Terug
Gepubliceerd op 29/06/2020

2020_CBS_05521 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - THV DEC-DI Blue Gate, Naftaweg zonder nummer (zn), 2020 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/008/PV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05521 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - THV DEC-DI Blue Gate, Naftaweg zonder nummer (zn), 2020 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/008/PV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring 2020_CBS_05521 - Bodemsaneringsproject Vlarebo - THV DEC-DI Blue Gate, Naftaweg zonder nummer (zn), 2020 Antwerpen. Dossiernummer BSP2020/008/PV. Voorwaardelijk gunstig advies - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst vergunningen en sluit zich aan bij deze motivatie.

Juridische grond

Het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming; het besluit van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering en bodembescherming.

Aanleiding en context

OVAM vraagt advies aan het college over een bodemsaneringsproject met als opdrachtgever THV DEC-DI Blue Gate - Scheldedijk 30 - 2070 Zwijndrecht en opgesteld door ABO nv - Derbystraat 55 - 9051 Afsnee (kenmerk 65745).

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist het gunstige advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, goed te keuren onder volgende voorwaarden:

  1. verwijderen van vegetatie in functie van rijpiste/draaicirkel/bassin - daar waar geen sanering van de oever dient te gebeuren, moet de verwijdering van de vegetatie zo extensief mogelijk gebeuren zodoende snel herstel mogelijk te maken, met andere woorden de toplaag van de bodem blijft onaangeroerd;
  2. verwijderen van vegetatie in functie van rijpiste/draaicirkel/bassin - de impact op de bodem van het kappen van de bomen en struiken moet zoveel als mogelijk beperkt blijven tot de vastgestelde zone van de rijpistes en tijdelijke toegangswegen;
  3. verwijderen van vegetatie in functie van rijpiste/draaicirkel/bassin - daar waar Japanse duizendknoop voorkomt, dient verdere verspreiding voorkomen te worden volgens de bioveiligheidsmaatregelen van INBO;
  4. verwijderen van vegetatie in functie van rijpiste/draaicirkel/bassin - op plaatsen met riet, braam of grasland dient voorafgaand gemaaid te worden en het maaisel dient afgevoerd te worden;
  5. bodemcompactie - de rijpistes worden overal uitgevoerd met rijplaten om bodemverdichting te voorkomen, de rijpiste wordt fasegewijs aangelegd, de rijplaten mogen niet langer dan nodig aanwezig blijven, dus na afwerking van een zone wordt de piste vrijgemaakt;
  6. verdroging - indien de kwaliteit van het bemalingswater het toelaat, moet er geherinfiltreerd worden (dit is ook vanuit goede praktijk sanering het geval) en dan vooral bij de bemaling van traject 1 die verdroging zou kunnen veroorzaken ter hoogte van het rietveld;
  7. verdroging - rekening houdend met de voorgestelde timing en de beperkte duurtijd van bemaling per zone worden geen significante effecten verwacht op de verdrogingsgevoelige vegetaties, maar om uitsluiting te geven voorziet het saneringsproject reeds een basismonitoring, dit door wekelijkse opvolging van de grondwaterstand op basis van de bestaande peilbuizen in het gebied en nieuwe peilbuizen die om de circa 200 m geplaatst zullen worden. De plaatsing van de nieuwe peilbuizen gebeurt in samenspraak met Natuurpunt, aangezien deze dan na uitvoering van het project verder gebruikt kunnen worden voor algemene grondwaterstandmonitoring in het gebied;
  8. waterhuishouding - het profiel van de waterloop wordt in functie van stand still hersteld (met uitzondering van slib en sanering talud in traject 2 ter hoogte van stort) of mag zeker niet hoger of steiler zijn dan voor de werkzaamheden;
  9. waterhuishouding - de schotten en dam worden teruggeplaatst zodra mogelijk, zodat de waterhuishouding in het stroomopwaartse deel reeds kan herstellen;
  10. verstoring - de werkzaamheden worden zoveel mogelijk geconcentreerd buiten het broedseizoen. Er mag niet gestart worden vóór 15 juli met traject 1 en 2 en vóór 15 augustus met traject 3 (noch met de voorbereidende werken);
  11. verstoring - verlichting moet beperkt blijven tot het minimum en is enkel toegestaan tijdens de werktijden (6.00 uur – 18.00 uur) en dan enkel bij activiteit op de werf;
  12. herstel vegetatie - er wordt in eerste instantie getracht de vegetatie natuurlijk te laten herstellen. Indien na 3 jaar nog geen herstel vastgesteld wordt, dient alsnog overgegaan te worden tot beplanting;
  13. herstel vegetatie - de kaalslagzone langs traject 3 wordt best fysiek ontoegankelijk gemaakt door takkenhopen of boomstammen om betreding tegen te gaan en dus herstel te bevorderen;
  14. verhogen natuurwaarde - naast het aanvullen van de waterbodem in een deel van traject 2 kan ook elders de afstroming vertraagd worden door het aanbrengen van dood hout (zoals nu reeds op enkele plaatsen het geval is), dit dient echter in samenspraak te gebeuren met Natuurpunt;
  15. verhogen natuurwaarde - enkele bomen kunnen na het kappen achtergelaten worden ten voordele van het aandeel dood hout in het natuurgebied, ook dit dient in samenspraak te gebeuren met Natuurpunt.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/MV

Het advies over te maken aan OVAM.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.