Artikel 138 van het Decreet lokaal bestuur bepaalt dat de districtsraad een algemene adviesbevoegdheid heeft voor alle aangelegenheden die betrekking hebben op het district.
Ontwikkelingsvisie
In het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA) is het plangebied gelegen in een nieuwe cluster voor recreatie. Deze cluster kan beschouwd worden als een mogelijkheid om de bestaande groenruimten te herwaarderen door het introduceren van links en elementen van continuïteit met de omgeving. Het woonuitbreidingsgebied wordt op deze plek dus geschrapt voor bijkomende woningen, maar krijgt wel een functie met betrekking tot recreatie en stedelijke voorzieningen ingebed en geïntegreerd in een groene toegankelijke omgeving.
Dit RUP Stadscamping baseert zich op het goedgekeurde ontwerp inrichtingsvisie Middenvijver, en de verdere verfijning daarvan (college 5 september 2014, jaarnummer 9070). De ontwerper maakte daarbij onder andere volgende keuzes:
Afbakening plangebied
Het plangebied van het RUP Stadscamping bevindt zich in de stad Antwerpen op Linkeroever en is gelegen in woonuitbreidingsgebied, zoals afgebakend op het gewestplan. Het plangebied sluit aan op het bebouwde weefsel van Antwerpen-Linkeroever ter hoogte van de Halewijnlaan en de Willem Gijsselsstraat. Het ligt tussen de gewestwegen N49a en N70 in respectievelijk noordelijke en zuidelijke richting. In het westen grenst het aan de open ruimte Middenvijver.
Reikwijdte en detailleringsgraad
In het RUP Middenvijver worden volgende krachtlijnen, in overeenstemming met het goedgekeurd ontwerp inrichtingsvisie Middenvijver, vastgesteld:
Procedure
Het geïntegreerde planningsproces voorziet in de opmaak van een procesnota en een startnota die door het college werden goedgekeurd op 21 juni 2019 (jaarnummer 5063).
De publieke consultatie over de startnota liep van 19 juli 2019 tot en met 16 september 2019. Op 18 juli 2019 en 5 september 2019 werd een infomoment georganiseerd.
Op 15 juli 2019 werd de startnota ter advies voorgelegd aan de verschillende adviesinstanties.
Op 4 september 2019 gaf de GECORO advies over de startnota.
Op 16 september 2019 gaf districtsraad Antwerpen advies over de startnota en procesnota.
Het college bezorgde op 23 september 2019 de startnota, de adviezen, de reacties en het verslag van het participatiemoment aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage.
De procesnota werd geactualiseerd.
Het college zal de scopingnota aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage bezorgen en vragen tot de ontheffing van de MER-plicht.
Rekening houdend met de adviezen en reacties over de startnota en met de resultaten van de scopingnota werd een voorontwerp-RUP opgemaakt.
Inspraak en adviezen
De inhoudelijke verwerking van de resultaten van de inspraakmomenten en adviezen werd uitgebreid opgenomen in de scopingnota en worden hierna (rubriek Adviezen) samengevat. De startnota werd op 15 juli 2019 ter advies voorgelegd aan de verschillende adviesinstanties.
Publieke consultatie
De publieke consultatie over de startnota liep van 19 juli 2019 tot en met 16 september 2019.
Er werden twee schriftelijke reacties ingediend in de vorm van een petitie. De eerste een petitie ondertekend door een 300-tal personen, de tweede een petitie ondertekend door een 40 tal personen. Daarnaast werden er 6 reacties gemaild naar ruimtelijkeplanning@antwerpen.be, telkens bijgetreden door 1 persoon en 3 reacties bezorgd via A-stad waarvan 2 bijgetreden werden door 1 persoon en 1 door 3 personen.
De reacties worden samengevat in volgende thema’s:
Infomoment
Op 18 juli 2019 en 5 september 2019, telkens van 16u00 tot 19u00 werd een participatiemoment in de vorm van een infomoment georganiseerd bij korfbalclub Sikopi (August van Cauwelaertlaan, 2050 Antwerpen). In totaal hebben 92 buurtbewoners het infomoment bezocht.
De reacties kunnen worden samengevat in volgende thema’s:
Art. 2.2.18 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) die de procedure vastleggen voor de opmaak van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP).
