Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020034662 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA VERPO met als adres Willem Ogierplaats 5 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | BV BC FOODS met als adres Leuvensesteenweg 375 te 1930 Zaventem en BV Deli Anvers met als adres Meir 13 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Meir 13-15 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | Antwerpen afdeling 3 sectie C nr. 1510B |
Inrichtingsnummer: | 20191205-0033 (Deli Anvers BV) en 20191205-0039 (BC FOODS) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van de handelsfunctie naar twee horecafuncties (stedenbouw) en het uitbaten van twee eetgelegenheden (milieu) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/03/2020: weigering (20194231) voor het wijzigen van de handelsfunctie naar twee horecafuncties (stedenbouw) en het uitbaten van 2 eetgelegenheden (milieu);
- 09/04/2009: vergunning deputatie (20085683) voor het regulariseren van een stedenbouwkundige vergunning van 3 appartementen;
- 16/01/2004: vergunning (20032588) voor het bouwen van 4 appartementen/kantoren + handelsruimte.
Vergunde en huidige toestand
- hoekpand van 7 bouwlagen onder een plat dak met in de kelder-, gelijkvloerse en eerste verdieping een handelsfunctie;
- appartementen op de bovenliggende verdiepingen.
Gewenste toestand
- hoekpand van 7 bouwlagen onder een plat dak met in de kelder-, gelijkvloerse en eerste verdieping 2 horeca-units;
- appartementen op de bovenliggende verdiepingen;
- publiciteit op de voorgevels.
Inhoud van de aanvraag
- het wijzigen van de handelsfunctie naar twee horecafuncties (stedenbouw):
- het uitbaten van 2 eetgelegenheden (milieu);
- wijzigingen aan de voorgevel;
- het voorzien van publiciteit;
- interne stabiliteitswerken;
- het plaatsen van technische installaties.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de wijziging van een handelspand naar twee eetgelegenheden, meer bepaald Belchicken en Délifrance gelegen aan de Meir te Antwerpen.
Aangevraagde rubrieken
Voor de inrichting BC FOODS:
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.200,00 m³/jaar |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 900,00 liter |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,03 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 100,00 liter |
Voor de inrichting Deli Anvers:
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 735,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 19,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
45.8.1°b) | inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit, deegwaren, enzovoort) of op basis van suiker of cacao, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied. | 37,50 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 11 mei 2020 | 1 juni 2020 | Ongunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 9 juni 2020 | 11 juni 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 10 april 2020 | 22 april 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 10 april 2020 | 6 mei 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 10 april 2020 | 22 april 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 10 april 2020 | 18 mei 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh), overdruk - reca (r), artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het voorzien van reca op het gelijkvloers, op de verdieping en in de kelder is in overeenstemming met de overdruk reca van het RUP Binnenstad. De dienst ondernemen en stadsmarketing neemt in het advies op dat het pand is gelegen in afgebakend kernwinkelgebied Centrum Antwerpen (Meir-as), waar een mix van een handel en andere commerciële functies nagestreefd wordt. Zij adviseren dan ook gunstig. Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgestelde publiciteit en de beperkte gevelwijzigingen doen geen afbreuk aan het straatbeeld. De publiciteit van beide horeca-units werd op elkaar afgestemd.
Cultuurhistorische aspecten
De wijzigingen hebben geen impact op het omliggende CHE-gebied. De stedelijke dienst monumentenzorg heeft geen bezwaar. Dit advies wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De leidingen naar de airco-installatie op het hoogste dak worden geplaatst tegen de zijgevel van het pand. Om deze te verbinden met de installaties op het hoogste platte dak lopen deze ook over de dakrand en het dakvlak van het lagere platte dak. Volgens artikel 16 van de bouwcode mogen ze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte. Deze leidingen zijn duidelijk zichtbaar op het gevelbeeld van de Twaalfmaandenstraat. Aangezien de stad ook wordt beleefd vanop omliggende gebouwen en vanuit de lucht is het noodzakelijk dat deze leidingen inpandig worden voorzien. Uit de aanvraag blijkt ook dat deze leidingen zichtbaar zijn in de appartementen op de verdiepingen. In voorwaarden zal worden opgelegd dat alle technische leidingen en afvoerbuizen inpandig moeten worden voorzien.
De aanvraag is strijdig met bepalingen van de gewestelijke verordening toegankelijkheid.
De afmetingen van het aangepast toilet in de rechtse unit moeten voldoen aan artikel 30 van de verordening. Dit zal worden opgelegd in voorwaarden.
Voor de deur naar dit toilet is geen draairuimte van 1,5 meter voorzien conform artikel 24 van de verordening. Er is ook geen vrije- en vlakke wand- en vloerbreedte van 50 cm voorzien naast deze deur conform artikel 25. Beiden punten zullen worden opgelegd in voorwaarden van de vergunning.
