2020_CBS_05502 - Omgevingsvergunning - OMV_2019134043. Noordland ZN. District Berendrecht-Zandvliet-Lillo - Goedkeuring

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-          er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          er zijn geen vergunningen gekend.

Huidige toestand

-          het bebost gebied is gelegen aan Noordland, ten zuiden van de Noordlandbrug aan de kant van Zandvliet.

Gewenste toestand

-          verwijderen van een deel van het bos, met een bufferzone van 3 m breed rond de verharding;

-          een verharding met een oppervlakte van circa 60 m²;

-          een metalen bok, met een oppervlakte van circa 20 m², waarop een polyester silo geplaatst wordt van 30.000 liter. De totale hoogte bedraagt circa 8 m.

Inhoud van de aanvraag

-          verwijderen van een deel van het bos langs Noordland in functie van de verharding;

-          aanleggen van een verharding;

-          plaatsen van een metalen bok, waarop een polyester pekelsilo geplaatst wordt.

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

Adviezen

Externe adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

()

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op het volgend punt:

-          De aanvraag heeft geen betrekking op agrarische doeleinden en is bijgevolg zonevreemd.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)

De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

De aanvraag is in overeenstemming met de doelstellingen van het Decreet Integraal Waterbeleid  (art. 1.2.2.), aangezien het effect verwaarloosbaar is wanneer men zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Voorliggende aanvraag is in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften met betrekking tot de bestemming en toegelaten functies volgens het gewestplan.

Volgens artikel 4.4.7 §2 van de Codex Ruimtelijke Ordening mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.

Voor het plaatsen van een pekelsilo wordt beroep gedaan op artikel 3 §1, 11 a) van het Besluit van de Vlaamse Regering voor handelingen van algemeen belang. De handelingen hebben betrekking op andere constructies van algemeen belang dan de constructies, vermeld in punt 1° tot en met 10°, voor zover bij de aanleg of bouw ervan de totale grondoppervlakte van het nieuwe gedeelte beperkt blijft tot maximaal 100 vierkante meter en de hoogte tot maximaal 20 meter.

Aan deze voorwaarde wordt voldaan. Het plaatsen van voorliggende pekelsilo in agrarisch gebied kan worden toegestaan.

Functionele inpasbaarheid

De pekelsilo behoort niet tot gebruikelijke en bestemmingsconforme constructies in agrarisch gebied, maar kan op basis van bovenstaand regelgeving worden toegestaan. De functie betreft immers een handeling van algemeen belang en sluit functioneel aan bij de boven- en naastgelegen spoor- en weginfrastructuur.

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De stedelijke dienst stadsontwikkeling - publieke ruimte – ontwerp stelt inzake deze luiken het volgende in hun ongunstig advies dd. 06/02/2020:

“De locatie van de pekelsilo wordt in vraag gesteld, ze staat zeer dicht tegen de weg aan. Daarenboven is niet duidelijk waar de talud stopt en of deze afgegraven dient te worden om de silo te plaatsen. Dit was niet duidelijk uit de plannen op te maken. Ook is het niet duidelijk wat er met de bestaande gracht gaat gebeuren.

Daarenboven bevindt ze zich aan de overzijde van de haven. Omdat de pekelsilo dient om de wegen in het Havengebied te vrijwaren van sneeuw lijkt het aangewezen om deze een plaats te geven aan de overzijde van het water, waar de bedrijven zich bevinden.

De woonwijken van Zandvliet hebben nu zicht op een groene omgeving. De pekelsilo zal dit zicht verstoren omwille van de grote hoogte van het bouwwerk. Indien deze locatie toch als enige optie overblijft, vraagt de dienst publieke ruimte om het zicht op de pekelsilo te minimaliseren door een groen scherm te plaatsen. Dit houdt in dat er zowel hoger struikgewas als hoogstammige bomen, cat. 1  dienen aangeplant te worden zodat het zicht op de silo vanuit de woonwijken van Zandvliet geminimaliseerd wordt.”

Dit ongunstig advies wordt niet bijgetreden. De aanvrager voegde bij het wijzigingsverzoek een addendum toe aan de beschrijvende nota waaruit blijkt dat, in overleg met het Agentschap Wegen en Verkeer en de Vlaamse Waterweg, voor het indienen van de aanvraag voldoende alternatieve locaties voor de pekelsilo werden onderzocht. Hieruit kwam voorliggende locatie voor de pekelsilo als enige afdoende mogelijkheid naar voren, rekening houdend met alle ruimtelijke en logistieke parameters die spelen in de omgeving.

Uit de aanvraag blijkt dat er geen taluds hoeven te worden afgegraven in functie van de werken. De gracht blijft ongewijzigd. Bovendien werd binnen deze context een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht door het Agentschap Wegen en Verkeer.

De constructie van de pekelsilo is slechts ca. 8 meter hoog en sluit aan bij de boven- en naastgelegen spoor- en weginfrastructuur. Het omzomende beboste landschap wordt slechts over een oppervlakte van 126 m² ontbost. Na deze ontbossing rest er nog voldoende dense en hoge beplanting, zodat een afdoende visuele en groene buffer naar de zuidelijk gelegen dorpskern van Zandvliet behouden blijft. Bovendien adviseert het Agentschap Natuur en Bos de aanvraag nu wel voorwaardelijk gunstig na het wijzigingsverzoek.

