed.
Op 29 september 2017 (jaarnummer 8578) besliste het college het vernieuwde Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie te ondertekenen. Met deze overeenkomst engageert de stad Antwerpen zich om, in lijn met de Europese doelstellingen, een reductie van minimaal 40% CO2-reductie te behalen tegen 2030, vergeleken met 2005. Ook engageert de stad zich om de nodige adaptatiemaatregelen te nemen om klimaatrobuust te zijn in 2050. De uitwerking van dit engagement maakt deel uit van een nieuw op te maken Klimaatplan 2030. Dit plan omvat zowel een mitigatieluik als een adaptatieluik.
Op 20 oktober 2017 (jaarnummer 9156) gunde het college aan DNV GL de opdracht om een voortraject te doorlopen in functie van de latere opmaak van het mitigatieluik van dit klimaatplan. Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6376) nam het college kennis van de resultaten van het voortraject. Het college keurde tevens goed dat bij de verdere uitwerking van het Klimaatplan 2030 uitgegaan wordt van een ambitieniveau van 50 tot 55% CO2-emissiereductie tegen 2030 en gaf de volgende opdrachten aan Stadsontwikkeling/Energie en Milieu:
Op 15 februari 2019 (jaarnummer 1361) gunde het college de verdere concrete uitwerking van het klimaatplan, luik mitigatie, aan een consortium bestaande uit DNV GL, Futureproofed, Kahpo Consulting, Kelvin Solutions en Quintel.
Het bestuursakkoord onderschrijft de klimaatambities van het burgemeestersconvenant en het streven naar klimaatneutraliteit in 2050. Dit houdt het volgende in:
Het klimaatplan 2030 biedt kansen om mensen dichter bij elkaar te brengen en de stadsregio welvarender, gezonder en slimmer te maken. In die zin zal het nieuwe Klimaatplan 2030 uitblinken in en verbinden door publiek-, maatschappelijk- en privaat ondernemerschap.
De stad Antwerpen wil dit samen doen met stakeholders uit de stadsadministratie, bedrijfswereld, kennisinstellingen, strategische organisaties, bewonersvertegenwoordigers en een klimaatregisseur. De klimaatopgave kan de stad immers niet alleen waarmaken. Heel wat bevoegdheden op lokaal niveau ontbreken hiervoor en de stedelijke middelen zijn beperkt. Samenwerking met alle stakeholders van diverse geledingen is nodig om klimaatbeleid te concretiseren en te versterken. Middelen, meningen en krachten kunnen gebundeld bijgesteld of gedeeld worden waardoor de kwaliteit van het klimaatbeleid (doelstellingen, maatregelen en acties) verbeterd en geïntensifieerd wordt.
Bij dit besluit werd een amendement ingediend: 2020_AM_00047 - Amendement van raadslid Ilse van Dienderen: ADOMA / taakstelling klimaatregisseur.
De gemeenteraad keurde dit amendement niet goed.
De gemeenteraad keurt bij monde van de fractievoorzitters volgend besluit goed.
Stemden ja: N-VA, sp.a, PVDA, CD&V, Open VLD en raadslid Khadija Chennouf.
Stemden nee: Vlaams Belang.
Hebben zich onthouden: Groen.
De gemeenteraad keurt de opheffing van de adviesraad ADOMA goed.
De gemeenteraad neemt kennis van de governancestructuur, de aanstelling van een klimaatregisseur en de verdere planning van de besluitvorming voor het Klimaatplan 2030.