Artikel 2.2.14 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure vastleggen voor de opmaak van een RUP.
Met de goedkeuring van het besluit betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s door de Vlaamse regering op 12 oktober 2007, moet de initiatiefnemer van een plan met - mogelijk – aanzienlijke milieueffecten, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke uitvoeringsplannen, deze milieueffecten en eventuele alternatieven in kaart brengen.
Artikel 2.2.14 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dat zegt dat de gemeenteraad het ontwerp-RUP voorlopig vaststelt.
Situering plangebied
Sint-Anneke is recht tegenover het Eilandje gelegen. In het noorden en het oosten vormt de Schelde de rand van het projectgebied. Aan de zuidelijke zijde is de grens getrokken ter hoogte van de Charles de Costerlaan. De binnenbocht wordt begrensd door de aanwezige bebouwing langs de Thonetlaan. In het uiterste westen gaat het projectgebied over de Gloriantlaan, tot en met de eerste strook van het Esmoreitpark, van de parking tot aan de Schelde.
Stap | Datum |
aanvraag adressen adviesinstanties | 30 maart 2017 |
aanvraag advies bij de adviesinstanties | 21 april 2017 |
rappelbrief raadpleging adviesinstanties | 22 mei 2017 |
verzending screeningsdossier naar dienst MER | 20 oktober 2017 |
beslissing dienst MER | 30 oktober 2017 |
In een nieuw advies dd. 18 maart 2020 concludeert het Team Externe Veiligheid dat het RUP geen of geen noemenswaardige invloed heeft op het groepsrisico van de betrokken Seveso-inrichtingen, en dat deze inrichtingen blijven voldoen aan het in Vlaanderen gestelde criterium voor het groepsrisico.
De bovengrenzen van de toekomstig aanwezige populatie werden opgenomen in de toelichtingsnota zodat deze voor iedereen duidelijk zijn en blijven.
Omdat het nieuwe advies deel dient uit te maken van het ontwerp-RUP moet het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019 (jaarnummer 457) ingetrokken worden. Het college legt aan de gemeenteraad een nieuwe beslissing voor.
Het voorontwerp-RUP werd op 6 september 2017 voorgesteld aan de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO). De GECORO ondersteunt de visie en uitwerking in de voorschriften en het grafisch plan, mits rekening wordt gehouden met enkele opmerkingen. Naar aanleiding van het advies werd het voorontwerp-RUP op enkele punten aangepast. De fundamentele opmerking bij het verplaatsen van de molen, zoals al geformuleerd naar aanleiding van de bespreking van de proces- en richtnota blijft bestaan. De molen is een beschermd monument en het zwembad is opgenomen op de inventaris van bouwkundig erfgoed in Vlaanderen. Beide gebouwen zijn niet zomaar weg te denken. Het RUP zou dan ook moeten uitgaan van het behoud ervan. De windvang van de molen moet ook gegarandeerd blijven. Een verder onderzoek naar de windvang van de molen zou de algemene beperking die de dienst Onroerend Erfgoed heeft beschreven in haar advies kunnen nuanceren. Vooraleer gesproken kan worden over het al dan niet verplaatsen of verwijderen van gebouwen, moet ten gronde onderzocht worden wat de waarde is van beide constructies, zonder dat hierdoor toekomstige ontwikkelingen gehypothekeerd worden.
Specifieke bepalingen over de molen en het zwembad werden verwijderd uit het RUP. Hiervoor is immers de vigerende regelgeving (decreet betreffende het onroerend erfgoed van 12 juli 2013) van toepassing.
De voorschriften beschreven in artikel 3 voor de zone voor groen (Gr. 2) en de verdieping ervan in de toelichtingsnota zijn niet helemaal duidelijk en eenduidig. Volgens de GECORO laat de huidige formulering alle, ook ongewenste ontwikkeling in betreffende zone, open. De huidige voorschriften beschrijven bijvoorbeeld geen limieten wat betreft het aantal parkeerplaatsen in deze zone. Verder is het een zone voor groen waar recreatief medegebruik als ondergeschikte functie is toegestaan, terwijl er vandaag al een speeltuin, skateterrein e.d. aanwezig zijn. De GECORO vraagt een verheldering en aanpassing van de voorschriften om in de groenzone ongewenste ontwikkelingen te vermijden en de ondergeschiktheid van het recreatief medegebruik en dus de ‘bovengeschiktheid’ van groen te garanderen.
