Artikel 138 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid heeft voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district.
Afbakening plangebied
Het RUP Brouwersvliet heeft betrekking op het bouwblok gelegen op de hoek van Brouwersvliet, Tavernierkaai en Adriaan Brouwerstraat. Dit gebied maakt ruimtelijk deel uit van de wijk het ‘Eilandje’ op het grondgebied van de stad Antwerpen. In het gebouw is SD Worx gehuisvest.
Doelstelling RUP
De opzet is om het RUP Het Eilandje zo veel als mogelijk te behouden. Enkel wordt door middel van voorliggend RUP voor dit perceel een verruiming van de bestemmingsmogelijkheden opgenomen mét garanties naar levendige functies op de gelijkvloerse verdieping.
Inzake inrichting blijft ook de harmonieregel van toepassing met de vraag naar een flexibele draagstructuur om de mogelijkheid te vrijwaren dat op lange termijn ook andere functies in dit gebouw kunnen worden ondergebracht.
Stedenbouwkundige ontwikkelingskosten
De Stedenbouwkundige Ontwikkelingskosten (SOK) worden niet in de fase van het RUP berekend, maar wel bij de aanvraag van de omgevingsvergunning.
Procedure
Het geïntegreerde planningsproces voorziet in de opmaak van een procesnota en een startnota die door het college werden goedgekeurd op 4 oktober 2019 (jaarnummer 8097).
Het college vraagt advies over de startnota. De adviesronde liep van 14 november 2019 tot en met 12 januari 2020. Het college informeert en raadpleegt de bevolking over de startnota en organiseerde op dinsdag 13 november 2019 tussen 17 en 19 uur een participatiemoment in het gebouw van SD Worx, Brouwersvliet 2.
Het college bezorgde op 17 januari 2020 de startnota, de adviezen, de reacties en het verslag van het participatiemoment aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage.
Alle opmerkingen en adviezen op de startnota van het RUP zijn verwerkt en opgenomen in een scopingnota. Het college bezorgde de scopingnota aan de bevoegde diensten voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage en vroeg de ontheffing van de MER-plicht.
De volgende stap is de organisatie van een plenaire vergadering of schriftelijke adviesvraag over het voorontwerp-RUP.
Inspraak
De stad organiseerde op 13 november 2019 een participatiemoment.
In de scopingnota is een overzicht opgenomen van de reacties en adviezen op de startnota.
Art. 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure vastleggen voor de opmaak van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP).
Op 26 augustus 2016 (jaarnummer 7525) keurde het college de richtnota goed.
Op 19 september 2016 (jaarnummer 190) adviseerde de districtsraad de richtnota.
Op 7 september 2016 werd de richtnota voor advies voorgelegd aan de GECORO.
Op 5 juli 2019 (jaarnummer jaarnummer 5716) keurde het college de heropstart van het RUP goed en dit volgens het geïntegreerde planproces.
De opmaak van het RUP is reeds gestart in 2016. Eind 2017 is het dossier on hold gezet. Aangezien er geen plenaire vergadering is georganiseerd voor 31 december 2018 dient bij de heropstart van het dossier het geïntegreerde planproces te worden gevolgd.
Op 4 oktober 2019 (jaarnummer 8097) keurde het college de startnota goed.Op 30 oktober 2020 (jaarnummer 9104) keurde het college de scopingnota, de aangepaste procesnota en het voorontwerp van het RUP Brouwersvliet goed.
De districtsraad adviseerde de proces- en startnota gunstig op voorwaarde dat:
In het RUP Brouwersvliet wordt dezelfde bestemmingsomschrijving behouden als deze in het RUP Eilandje enkel wordt er geen beperking in oppervlakte aan kantoorruimte (bij nieuwbouw) meer opgenomen. Dit laat toe dat het kantoorgebouw van SD Worx herbouwd kan worden maar dat op termijn ook andere functies hier kunnen gehuisvest worden. Het kan nog steeds een appartementsgebouw worden ook. Vandaar dat in de inrichtingsvoorschriften een flexibele draagstructuur van het gebouw wordt opgelegd zodanig dat ook qua functionele invulling evoluties mogelijk zijn.
Ook plant SD Worx een onderzoek om de haalbaarheid na te gaan om een bestaand kantoorgebouw, de Havenbuilding (die deels tot haar eigendom behoort) om te zetten naar een appartementsgebouw. Op die manier kan al op korte termijn een antwoord geboden worden op bovenstaande vraag. Dit engagement is opgenomen in de toelichtingsnota van het RUP.
De concrete ontsluiting is niet bepaald in het RUP. Dit wordt op projectniveau bepaald in samenspraak met de stadsdiensten en dit rekening houdend met projecten in de buurt.
Ook dit wordt op projectniveau bekeken, rekening houdende met de Bouwcode en eventuele bijkomende richtlijnen van de dienst mobiliteit.
