Terug
Gepubliceerd op 20/04/2020

2020_CBS_03447 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158276. Van Beethovenstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 17/04/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03447 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158276. Van Beethovenstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_03447 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158276. Van Beethovenstraat 1. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019158276

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jozef Beukeleirs met als adres Kastanjelaan 18 te 2560 Nijlen

Ligging van het project:

Van Beethovenstraat 1 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 6sectie F nr. 1347K28

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een eengezinswoning naar meergezinswoning met zeven studentenkamers (regularisatie)

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/02/1994: weigering (86#931557) voor een voorgevelverfraaiing;

-          10/07/1931: toelating (1931#39583) voor gevel- en binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          eengezinswoning met complementaire handelsfunctie op de benedenverdieping (straatzijde);

-          pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder mansardedak;

-          kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 11,70 en 15,00 m;

-          bouwdiepte hoofdvolume circa 9,00 m met op de gelijkvloerse en eerste verdieping een uitbouw tot tegen de achterste perceelgrens;

-          bakstenen gevel op natuurstenen plint en buitenschrijnwerk in wit pvc.

Huidige toestand

-          meergezinswoning met zeven studentenwoningen:

  • één studio met een netto vloeroppervlakte van circa 24,00 m²;
  • drie kamerwoningen zonder eigen keuken en sanitair met een netto vloeroppervlakte van circa 12,00 m²;
  • drie kamerwoningen zonder eigen keuken en sanitair met een netto vloeroppervlakte van circa 16,65 m²;
  • gemeenschappelijke keuken en sanitaire cel met ieders een oppervlakte van circa 13,00 m²;

-          pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder vals mansardedak;

-          kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 11,70 en 14,00 m;

-          bouwdiepte hoofdvolume circa 9,00 m met op de gelijkvloerse, eerste en tweede verdieping een uitbouw tot tegen de achterste perceelgrens;

-          gevelafwerking ongewijzigd ten opzichte van vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          conform huidige toestand.

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van de huidige toestand:

  • opsplitsen van een te beschermen eengezinswoning in één studentenstudio en zes studentenkamers;
  • voorzien van een gemeenschappelijke keuken en sanitaire ruimte;
  • uitbreiden van het bouwvolume ter hoogte van de tweede verdieping;
  • wijzigen van de dakvorm;
  • ophogen van de scheidingsmuren.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 februari 2020

3 maart 2020

Geen advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

28 februari 2020

25 maart 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

28 februari 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

28 februari 2020

12 maart 2020

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

28 februari 2020

2 maart 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

28 februari 2020

10 maart 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    De twee kamers op de derde verdieping en de keuken op de tussenverdieping beschikken niet over een vrije plafondhoogte van minimaal 2,60 m;
  • artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige wooneenheid:
    De studio op de gelijkvloerse verdieping beschikt niet over een minimale netto vloeroppervlakte van 35,00 m²;
  • artikel 26 Afvalberging:
    Er werd geen gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling voorzien;
  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte:
    De beschikbare buitenruimte op het dak van de uitbouw (ter hoogte van de eerste verdieping) werd dicht gebouwd. De nieuwe wooneenheden worden noch van een gemeenschappelijke, noch van een private buitenruimte voorzien;
  • artikel 38 Groendaken:
    Het nieuwe dak (uitbouw) is niet aangelegd als groendak.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening 

 

Functionele inpasbaarheid

De omgeving wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De beoogde studentenhuisvesting is gezien zijn woonfunctie functioneel inpasbaar in zijn omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume en het programma zoals voorgesteld. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. Achteraan wordt ter hoogte van de tweede verdieping een volume-uitbreiding voorgesteld. Deze uitbreiding is, gezien de beperkte impact op zijn omgeving en de beperkte verhoging van de scheimuren aanvaardbaar.
 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag voldoet niet aan artikels 21, 22, 26 en 28 van de bouwcode. In zitting van 5 juli 2013 (Jaarnummer 2013_CBS_06964) besliste het college via een afwijkingsbesluit de voorwaarden vast te stellen waarbinnen in het kader van studentenhuisvesting afwijkingen op de bouwcode kunnen worden toegestaan. Deze aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden van het afwijkingsbesluit. Bijgevolg kunnen beperkte afwijkingen worden toegestaan.

 

De snede geeft niet duidelijk weer wat de plafondhoogte is van de twee studentenkamers op de derde verdieping. Het lijkt er op dat deze hoger is dan de plafondhoogte in de gang die slecht 2m43 bedraagt. Artikel 21 van de bouwcode stelt dat verblijfsruimten een vrije hoogte van minstens 2,60 meter moeten hebben. Rekening houdend met de afwijkingsmogelijkheid wordt in voorwaarde opgelegd om de plafondhoogte van de kamers op de derde verdieping zo maximaal mogelijk te maken, door eventuele valse plafonds te verwijderen.

 

Op het gelijkvloers wordt achteraan een fietsenberging voorzien. Op de plannen staat hier echter ook een keuken en de toegang tot een badkamer ingetekend. Deze functies zijn niet verenigbaar met de fietsenberging. De fietsenberging dient uitsluitend als fietsenberging gebruikt te worden. De badkamer dient ingericht te worden als gemeenschappelijke afvalruimte, zoals voorzien in artikel 26 van de bouwcode. Dit zal in de voorwaarden van de vergunning worden opgenomen.

 

Wat betreft de afwijking op artikel 22 Minimale oppervlakte van een zelfstandige wooneenheid en artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimte van de bouwcode kan een afwijking worden toegestaan op basis van het eerder vernoemde collegebesluit en artikel 3 van de bouwcode. Binnen de bestaande constellatie van het gebouw is het immers niet mogelijk om aan deze artikels te voldoen, zonder het programma en/of het volume dermate te wijzigen.

 

Het nieuwe dak zal, conform artikel 38, uitgevoerd moeten worden als groendak.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de kamers en de studio uitsluitend te gebruiken als studentenwoningen;

3.      de plafondhoogte van de studentenkamers op de derde verdieping zo maximaal mogelijk te maken. Eventuele valse plafonds die deze hoogte beperken, dienen verwijderd te worden;

4.      de gemeenschappelijke douche en toiletruimte op het gelijkvloers in te richten als gemeenschappelijke afvalberging;

5.      de keuken/fietsenberging op het gelijkvloers in te richten als fietsenberging;

6.      het dak van de uitbreiding op de 2de verdieping uit te voeren als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

5 februari 2020

Volledig en ontvankelijk

28 februari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 mei 2020

Verslag GOA

8 april 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de kamers en de studio uitsluitend te gebruiken als studentenwoningen;

3.      de plafondhoogte van de studentenkamers op de derde verdieping zo maximaal mogelijk te maken. Eventuele valse plafonds die deze hoogte beperken, dienen verwijderd te worden;

4.      de gemeenschappelijke douche en toiletruimte op het gelijkvloers in te richten als gemeenschappelijke afvalberging;

5.      de keuken/fietsenberging op het gelijkvloers in te richten als fietsenberging;

6.      het dak van de uitbreiding op de 2de verdieping uit te voeren als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode;

7.      na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.