De omschrijving werd aangepast ter versterking van het groene, publieke parkkarakter.
De GECORO bevestigt het belang van een landschapsplan dat later bij het verlenen van vergunningen als toetsingskader dient gebruikt te worden en vraagt – gelet op het belang er van - voldoende garanties dat een dergelijk plan er ook effectief komt. Zonder de opmaak van een dergelijk plan verordend op te nemen (wat niet kan) dienen wel de nodige principes te worden verankerd in het RUP.
Het rivierduinenlandschap als kader voor de verdere uitwerking van de open ruimte wordt meegenomen in het RUP. Ook private initiatieven in zones Ge1, Ge2 en Ge3 moeten een geheel vormen met de zones voor groen Gr1 en Gr2. Vergunningsaanvragen voor ontwikkelingen in zones Ge1 en Ge3 moeten een inrichtingsstudie bevatten waarin onder andere de optimale inpassing in het rivierduinenlandschap gemotiveerd wordt.
De GECORO stelt zich vragen bij de vooropgestelde ontwikkelingsmogelijkheden in de ‘kleine’ en ‘grote’ ster. De desbetreffende maximale bouwenveloppes lijken veel en worden totaal niet gemotiveerd. De toename aan bebouwing is een algemene zorg, dit ook gelet op de impact op de verkeersgeneratie, het aantal benodigde parkeerplaatsen en dergelijke meer. De GECORO vraagt een duidelijk inzicht in de ruimtebalans voor het gebied en een (ruimtelijke) motivering voor de vooropgestelde enveloppe.
Door te werken aan de landschappelijke aantrekkingskracht van het gebied en binnen dit landschappelijke kader een aantal ontwikkelingen mogelijk te maken heeft het masterplan, en dus ook dit RUP, als doel de Plage te verlevendigen. Zo bestaat de wens om een binnen- en buitenzwembad te realiseren aan de Plage. Deze laagdrempelige functie zou het hele jaar door bezoekers naar de Plage brengen. Ook de jachthaven is aan vernieuwing toe. Om de bouwenveloppes te bepalen werd ontwerpend onderzoek en een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. In zone Ge1 wordt 5.000m² BVO toegelaten. Het gebouw mag echter slechts 30% van het grondoppervlak in beslag nemen en moet voldoen aan een aantal kwaliteitseisen. Zo komt het gebouw in het park te staan, markeert het gebouw het einde van de Gloriantlaan alsook het ‘einde van de Plage’. Parkeerplaatsen moeten inpandig of ondergronds worden gerealiseerd. De bouwenveloppes Ge3 en Ge4 uit het voorontwerp-RUP werden samengevoegd tot één zone in het ontwerp-RUP: zone Ge3. In deze zone is in totaal 24.500m² BVO toegestaan. Door de zones samen te voegen ontstaat meer vrijheid om gebouwen ruimtelijk in te passen. De inrichtingsstudie die moet worden opgemaakt bij een vergunningsaanvraag bevat onder andere ook kwaliteitscriteria rond bereikbaarheid en circulatie voor autoverkeer.
De zone voor natuur is in het voorontwerp bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur en het natuurlijk milieu. De GECORO vraagt om de ambitie hier te verhogen (met name het ‘versterken van de natuurfunctie’).
Dit werd opgenomen in de stedenbouwkundige voorschriften horende bij zone Na.
De GECORO vraagt om de ambitie voor het creëren van een open en recreatieve waterpartij aan de Plage op te nemen in het plan.
Dit is toegelaten in de stedenbouwkundige voorschriften voor zone Gr2.
Wat de doorwaadbaarheid betreft, vraagt de GECORO dat heldere principes worden geformuleerd die richtinggevend zijn voor de uitwerking van het landschapsplan en het verlenen van vergunningen.
In het RUP zijn doorsteken aangeduid voor het realiseren van fiets- en wandelpaden doorheen het gebied met als opzet het maximaal toegankelijk maken van het gebied.
Ook de eigendomstoestand voorziet deze doorsteken. Verder zijn bouwvrije stroken voorzien in de voorschriften voor ontwikkelingen in zone Ge2 en werden de bepalingen voor afsluitingen en terrassen bijgeschaafd in functie van de doorwaadbaarheid.