De stad Antwerpen wil, conform het bestuursakkoord, ten oosten van de site Middenvijver te Antwerpen Linkeroever een nieuwe, kwalitatieve stadscamping realiseren. Een stadscamping met ruimte voor alle vormen van kamperen. Middenvijver is een omvangrijk toegankelijk groengebied van ongeveer 40 ha. De stadscamping krijgt haar locatie in de noordoostelijke hoek van het terrein, op een oppervlakte van ongeveer 5 ha.
Momenteel zijn er 2 kampeerterreinen op grondgebied van de stad Antwerpen, namelijk Camping De Molen en Kampeerwagenterrein Vogelzang. Beide terreinen zullen op middellange termijn verdwijnen. Ook wil de stad beter tegemoet komen aan de noden van de kampeerder en ruimte maken voor een stadscamping met trekkershutten en ook groepsverblijven, die beschikbaar zijn voor jonge globetrotters. De uitbating van deze camping zal uitbesteed worden aan een private partner.
Dit is in overeenstemming met het goedgekeurde ontwerp inrichtingsvisie voor het gebied Middenvijver en ook met het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen (s-RSA). Het stadsbestuur besliste op 5 september 2014 (jaarnummer 9070) tot goedkeuring van een ontwerp inrichtingsvisie Middenvijver. Dit ontwerp ambieert om deze open ruimte als bovenlokaal toegankelijk park te bewaren. Daarnaast ambieerde de stad het gebruik als park om in te vertoeven te combineren met de aanleg van een stadscamping in de noordoostelijke hoek gelegen buiten de open vlakte van Middenvijver. De visie is tot op heden nog steeds om het woonuitbreidingsgebied als open ruimte te vrijwaren en een stadscamping te realiseren. Voorliggend RUP heeft als doel de stadscamping kwalitatief te realiseren.
Dit is ook in overeenstemming met het collegebesluit dat op 19 juli 2013 goedgekeurd werd (jaarnummer 7143). Met dit collegebesluit werd principieel beslist dat het terrein Middenvijver, onder voorwaarden, in aanmerking kan komen voor een beperkt aantal muziekfestiviteiten en een stadscamping.
Op 21 juni 2019 (jaarnummer 5063) keurde het college de proces- en startnota van het RUP Stadscamping goed.
Op 8 mei 2020 (jaarnummer 4132) keurde het college de geactualiseerde procesnota, de scopingnota het voorontwerp van het RUP ‘Stadscamping’ goed.
Proximus verleent een gunstig advies en geeft de wens aan om op de hoogte te blijven. Er is telecominfrastructuur aanwezig in de Halewijnlaan. Voor de aansluiting van de camping is er legwerk vereist, dit kan via de Paul Housmansstraat of de Willem Gijsselsstraat. Voor de vaste elementen op het terrein willen zij een oplossing op het vaste net aanbieden, voor de campingplaatsen eerder een draadloze oplossing. Dit kan niet expliciet in het RUP worden vastgelegd. Het wordt wel meegenomen bij de verdere ontwikkeling van de stadscamping.
Fluxys heeft geen bezwaren of opmerkingen.
Elia heeft geen opmerkingen
Sport Vlaanderen adviseert om de korfbalclub (SIKOPI) nauw te betrekken bij de uitwerking van de stadscamping. Dit kan niet expliciet in het RUP worden vastgelegd en wordt als optie meegenomen in de eigenlijke ontwikkeling van de stadscamping.
Het is voor Sport Vlaanderen niet duidelijk naar waar de biodroom verplaatst wordt. De biodroom zal verplaatst worden naar de noordwestelijke hoek van het perceel waar de huidige korfbalclub gelegen is (westzijde van de korfbalvelden en noordzijde van het beachvolleybalterrein). Deze verduidelijking wordt toegevoegd.
Defensie heeft geen opmerkingen op de startnota
NV Infrabel heeft geen opmerkingen op de startnota.
De Vlaamse Milieumaatschappij heeft, gezien de aard van het plan, geen opmerkingen op de startnota.
Het advies van de Vlaamse Waterweg is gunstig.
Volgende bezorgdheid wordt geformuleerd: De gronden zijn eigendom van het Vlaams Gewest en worden beheerd door de Vlaamse Waterweg. Door de herbestemming zal de waarde van deze gronden dalen (planschade) en is een aantasting van het eigendomsrecht. De beheerder wenst in gesprek te gaan met de stad Antwerpen om een werkbare oplossing te vinden voor beide overheden. De planschaderegeling zelf kan niet geregeld worden in het RUP. Hierbij wordt verwezen naar de vigerende wetgeving inzake planschaderegeling, meer bepaald in artikel 2.6.1. tot en met 2.6.3. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het Agentschap Wonen heeft geen opmerkingen.
Het Agentschap Natuur en Bos vraagt het bestaande groen maximaal te integreren in de toekomstige camping. ANB verklaart zich akkoord met de bevinding dat er geen significante effecten voor het aspect biodiversiteit ontstaan op twee voorwaarden:
- De koppeling wordt gelegd tussen de ontwikkeling van de stadscamping en de noodzakelijke milderende maatregelen op de Middenvijversite (hondenzwemvijvers en inbuffering) omdat de stadscamping extra druk genereert op het natuurgebied Het Rot dat werd ingericht als uitwijkgebied voor vogels van het Vogelrichtlijngebied Blokkersdijk tijdens de Oosterweelwerken. De aangehaalde milderende maatregelen zijn geen maatregelen die verband houden met de stadscamping, maar met andere programmaonderdelen uit het Masterplan voor het ruimere gebied. Uit de screening van de milieueffecten van de stadscamping, volgt dat er geen aanzienlijke milieueffecten zijn die milderende maatregelen vereisen. In de verdere uitwerking van het RUP zullen er wel inrichtingsvoorschriften vastgelegd worden (bv. groenbuffer, bufferwal,…) als buffering van de stadscamping t.o.v. de omgeving. De maatregelen hebben betrekking op een groen- en natuurgebied gelegen buiten het plangebied. Eventuele maatregelen tot sturing van de (vergunningsplichtige) recreatie buiten het plangebied kunnen worden genomen op grond van de artikelen 4.4.4 (recreatief medegebruik) en 4.4.5 (medegebruik natuurschoon) van de VCRO. De opmerking wordt meegenomen als aandachtspunt bij het uitvoerend beleid voor de ruimere zone Middenvijver.
- Er moet oordeelkundig worden omgesprongen met verlichting op de site. In de uitwerking van het RUP kan dit verder uitgewerkt worden in de stedenbouwkundige voorschriften.
Het Agentschap wijst er op dat als ontbossing wordt beoogd, volgens art. 90bis van het Bosdecreet, ontbossing slechts in beperkte gevallen kan vergund worden mits compensatie. In alle andere gevallen moet een individuele ontheffing van het ontbossingsverbod worden verleend. De vigerende wetgeving inzake ontbossing (Bosdecreet) geldt als voorafname aan een vergunningsaanvraag. Art. 4.2.1 van de VCRO voert de omgevingsvergunningsplicht in bij ontbossing.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft aan dat:
- de startnota voldoende aantoont dat het plan in zijn huidige vorm geen aanzienlijke milieueffecten zal genereren voor de disciplines landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie;
- de stadscamping geen rechtstreekse impact heeft op het beschermd landschap Het Rot dat er net naast ligt;
- door het afsluiten van het momenteel vrij toegankelijke bos er risico bestaat dat de recreatiedruk op het natuurgebied verhoogt en het belangrijk is om de recreatie goed te sturen. De stadscamping is een klein onderdeel van het gehele groene gebied Middenvijver. Er is geen onaanvaardbare druk op het natuurgebied te verwachten zodat het niet noodzakelijk is om maatregelen op te nemen in het RUP. De maatregelen hebben betrekking op een groen- en natuurgebied buiten het plangebied. Eventuele maatregelen tot sturing van de (vergunningsplichtige) recreatie buiten het plangebied kunnen worden genomen op grond van de artikelen 4.4.4 (recreatief medegebruik) en 4.4.5 (medegebruik natuurschoon) van de VCRO. De opmerking wordt meegenomen als aandachtspunt bij het uitvoerend beleid voor de ruimere zone Middenvijver;
- er voor gezorgd dient te worden dat er geen negatieve impact is op het beschermde landschap. In de verdere uitwerking van het RUP zullen er inrichtingsvoorschriften vastgelegd worden (bv. groenbuffer, bufferwal,…) die dienen voor de buffering van de stadscamping t.o.v. de omgeving.
Team externe veiligheid (TEV) stelt vast dat het plangebied volledig omsloten wordt door de consultatiezones van de hoogdrempelinrichtingen ARLANXEO en 3M Belgium, en gedeeltelijk overlapt met de consultatiezone van ATPC / ATPC Petrochemical. Om een beslissing te kunnen nemen over de verzoenbaarheid van het plan met de aanwezigheid van deze hoogdrempelinrichtingen vraagt TEV nader onderzoek naar de impact van de populatie in het plangebied op het groepsrisico van de hogedrempelinrichtingen, uitgevoerd door een erkend VR-deskundige. TEV neemt een beslissing op basis van dit onderzoek, uiterlijk op het moment van de plenaire vergadering. Het aanvullend onderzoek zal worden uitgevoerd.
Het advies van het Departement Omgeving is gunstig en geeft volgende suggesties:
- in het RUP de link leggen met het planproces van RUP Middenvijver, waarin reeds ruimte voor een stadscamping voorzien was. Het planningsproces van het RUP Middenvijver is stopgezet, zoals weergegeven onder titel 1.2.2 van Bijlage 1 bij de Startnota. Een verdere verwijzing naar dit RUP is dan ook niet noodzakelijk. Het RUP Stadscamping moet worden beschouwd als een op zichzelf staand RUP;
- om het locatie-onderzoek (of een samenvatting ervan) als bijlage op te nemen. De concept- en haalbaarheidsstudie (het locatie-onderzoek) voor de nieuwe stadscamping wordt opgenomen in bijlage van de scopingnota.
Op 4 september 2019 gaf de GECORO advies over de startnota van het RUP Stadscamping.
De GECORO vraagt om aandacht te hebben voor:
De GECORO adviseert om in de voorschriften van het RUP op te nemen:
Op 16 september 2019 (jaarnummer 171) verleent de districtsraad Antwerpen gunstig advies over de startnota en procesnota van het RUP Stadscamping mits volgende voorwaarden.
- Er een stevige groenbuffer wordt voorzien tegenover de meest nabije woningen en het groen rondom. Het bomenbestand maximaal behouden blijft en er wordt gestreefd om het bomenbestand nog uit te breiden.
In het RUP wordt de minimale uitvoering van de buffer en de fasering van de uitvoering (buffer voor inrichting) bepaald. Het groene karakter moet gevrijwaard blijven met als doel een groene camping met voldoende schaduw te creëren, dit wordt bepaald in de toelichtingsnota (hoofdstuk 2 ontwikkelingsvisie en paragraaf 2.2 beplantingsprincipes). Daarnaast zullen er ook nieuwe bomen aangeplant moeten worden, onder meer in functie van een buffer rond het kampeerterrein. Dit wordt vastgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften.
- Parkeren voor de camping geclusterd en op eigen terrein voorzien wordt. Gemotoriseerd verkeer binnen de camping sterk beperkt wordt.
Ter hoogte van de toegang via de Willem Gijsselsstraat moet een centrale parking worden aangelegd voor de opvang van de parkeerbehoefte. De maximale oppervlakte aan verharding wordt eveneens bepaald in de stedenbouwkundige voorschriften.
- Er een hoge beeldkwaliteit wordt opgelegd. Duurzaamheid en ecologie zijn het uitgangspunt bij de inrichting.
De constructie en afwerking van gebouwen en overige constructies moet duurzaam en gelijk zijn. De architectuur van de gebouwen en constructies moet een hoge beeldwaarde en hedendaags karakter hebben. Het gebruik van architectonisch verantwoorde en duurzame materialen is verplicht. Bovendien moeten de gebouwen en constructies landschappelijk inpasbaar zijn. Dit wordt vastgelegd in de stedenbouwkundige voorschriften.
- Gelet op het stedelijk plan om Camping Vogelzang op te heffen, mag de stedelijke capaciteit voor het hosten van motorhomes en caravans niet achteruit gaan t.o.v. het huidige peil.
Camping De Molen en het kampeerterrein Vogelenzang zullen op middenlange termijn verdwijnen. Het opzet is om de bestaande kampeerterreinen open te houden tot de nieuwe stadscamping gerealiseerd zal zijn en zo steeds te voorzien in een kampeeraanbod.
- Gelet op de beperkte capaciteit van het velostation voor de Stadscamping wordt er een uitbreiding van de fietscapaciteit voor Velo voorzien.
Bepalingen inzake het voorzien van bijkomende velo capaciteit kunnen niet vastgelegd worden in de voorschriften van het RUP. De opmerkingen worden meegenomen als aandachtpunt bij het uitvoerend beleid voor de ruimere zone Middenvijver.
De districtsraad adviseert het voorontwerp van het RUP ' Stadscamping', district Antwerpen.
Dit RUP met Alg. plan_ID 11002_214_10033_00001 bestaat uit een toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften, een grafisch plan, een register plancompensatie en een plan van de bestaande toestand