Terug
Gepubliceerd op 29/06/2020

2020_CBS_05496 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018438. Oranjestraat 89. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 26/06/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_05496 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018438. Oranjestraat 89. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_05496 - Omgevingsvergunning - OMV_2020018438. Oranjestraat 89. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020018438

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST Holding met als contactadres Oever 21 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Oranjestraat 89 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nr. 232X2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/04/1929: toelating (1929#33038) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergund geachte toestand

-          meergezinswoning met vier wooneenheden;

-          pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder vals mansardedak;

-          bouwdiepte begane grond en verdiepingen circa 12,80 m;

-          kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 11,20 en 13,85 m;

-          gevelafwerking niet gekend.

Huidige toestand

-          meergezinswoning met vijf wooneenheden;

-          bouwvolume:

  • het volledige perceel werd dicht gebouwd ter hoogte van de gelijkvloerse verdieping;
  • bouwdiepte verdiepingen circa 12,80 m;
  • bouwhoogte ongewijzigd;

-          gevelafwerking:

  • licht geel bepleisterde gevel op een grijs geschilderde betonnen plint;
  • bruin geschilderd houten buitenschrijnwerk met gewijzigde raamindeling ten opzichte van de geacht vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          meergezinswoning met vier wooneenheden:

  • één studio met een netto vloeroppervlakte van circa 47,00 m²;
  • drie studio’s met een netto vloeroppervlakte van circa 41,00 m²;

-          bouwvolume:

  • bouwdiepte benedenverdieping circa 14,00 m;
  • bouwdiepte verdiepingen ongewijzigd ten opzichte van huidige toestand;
  • bouwhoogte conform geacht vergunde toestand;

-          gevelafwerking:

  • wit bepleisterde gevel op een grijs geschilderde betonnen plint;
  • buitenschrijnwerk in zwart pvc.

Inhoud van de aanvraag

-          terugbrengen van het aantal wooneenheden van vijf naar vier;

-          ontpitten van het perceel (ten opzichte van huidige toestand);

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanpassen van de indeling van de achtergevel;

-          wijzigen van de gevelafwerking en de raamindeling.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

10 maart 2020

15 april 2020

Geen advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

10 maart 2020

31 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen

10 maart 2020

17 maart 2020

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

10 maart 2020

10 maart 2020

stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten

10 maart 2020

17 maart 2020

stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen/ geacht vergund

10 maart 2020

13 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: overdruk - binnengebied, artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 4 zone voor maatschappelijke functies - (ma1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:

-          artikel 1.2.1 Bouwdiepte:
De bebouwing houdt geen minimale afstand van 5 m ten opzichte van de achterste perceelgrens.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    Ter hoogte van de inpandige terrassen en de luifel op de benedenverdieping werd de scheimuur niet voorzien van een minimale dakopstand van 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    Het gebouw wordt niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Het is bovendien niet duidelijk hoe de hemelwaterafvoer voorzien wordt;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    De inspectieputten dienen zo dicht mogelijk tegen de grens met het openbaar domein voorzien te worden.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan niet ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.

Voorliggende aanvraag is strijdig met het RUP 2060 en toont geen motivatie tot afwijking aan.

De maximale bouwdiepte is afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5 meter afstand van de achterste perceelsgrens. Deze 5 meter wordt gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone.

In voorwaarde wordt opgelegd de achtergevel van de begane grond te voorzien op 5 m van de achterste perceelgrens.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het voorgestelde materiaalgebruik, witte gevelbepleistering in combinatie met zwart pvc buitenschrijnwerk, past zich in in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag werd ter advies voorgelegd aan AG VESPA en Vastgoed.  Zij formuleerden een voorwaardelijk gunstig advies met onderstaande motivatie:

“Door het slopen van de huidige slaapkamer op de gelijkvloerse verdieping komt de scheimuur volledig bloot te staan. Gezien de ruimte aan de andere zijde van deze scheimuur in gebruik zijn en door de sloop thermisch verlies ontstaat, leggen wij de voorwaarde op dat de aanvrager de vrijgekomen scheimuur thermisch isoleert en waterdicht maakt.”

Het isoleren van de scheimuur is echter niet stedenbouwkundig van aard maar betreft een burgerrechtelijk en uitvoeringstechnische zaak en kan dus niet als voorwaarde opgelegd worden.

Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van eventuele burgerrechtelijke of uitvoeringstechnische plichten.

 

Voor het overige voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de achtergevel van de begane grond te voorzien op 5 m van de achterste perceelgrens;

3.      de dakbekleding ter hoogte van de inpandige terrassen en de luifel dient te vallen onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;

4.      het rioolstelsel en hemelwaterafvoer te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode;

5.      de inspectieputten zo dicht mogelijk tegen de grens met het openbaar domein te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

10 maart 2020

Start 1e openbaar onderzoek

18 maart 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

16 april 2020

Start laatste openbaar onderzoek

15 mei 2020

Einde laatste openbaar onderzoek

6 juni 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 augustus 2020

Verslag GOA

17 juni 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

18 maart 2020

16 april 2020

0

0

0

0

15 mei 2020

6 juni 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de achtergevel van de begane grond te voorzien op 5 m van de achterste perceelgrens;

3.      de dakbekleding ter hoogte van de inpandige terrassen en de luifel dient te vallen onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen;

4.      het rioolstelsel en hemelwaterafvoer te voorzien conform artikel 40 van de bouwcode;

5.      de inspectieputten zo dicht mogelijk tegen de grens met het openbaar domein te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode;

6.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.