De districtsraad Antwerpen gaf op 18 september 2017 (jaarnummer 145) gunstig advies op het voorontwerp van het gemeentelijk uitvoeringsplan (RUP) 'Sint-Anneke Plage', mits volgende voorwaarden:
- Er voldoende wordt ingezet op mobiliteit en alternatieve modi: fietsenstallingen, velostations, openbaar vervoer.
In het ontwerp-RUP zijn in verschillende zones bezoekersfietsenstallingen toegestaan. Verder zijn de bepalingen van de bouwcode van toepassing. Aan de rand van het gebied zijn twee velostations aanwezig. De bus houdt halte aan de Gloriantlaan en sinds oktober 2018 fungeert de steiger in de Scheldebocht als voor de waterbus.
- Er voldoende participatie wordt voorzien voor de buurt.
In het kader van het masterplan en het ruimtelijk uitvoeringsplan werd gecommuniceerd over de toekomstplannen. Bij de start van het openbaar onderzoek zal een infomoment (wandeling) worden georganiseerd om geïnteresseerde bewoners, ondernemers en bezoekers te informeren over de inhoud van het RUP.
Op 2 oktober 2017 werden de adviezen van de deputatie, de gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar en de andere adviserende instanties, zoals opgelegd in het VCRO, plenair besproken. Er werden adviezen en suggesties voor toevoegingen bij de voorschriften en de toelichtingsnota meegegeven. Naar aanleiding van de adviezen werd het voorontwerp-RUP Sint-Anneke Plage aangepast en verduidelijkt.
GECORO: zie advies
Agentschap Natuur en Bos
ANB stelt vast dat het plan geen betekenisvolle aantasting impliceert voor de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone. Er wordt gevraagd om bij toekomstige projecten die direct of indirect interfereren met de speciale beschermingszone een aftoetsing te doen aan de beschermingsbepalingen van dit gebied. Er wordt gevraagd dit op te nemen in de algemene bepalingen van het RUP. Op de vergadering wordt toegelicht dat sowieso bij een vergunningsaanvraag conform de vigerende wetgeving dergelijke aftoetsing onder de vorm van een voortoets of passende beoordeling dient te gebeuren. Het is niet wenselijk deze sectorale wetgeving in de stedenbouwkundige voorschriften van een RUP te vermelden aangezien bij een eventuele wetswijziging er tegenstrijdigheden tussen beide kunnen optreden. Sowieso is de sectorale wetgeving van toepassing.
Toerisme Vlaanderen
Toerisme Vlaanderen vraagt om, mocht de stadscamping op termijn niet kunnen geherlokaliseerd worden, toch binnen het voorliggende plangebied een plek te voorzien. Het RUP Stadscamping is opgestart (college 12 april 2019, jaarnummer 3301) met de intentie om de camping naar Middenvijver te verhuizen. Het is ook zo dat de zones Ge1 en Ge3 bestemd zijn voor verblijfsrecreatie hetgeen een camping mogelijk maakt.
Agentschap Onroerend Erfgoed
Er wordt opgemerkt dat de visie op de toekomstige ontwikkeling van de Plage voortbouwt op de historiek van Sint-Anneke als recreatiegebied. De molen, net als het toegangspaviljoen en het openluchtzwembad, maken deel uit van de geschiedenis van Sint-Anneke en dienen bijgevolg behouden te blijven. De molen is bovendien een beschermd monument. Conform de wetgeving is een verplaatsing ervan niet aan de orde. De molen trekt ook een bepaalde doelgroep aan hetgeen de attractiviteit van het gebied ten goede komt. In het RUP wordt geen uitspraak meer gedaan over de verplaatsing van de molen aangezien de vigerende wetgeving hier van toepassing is.
Er wordt gevraagd om stedenbouwkundige voorschriften op te nemen die een goede windvang van de molen verzekeren. Er dient een windtoevoer en windafvoer te worden voorzien. De beste windtoevoer komt uit ZW-richting; de afvoer kan gebeuren richting Schelde. Ook is een zadeldak met nok haaks op de molen interessanter voor een optimale windtoevoer. Voor het bouwkundig erfgoed (toegangspaviljoen en zwembad) is de stad zelf bevoegd voor adviesverlening. Bij de gevraagde inrichtingsstudie werd een criterium toegevoegd die vraagt dat aangetoond moet worden dat aanwezige monumenten goed kunnen blijven functioneren.
