Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: |
OMV_2020016682 |
Gegevens van de aanvrager: |
de heer SAID ZEMMOURI HAMMADI met als adres Raasplein 7 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Ligging van het project: |
Raasplein 7 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
afdeling 28sectie A nr. 180R2 |
Vergunningsplichten: |
Stedenbouwkundige handelingen. |
Voorwerp van de aanvraag: |
regulariseren van een uitbreiding bij een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/04/2019: proces-verbaal (11002_2019_9291_APO) voor het wijzigen van het aantal woongelegenheden van één naar twee;
- 23/12/1964: vergunning (627#22951) voor het bouwen van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 11,57 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 11,57 m en inpandig terras van 1,43 m;
- tweede verdieping heeft een bouwdiepte van 11,57 m en inpandig terras van 1,43 m.
Huidige toestand
- meergezinswoning met 2 appartementen;
- 3 bouwlagen met plat dak;
- nieuwe raamopeningen in de achtergevel;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 14,70 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 13,10 m en een terras van 1,6m;
- tweede verdieping heeft een bouwdiepte van 13,10 m;
- voorgevel is afgewerkt met bruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in wit PVC of grijs aluminium;
- er is een voorzetrolluit voorzien op de voorgevel;
- balustrade van het buitenschrijnwerk en bijhorend terras op de eerste verdieping in de voorgevel verwijderd;
- verharde voortuin met broodautomaat;
- scheidingsmuur tussen de tuin van het perceel en de rechter buur;
- metalen trap in achtertuin.
Gewenste toestand
- eengezinswoning;
- 3 bouwlagen met plat dak;
- nieuwe raamopeningen in de achtergevel;
- gelijkvloers heeft een bouwdiepte van 14,70 m;
- eerste verdieping heeft een bouwdiepte van 13,10 m en een terras van 1,6m;
- tweede verdieping heeft een bouwdiepte van 13,10 m;
- voorgevel is afgewerkt met bruine gevelsteen en buitenschrijnwerk in wit PVC of grijs aluminium;
- voorzetrolluik op de voorgevel;
- terras en balustrade van het buitenschrijnwerk op de eerste verdieping in de voorgevel verwijderd;
- verharde voortuin;
- scheidingsmuur tussen de tuin van het perceel en de rechter buur.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van uitbouwen op het gelijkvloers, eerste verdieping en tweede verdieping;
- aanpassen van een eengezinswoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie |
Datum advies gevraagd |
Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam |
2 maart 2020 |
16 maart 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag wordt een onvergunde meergezinswoning terug omgevormd naar een eengezinswoning. Het pand is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties van het Raasplein. Er wordt geoordeeld dat de draagkracht van het pand noch van de omgeving wordt overschreden.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
In voorliggende aanvraag wordt het bestaande drie bouwlagen hoge hoofdgebouw behouden en aangevuld met uitbreidingen aan de achtergevel. Op de gelijkvloerse verdieping wordt een aanbouw voorzien tot een bouwdiepte van 14,70 meter. Het bestaande terras op de eerste verdieping wordt deels geïntegreerd in het bouwvolume en het terras wordt uitgebreid bovenop de nieuwe aanbouw. Verder wordt het bestaande terras op de tweede verdieping dicht gemaakt en volledig geïntegreerd in het bouwvolume.
De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Visueel-vormelijke elementen
De materialen van de nieuwe voorgevel zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel. Het Raasplein wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door baksteengevels waardoor de toegepaste gevelafwerking in lichte gevelsteen die gecombineerd wordt met wit pvc en grijs aluminium schrijnwerk in harmonie is met de omgeving.
Echter is er op de voorgevel ook een voorzetrolluik in wit pvc aangebracht. Dergelijke rolluik is niet in harmonie met het gebouw zelf als de omgeving waardoor dit niet aan artikel 6 van de bouwcode voldoet. Het voorzetrolluik wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.
De vergunde voorgevel wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een terras met balustrade op de eerste verdieping. In de voorliggende aanvraag wordt dit terras samen met de balustrade verwijdert. Dit is aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De beperkte oppervlakte van het extra volume van de achterbouw zorgt ervoor dat er geen negatieve gevolgen voor bezonning van de naastgelegen percelen ontstaat.
In de voorliggende aanvraag wordt een nieuwe scheimuur voorzien met de rechter buur. Deze muur heeft een lengte van 1,42 meter en een hoogte van ongeveer 2 meter waardoor geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel wordt gegenereerd.
Aan de achterzijde wordt bovenop de aanbouw een terras voorzien. Dit terras is niet voorzien op een afstand van 1,90m ten opzichte van de erfscheidingen en is daardoor niet in overeenstemming met artikel 678 en 679 van het Burgerlijk Wetboek.