Bij vaste inrichtingselementen met het oog op het onthaal van het publiek of een daarmee gelijkgestelde constructie moet vóór dat element voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Aan alle deze elementen moet een verlaagd gedeelte aangebracht worden. De hoogte tot de bovenzijde van het verlaagde gedeelte bedraagt hoogstens 80 cm. Onder het verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep conform artikel 28 van de verordening. Dit zal ook worden opgelegd in voorwaarden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Horecazaken in het centrum worden bezocht samen met andere winkels en horecazaken in het centrum. Bezoekers kunnen gebruik maken van publieke parkings in de omgeving. Er moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.
Laden en lossen kan gebeuren via de voetgangerszone Meir binnen de venstertijden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het gebouw waarin de exploitatie terechtkomt is als volgt opgedeeld :
- niveau -1 : kelder voor de opslag van producten afkomstig van de bakkerij;
- niveau 0 : opgesplitst in twee horecaruimten (Délifrance/Belchicken);
- niveau 1 : opgesplitst in twee horecaruimten (Délifrance/Belchicken);
- niveau 2 : kantoorruimte;
- niveau 3/4/5/6 : appartementen.
Belchicken is een fastfoodrestaurant waar er hoofdzakelijk gefrituurde kip wordt geserveerd. Volgende activiteiten worden aangevraagd voor Belchicken:
- lozen van huishoudelijk afvalwater;
- VRV-systemen en koelinstallaties;
- opslag brandbare vloeistoffen en gevaarlijke vloeistoffen.
Délifrance is een bakkersbedrijf dat Franse bakproducten verkoopt. Er zullen ook koude dranken en koffie verkocht worden in de winkelruimte. De exploitatie in kwestie betreft geen volwaardige bakkerij. Er staan enkel toestellen om voorgemaakte bakproducten ‘af te bakken’. Dit gebeurt aan de hand van elektrische ovens. Volgende activiteiten worden aangevraagd voor Délifrance:
- lozen van huishoudelijk afvalwater;
- HVAC-systemen en koelinstallaties;
- bakkerijtoestellen;
- opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen.
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. alle technische leidingen en afvoerbuizen inpandig te voorzien in het gebouw conform artikel 16 van de bouwcode;
3. het aangepast toilet te voorzien conform de afmetingen van artikel 30 van de verordening toegankelijkheid;
4. voor de deur naar het aangepast toilet een vrije- en vlakke draaicirkel te voorzien conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;
5. naast de deur naar het aangepast toilet een vrije- en vlakke wand- en vloerbreedte van 50 cm voorzien conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
Uitsluitingen
6. het voorzien van technische leidingen aan afvoeren tegen de buitengevels van het gebouw.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden, wordt vanuit milieutechnisch oogpunt positief advies gegeven de vergunning te verlenen voor onbepaalde duur.
Geadviseerde rubrieken
Voor de inrichting BC FOODS:
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.200,00 m³/jaar |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 900,00 liter |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,03 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 100,00 liter |
Voor de inrichting Deli Anvers:
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 735,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 19,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
45.8.1°b) | inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit, deegwaren, enzovoort) of op basis van suiker of cacao, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied. | 37,50 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 maart 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 10 april 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 9 juni 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 juli 2020 |
Verslag GOA | 18 juni 2020 |
naam GOA | Katrine Leemans en Bieke Geypens |
Wijzigingslus
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. alle technische leidingen en afvoerbuizen inpandig te voorzien in het gebouw conform artikel 16 van de bouwcode;
3. het aangepast toilet te voorzien conform de afmetingen van artikel 30 van de verordening toegankelijkheid;
4. voor de deur naar het aangepast toilet een vrije- en vlakke draaicirkel te voorzien conform artikel 24 van de verordening toegankelijkheid;
5. naast de deur naar het aangepast toilet een vrije- en vlakke wand- en vloerbreedte van 50 cm voorzien conform artikel 25 van de verordening toegankelijkheid;
Uitsluitingen
6. het voorzien van technische leidingen aan afvoeren tegen de buitengevels van het gebouw.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie G.00235.A1.0013 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Voor de inrichting BC FOODS:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 1.200,00 m³/jaar |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 900,00 liter |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 18,03 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 100,00 liter |
Voor de inrichting Deli Anvers:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.2.2°a) | het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan; | 735,00 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 19,90 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 100,00 liter |
45.8.1°b) | inrichtingen voor het bereiden van voedingsproducten op basis van plantaardige melen (brood, banket, koek, biscuit, deegwaren, enzovoort) of op basis van suiker of cacao, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied. | 37,50 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 26 juni 2020 voor onbepaalde duur.