De Vlaamse Waterweg
Er wordt gevraagd om de algemene bepaling omtrent waterbeheersing aan te passen met “ alle werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor de aanleg, het functioneren of de aanpassing van de waterinfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokale dienstwegen, jaagpaden, recreatienetwerk en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten”. Deze bepaling zal als dusdanig worden aangepast bij de algemene bepalingen.
Er wordt gevraagd om in de zones Ge1, Ge2, Ge3 en Ge4 ruimere bouwenveloppes mogelijk te maken om een rendabele ontwikkeling mogelijk te maken, bijvoorbeeld door middel van een indicatieve bovengrens. De Vlaamse Waterweg is van mening dat de voorziene inrichtingsstudies en de overige stedenbouwkundige voorschriften voldoende garanties bieden voor een duurzame ontwikkeling op maat van de Plage. Op de vergadering wordt toegelicht dat er momenteel een onafhankelijke haalbaarheidsstudie in opmaak is om de economische rendabiliteit inzichtelijk te maken. Tegelijkertijd wordt bijkomend ontwerpend onderzoek uitgevoerd om de bouwenveloppes in overeenstemming met de draagkracht van het gebied te verfijnen. Deze onderzoeken zullen in de toelichtingsnota verwerkt worden. Er kan niet gewerkt worden met een indicatieve bovengrens.
Er wordt gevraagd om het volledige dijklichaam indicatief aan te duiden. Waar mogelijk werd het dijklichaam als indicatief aangeduid. Dit kan echter niet op de scheiding van twee zones. Er wordt gevraagd om overal op de dijk een onderhoudspad mogelijk te maken. Het is daarom niet zo dat dit overal verhard zal worden aangelegd, dit kan landschappelijk ingepast worden. Dit wordt aangepast.
Finaal wenst de Vlaamse Waterweg dat de waterwegen als dusdanig bestemd worden en niet als natuurgebied. De bestemming van natuurgebied stemt overeen met de aanwezigheid van het Habitatrichtlijngebied. Bovendien is de betreffende zone momenteel op het gewestplan ook bestemd als natuurgebied.
Advies uitgebracht op 9 mei 2017 en geactualiseerd op 19 juli 2019.
Advies bijgesteld op 18 maart 2020.
Op 9 mei 2017 bracht het Team Externe Veiligheid zijn advies uit op de screeningnota voor het RUP Sint-Anneke Plage. Op 19 juli 2019 ontving de stad opnieuw advies van het Team Externe Veiligheid. Tussen het advies van mei 2017 en juli 2019 vonden immers twee wijzigingen plaats in de regelgeving die het Team Externe Veiligheid noodzaakte om het eerste advies bij te stellen. Enerzijds wordt niet meer gewerkt met een vaste perimeter van 2 km rond een plangebied als afbakening van de aandachtszone voor het aspect externe veiligheid, maar wordt voor elke Seveso-inrichting een specifieke consultatiezone bepaald. Daarnaast is tegenover mei 2017 nieuwe informatie beschikbaar over het groepsrisico van enkele hogedrempelinrichtingen.
Het Team Externe Veiligheid vroeg in haar bijgewerkte advies naar een inschatting van de toekomstige populatie in het plangebied. Indien deze niet significant verhoogt is geen bijkomend onderzoek vereist. Uit de inschatting van de toekomstige populatie in het plangebied blijkt dat deze niet significant stijgt. Er is geen extra onderzoek nodig.
De bovengrenzen van de toekomstig aanwezige populatie werden opgenomen in de toelichtingsnota zodat deze voor iedereen duidelijk zijn en blijven.
De gemeenteraad beslist het besluit van 24 juni 2019 (jaarnummer 457) in te trekken.
De gemeenteraad beslist het ontwerp-RUP Sint-Anneke Plage , district Antwerpen voorlopig vast te stellen.
Dit ontwerp-RUP, met Algplanid_RUP_11002_214_10024_00001, bestaat uit een grafische plan, het grafisch register plancompensatie, een plan van de bestaande feitelijke en juridische toestand, de stedenbouwkundige voorschriften en een toelichtingsnota.