Er is in het voorontwerp bij bestemming opgelegd dat minimaal 50% van de gelijkvloerse bruto vloeroppervlakte van het gebouw moet ingevuld worden met publiek toegankelijke inrichtingen die bijdragen aan de levendigheid van het straatbeeld. Onder publiek toegankelijke inrichtingen worden verstaan: gemeenschapsvoorzieningen, detailhandel, vrijetijdsvoorzieningen, cafés, restaurants en hotels. De publiek toegankelijke inrichtingen dienen aan de 3 gevels te worden voorzien.
De voorziene open ruimte wordt qua oppervlakte vastgelegd in het voorontwerp RUP onder inrichting, met name min 15% van de perceelsoppervlakte. Wel is niet bepaald waar deze dient aangelegd te worden. Dit wordt op projectniveau verder uitgewerkt.
De GECORO vraagt een ruimer onderzoek naar de mogelijkheden voor kantoorfuncties op het Eilandje. Men is van mening dat dit niet op niveau van een bouwblok kan gebeuren. Naast een ruimer onderzoek wordt ook een verruiming van het plangebied gevraagd.
Het ruimer onderzoek naar kantoorfuncties op het Eilandje is niet voorzien in voorliggend planproces. Ook het verruimen van het plangebied is niet voorzien.
Er is een verweving van werk- en woonfuncties noodzakelijk en op het gelijkvloers dienen diverse voorzieningen te worden gestimuleerd.
In het ontwikkelingskader, opgenomen in paragraaf 3.1, is het voorzien van een levendige plint opgenomen. Voor het maximaliseren van de verblijfskwaliteit op het geplande publiek domein is een levendige plint gewenst. In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP zal dit bijgevolg verordenend worden vastgelegd en dit aan de 3 zijden van het bouwblok.
Er wordt een functionele mix gevraagd zowel nu als in de toekomst.
In de stedenbouwkundige voorschriften worden inzake bestemming alle functies uit het RUP Eilandje overgenomen hetgeen ook andere bestemmingen in de toekomst faciliteert. Inzake inrichting wordt verordenend opgenomen dat de draagstructuur van het gebouw erop voorzien moet worden om flexibel ingevuld te kunnen worden. Dit maakt het mogelijk dat een kantoorgebouw later nog als appartement kan ingericht worden zonder structurele verbouwingswerken uit te voeren. Ook dit biedt de nodige flexibiliteit naar de toekomst.
Het team Externe Veiligheid heeft voldoende zicht op het externe mensrisicobeeld van de Seveso-inrichtingen binnen de consultatiezone om te besluiten dat het plan te verzoenen is met de aanwezigheid van deze inrichtingen. Bijgevolg verwacht TEV geen aanzienlijke effecten op het vlak van externe veiligheid en moet bij het RUP geen ruimtelijk veiligheidsrapport opgemaakt worden.
Deze conclusie wordt verwerkt in paragraaf 6.4.4.
De provincie merkt op dat het gebouw HB6 niet volledig als kantoor kan worden ingericht conform de voorschriften van voorliggend RUP Eilandje. Ook wordt gevraagd of in dit gebouw een mix van functies mogelijk is.
De vermelding waarnaar verwezen wordt heeft betrekking op het milieuonderzoek. Er wordt namelijk ook gekeken naar de andere gebouwen van SD Worx. Momenteel is het gebouw HB 6 volledig een kantoorgebouw. Er wordt gekeken in het milieuonderzoek wat de impact is als dit gebouw een woonscenario krijgt. Wel ligt dit gebouw niet binnen de contour van voorliggend RUP, maar wel binnen RUP Eilandje. Juridisch kan een bestaand kantoorgebouw behouden blijven en gerenoveerd worden binnen het RUP Eilandje en zijn ook andere functies toegestaan.
De provincie vraagt om bijkomende bepalingen op te nemen voor de inrichting van de voorziene open ruimte binnen het bouwblok.
In de stedenbouwkundige voorschriften van het RUP worden bepalingen opgenomen omtrent de inrichting van de open ruimte.
Het voorstel tot opmaak van een RUP brengt geen onderzoeksverplichting met zich mee in het kader van het Bodemdecreet.
De Lijn vraagt om de lijnvoering te corrigeren in de tekst. Het plangebied wordt niet bediend door lijn 36, maar wel door tramlijn 7, buslijn 17 en buslijn 30.
De correctie betreffende de lijnvoering zijn aangepast in paragraaf 2.2.3 en 6.4.4.
Geen opmerkingen – er is geen aardgasvervoerinstallatie die beïnvloed wordt.
Geen opmerkingen – er bevinden zich geen leidingen van Elia binnen het plangebied.
De districtsraad adviseert het voorontwerp van het RUP Brouwersvliet.
Het RUP met Algplan_ID RUP_11002_214_10022_00001 bestaat uit een toelichtingsnota (TN), de stedenbouwkundige voorschriften (SV), een grafisch plan (GP), een plan van de bestaande toestand (TNK) en de aangepaste procesnota (PN).