Naar aanleiding van het ongunstig advies van het Agentschap Natuur en Bos dd. 06/03/2020 werd door de aanvrager een wijzigingsverzoek ingediend. Zo werd op aanraden van het Agentschap de locatie van de pekelsilo opgeschoven naar de rand van het bos en net naast de rijweg, zodat eventuele schade aan de natuurwaarden maximaal kan worden voorkomen. In die zin werd ook een voortoets met betrekking tot de natuurwaarden en een boscompensatievoorstel toegevoegd aan de aanvraag.

Op 15/06/2020 bracht het Agentschap Natuur en Bos een voorwaardelijk gunstig advies uit over het wijzigingsverzoek. Het boscompensatievoorstel werd aanvaard. Het Agentschap vraagt wel om voorwaarden op te leggen in deze omgevingsvergunning, deze worden bijgevolg integraal overgenomen bij deze vergunning.

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De provincie Antwerpen – Dienst Integraal Waterbeleid adviseert de aanvraag op 16/03/2020 gunstig op voorwaarde dat de aanvrager zich houdt aan de algemene wettelijke voorwaarden van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.). Dit wordt opgenomen in de voorwaarden bij de vergunning.

Na het wijzigingsverzoek werd door de stedelijke dienst stadsbeheer, groen en begraafplaatsen een ongunstig advies uitgebracht, zei het zonder enige vorm van motivering. Gelet op de voorwaarden die worden opgelegd in het advies van het Agentschap Natuur en Bos dd. 15/06/2020, wordt dit ongunstige advies niet bijgetreden. Er wordt wel rekening gehouden met het voorwaardelijk gunstig advies van de stedelijke dienst stadsbeheer, groen en begraafplaatsen dat werd uitgebracht vóór het wijzigingsverzoek en dat luidt als volgt:

“Het voorzien van maatregelen om te vermijden dat pekel en/of olie/vetten afspoelen naar de omgeving door afstromend hemelwater.”

De stedelijke dienst stadsontwikkeling –milieuvergunningen adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig als volgt:

“De opslag van pekelwater is niet indelingsplichtig. Gezien de ligging (agrarisch gebied) is het aan te raden dat het hemelwater, afkomstig van de verharding en mogelijks verontreinigd met pekel en olie, niet infiltreert naast de verharding maar naar de openbare riolering geleid wordt.”

Beide adviezen worden bijgetreden. Gezien de ligging in een groene en beboste omgeving wordt als voorwaarde bij de vergunning opgelegd dat het hemelwater, afkomstig van de nieuwe verharding, niet mag infiltreren naast de verharding maar naar de openbare riolering geleid moet worden.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert de aanvraag voorwaardelijk gunstig. Naar deze voorwaarden wordt verwezen in de voorwaarden bij deze vergunning.

Advies aan het college

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer en de daarin opgenomen voorwaarden zijn strikt na te leven;

2.      het advies van de stedelijke dienst stadsbeheer, groen en begraafplaatsen dd. 27/01/2020 en de daarin opgenomen voorwaarden zijn strikt na te leven;

3.      het advies van de stedelijke dienst stadsontwikkeling – milieuvergunningen en de daarin opgenomen voorwaarden zijn strikt na te leven;

4.      het advies van het Agentschap Natuur en Bos dd. 15/06/2020 en de daarin opgenomen voorwaarden zijn strikt na te leven;

5.      de vergunning wordt verleend op grond van artikel 90bis, §5, derde lid, van het Bosdecreet en onder de voorwaarden zoals opgenomen in het hierbij gevoegde compensatieformulier met kenmerk: 20-201370;

6.      de te ontbossen oppervlakte bedraagt 126 m². Deze oppervlakte valt niet meer onder het toepassingsgebied van het Bosdecreet;

7.      de resterende bosoppervlakte moet ALS BOS behouden blijven. Bijkomende kappingen in deze zone kunnen maar uitgevoerd worden mits machtiging door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het is evenmin toegelaten in deze zone constructies op te richten of ingrijpende wijzigingen van de bodem, de strooisel-, kruid- of boomlaag uit te voeren;

8.      de ontbossing kan enkel worden uitgevoerd conform het plan toegevoegd als bijlage, waarop ook de als bos te behouden zones zijn aangeduid;

9.      de bosbehoudsbijdrage van € 912.24 dient binnen de 4 maanden, vanaf de datum waarop gebruik mag gemaakt worden van deze vergunning, gestort te worden. Het overschrijvingsformulier voor het vereffenen van de bosbehoudsbijdrage zal rechtstreeks door het Agentschap Natuur en Bos worden overgemaakt aan de aanvrager van zodra de vergunning van kracht wordt;

10.  de algemene wettelijke voorwaarden van het Decreet Integraal Waterbeleid (art. 1.2.2.) dienen strikt te worden opgevolgd;

11.  het hemelwater, afkomstig van de nieuwe verharding, mag niet infiltreren naast de verharding maar moet naar de openbare riolering geleid worden;

Lastvoorwaarden

12.  De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Wijzigingslus

De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.

Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten