Door het invoeren van tijdelijke (woon)erven kunnen en mogen voetgangers alle beschikbare ruimte van de openbare weg gebruiken en krijgen zij voorrang op het gemotoriseerd verkeer. Op die manier wordt voor de voetgangers extra ruimte gecreëerd. Zeker in de historische binnenstad, waar de meeste voetpaden vandaag te smal zijn voor twee voetgangers die elkaar willen passeren, kan een erfstatuut een grote meerwaarde bieden.
Onderstaande straten krijgen een tijdelijk (woon)erf-statuut:
Een gestandaardiseerd pakket van uniforme maatregelen wordt uitgerold om ervoor te zorgen dat het wegbeeld van de tijdelijke inrichting voldoende ‘herkenbaar’, ‘leesbaar’ en ‘afdwingbaar’ is als een (woon)erf:
Bijkomend worden in de Keistraat, Dries en Huikstraat op regelmatige afstand één of meerdere asverschuivingen ingericht om zo de geldende snelheidslimiet van 20 km/uur af te dwingen.
Deze asverschuivingen worden waar mogelijk ondersteund en begeleidt door één of meerdere straatobjecten zoals onder meer plantbakken, jerseys en/of fietsbeugels.
In de Dries blijft het parkeren, uitsluitend toegelaten voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap, op dezelfde locatie behouden (één plaats). In de Keistraat wordt het parkeren, uitsluitend toegelaten voor voertuigen die gebruikt worden door personen met een handicap, verplaatst naar de even straatzijde, ter hoogte van nummer 12 (één plaats).
De parkeerbalans wijzigt ten gevolge van het realiseren van de noodzakelijke asverschuivingen in de Keistaat (min drie parkeerplaatsen), in de Dries (min vier parkeerplaatsen) en in de Huikstraat (min twee parkeerplaatsen). Voor de overige straten blijft de parkeerbalans ongewijzigd.
Bij de tijdelijke inrichting blijft de toegankelijkheid voor nooddiensten, leveringen, vuilnisophaling, enzovoort steeds verzekerd.
De proefopstelling zal worden gemonitord en na maximaal zes maanden geëvalueerd.
Het stadsbestuur heeft in haar bestuursakkoord 2019-2024 de ambitie geuit om van Antwerpen een wandelstad te maken waarbij je zonder onderbreking van het Centraal Station naar het Steen kan wandelen en waarbij de hele 16de-eeuwse binnenstad een autoluw en wandelvriendelijk gebied wordt (resoluties 9 en 24). Het stads- en districtsbestuur wenst daartoe onder meer negentig procent van de binnenstad om te vormen tot woonerf zodat de bereikbaarheid van de bewoners gegarandeerd blijft (resoluties 9 en 145).
Het college keurde in zitting van 2 juni 2020 (jaarnummer 4696) het kaderplan (woon)erven goed voor de historische binnenstad. Dit plan wil een kader scheppen voor toekomstige heraanlegprojecten van het publiek domein, waarbij maximaal wordt ingezet op het vererven van de 16de-eeuwse binnenstad, met uitzondering van de routes openbaar vervoer, brandweer- en parkeerroutes en de toeleveringsassen voor het winkelkerngebied.
Het college keurde in zitting van 2 juni 2020 (jaarnummer 4910) ook een principebeslissing over tijdelijke (woon)erven goed. De stad Antwerpen gaat gefaseerd en bij wijze van proef reeds een maximaal aantal straten uit het kaderplan (woon)erven tijdelijk inrichten en reglementeren als (woon)erf, zodat tegemoet gekomen kan worden aan de groeiende vraag en nood voor méér ruimte voor de voetganger in de binnenstad.
De Kommekenstraat, Dries, Keistraat en Huikstraat in het district Antwerpen:
Voornoemde straten voldoen aan de (wettelijke) vereisten uit het ‘kaderplan (woon)erven’ voor toepassing van een (woon)erf-statuut. Deze straten worden als voorafname op een definitieve heraanleg en bij wijze van proef tijdelijk ingericht en gereglementeerd als (woon)erf.
Het college keurde in zitting van 21 augustus 2020 (jaarnummer 7021) de proefopstelling in de 'Omgeving Schipperskwartier' goed. De bedrijfseenheid Stadsontwikkeling legt nu de proefopstelling ter kennisname voor.
GUNSTIG voor een proefopstelling woonerf in de Keistraat, Dries en Huikstraat, mits rekening te houden met de bemerkingen in hoofdstukken F en G van het advies.
Voor deze Kommekensstraat stelt zich een wettelijk probleem of fungeert mee als doorgangsroute om vanuit de hoofdaanrijroutes van brandweer in het fijnmazig netwerk te kunnen rijden. De nodige (wettelijke) initiatieven hiervoor dienen ondernomen te worden. Het aanbrengen van extra hindernissen en een beperking van de snelheid voor de hulpdiensten tot maximaal 20 km/u zullen de tussenkomst van de hulpdiensten vertragen en bemoeilijken.
Zie bemerkingen in hoofdstuk F.1.3 van het advies.
Antwoord bedrijfseenheid Stadsontwikkeling (afdeling mobiliteit):
Met betrekking tot het gestelde, wettelijk probleem wordt voorgesteld om een collegiaal schrijven te richten aan de hogere overheid met de vraag tot aanpassing van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 waarbij in art. 59.13 de woonerven en fietsstraten mee opgenomen kunnen worden als uitzondering. In de Kommekensstraat worden in de proefopstelling geen obstakels op de rijweg voorzien en/of delen van de straat afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Tijdens de implementatie van de proefopstelling zal er ter plaatse worden op toegezien dat alle hydranten steeds vrij en bereikbaar blijven.
Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt geven wij graag volgende mee bij de voorstellen voor het inrichten van tijdelijke woonerven:
Wanneer men kijkt naar de inrichtingsprincipes van een woonerf, voldoen de voorstellen hier niet volledig aan. Aangezien het echter om een tijdelijke situatie gaat en het ook zal aangeduid worden door middel van een bord ‘tijdelijk woonerf’, lijkt ons dit geen probleem te vormen. We raden echter wel aan om er op toe te zien dat de aanduiding van de parkeervakken wel zeker volgens de principes van een woonerf is: dit wil zeggen met markeringen en/of andere wegbedekking en de letter P in elk parkeervak. Zodoende hier geen verwarring kan over ontstaan.
Zoals op de plannen reeds voorzien, raden we aan om zoveel als mogelijk elementen aan te brengen (bv bloembakken, banken,…) die foutparkeren tegen kunnen gaan. Dit zal sowieso ook bijdragen tot het creëren van een gevoel van woonerf.
We stellen ook voor om zeker voldoende communicatie naar de bewoners te voeren. In het verleden werden meermaals vragen gesteld door burgers over het al dan niet mogen parkeren voor eigen garagepoorten in woonerven. Dit is enkel toegelaten in een woonerf wanneer hier ook werkelijk een parkeerplaats werd voorzien (wat normaal niet wordt toegepast). Het is belangrijk dat bewoners (nogmaals) worden ingelicht over de geldende regels in een woonerf, zo kunnen we onnodige vragen en eventuele boetes vermijden.
Antwoord bedrijfseenheid Stadsontwikkeling (afdeling mobiliteit):
Aan de vraag van de verkeerspolitie inzake duidelijkheid met betrekking tot de wettelijke parkeerplaatsen en het infrastructureel tegengaan van foutparkeren wordt maximaal tegemoet gekomen. Gelijktijdig met de implementatie van de tijdelijke (woon)erven zal ook een breed communicatietraject worden uitgerold met onder meer de verdeling van infobrieven aan buurtbewoners, flyers en raamposters.
Het districtscollege neemt kennis van de proefopstelling in de 'Omgeving Schipperskwartier'.
Het districtscollege neemt kennis van opdracht aan:
Dienst | Taak |
---|---|
SW/Mobiliteit | opstellen collegiale brief met de vraag aan de hogere overheid tot aanpassing van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 waarbij in art. 59.13 de woonerven en fietsstraten mee opgenomen kunnen worden als uitzondering. |
Verkeerspolitie | opstellen collegiale brief met de vraag aan de hogere overheid tot aanpassing van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 waarbij in art. 59.13 de woonerven en fietsstraten mee opgenomen kunnen worden als uitzondering. |