Indien het terras aangepast wordt zodat een afstand van 1,90m ontstaat ten opzichte van de erfscheidingen kan dit wel gunstig geadviseerd worden. Het terras is dan niet storend voor de privacy en is dan in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats. Deze aanpassing van het terras wordt daarom opgenomen als voorwaarde bij de vergunning.
De vrije hoogte is op de gelijkvloerse verdieping beperkt tot slechts 2,25m. Artikel 21 van de bouwcode legt een minimale vrije hoogte voor verblijfruimtes op van 2,60m. De veranda en hobbyruimte kunnen daardoor niet als verblijfsruimte gebruikt worden. Het voorzien van niet-verblijfsruimtes op de gelijkvloerse verdieping wordt daarom opgelegd als voorwaarde voor vergunning. Dit was in de laatst vergunde toestand ook het geval.
In de voorliggende aanvraag worden de terrassen op de verdiepingen geïntegreerd in de woning. Hierdoor vergroot de keuken op de eerste verdieping en de slaapkamer en badkamer op de tweede verdieping. Volgens artikel 21 van de bouwcode dienen deze delen van de slaapkamer en de keuken een minimale vrije hoogte van 2,60m te hebben. In deze aanvraag is dit technisch niet haalbaar. Daarnaast zorgt de vergroting van deze ruimtes voor meer leefkwaliteit waardoor de vrije hoogte van 2,50m gunstig te adviseren is.
De slaapkamer (1) op de tweede verdieping krijgt onvoldoende licht. Het voorziene raam in de gevel heeft een te kleine oppervlakte volgens artikel 24 van de bouwcode. Het raam in de slaapkamer moet minstens een oppervlakte van 2,22m² hebben. Licht en lucht zijn basiskwaliteiten van verblijfsruimtes. Het vergroten van het glasoppervlak tot minstens deze minimale oppervlaktes wordt dan ook opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
In voorliggende aanvraag wordt een verharde oprit van 50,37m2 voorzien. Deze verharding is niet voorzien in de laatste vergunning waardoor dit deel van de aanvraag moet voldoen aan de bouwcode. De voorliggende aanvraag is dan ook strijdig met artikel 27 van de bouwcode dat oplegt voortuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Voortuinen van percelen met een woonfunctie zijn vrij van verhardingen en constructies met uitzondering van tuinafsluitingen en brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke toegangen mogen verhard worden. De oprit naar de garage mag een maximale breedte hebben van 3m. Paden palend aan de bebouwing en toegangspaden met een maximumbreedte van 1m50 zijn toegelaten. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd om de voortuin te ontharden zoals in rood aangeduid op de plannen.
Verder wordt opgemerkt dat er een broodautomaat voorzien is in de voortuinzone. Deze wordt uitgesloten uit deze vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag (eengezinswoning) geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Woninggrootte
De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Ook zijn er steeds minder vergunningen voor de bouw van eengezinswoningen. Om gezinnen in de stad te kunnen blijven aantrekken en behouden is het nodig om de eengezinswoningen te beschermen.
Het terug omvormen van de niet-vergunde meergezinswoning naar de oorspronkelijke eengezinswoning komt de stedelijke kwaliteit ten goede.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. het terras bovenop de aanbouw dient een afstand van 1,90m te bewaren tegenover alle perceelsgrenzen;
3. op de gelijkvloerse verdieping mogen enkel niet-verblijfsruimtes voorzien worden;
4. er dient een raam met een minimale glasoppervlakte van 2,22m² voorzien te worden in slaapkamer 1, conform artikel 24 van de bouwcode;
5. de oprit dient onthard te worden, conform artikel 27 van de bouwcode en het in rood aangepaste inplantingsplan.
Uitsluitingen
1. het voorzetrolluik op de voorgevel;
2. de broodautomaat in de voortuin.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap |
Datum |
Indiening aanvraag |
7 februari 2020 |
Volledig en ontvankelijk |
2 maart 2020 |
Start openbaar onderzoek |
geen |
Einde openbaar onderzoek |
geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken |
geen |
Uiterste beslissingsdatum |
31 mei 2020 |
Verslag GOA |
9 april 2020 |
naam GOA |
Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften |
Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften |
Petitielijsten |
Digitale bezwaarschriften |
0 |
0 |
0 |
0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. het terras bovenop de aanbouw dient een afstand van 1,90m te bewaren tegenover alle perceelsgrenzen;
3. op de gelijkvloerse verdieping mogen enkel niet-verblijfsruimtes voorzien worden;
4. er dient een raam met een minimale glasoppervlakte van 2,22m² voorzien te worden in slaapkamer 1, conform artikel 24 van de bouwcode;
5. de oprit dient onthard te worden, conform artikel 27 van de bouwcode en het in rood aangepaste inplantingsplan.
Uitsluitingen
1. het voorzetrolluik op de voorgevel;
2. de broodautomaat in de voortuin.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.