Terug
Gepubliceerd op 20/04/2020

2020_CBS_03448 - Omgevingsvergunning - OMV_2019157963. Italiëlei 110 . District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 17/04/2020 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_03448 - Omgevingsvergunning - OMV_2019157963. Italiëlei 110 . District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_03448 - Omgevingsvergunning - OMV_2019157963. Italiëlei 110 . District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019157963

Gegevens van de aanvrager:

de heer Selim Uslu met als adres Robert Molsstraat 44 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Italiëlei 110 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 2sectie B nr. 1456C2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          12/04/1938: vergunning (18#9748) bouwen van 6de verdieping;

-          07/01/1938: vergunning (18#9273) huis afbreken en herbouwen van appartementen.

-          29/03/2019: aanduiding als bouwkundig erfgoed.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          meergezinswoning in de rij bestaande uit 7 bouwlagen onder een plat dak;

-          bouwdiepte van 11,20 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens van gelijkvloers tot 5de verdieping;

-          bouwdiepte van 19,80 meter ter hoogte van de rechter perceelgrens van gelijkvloers tot 5de verdieping;

-          6de verdieping met een bouwdiepte van 11,20 meter;

-          in het pand zijn 7 wooneenheden voorzien, waarvan 6 met 2 slaapkamers en een terras;

Het dakappartement heeft 1 slaapkamer.

 

Huidige toestand

 

-          de bestaande toestand is gelijk aan de vergunde.

 

Gewenste toestand

 

-          meergezinswoning in de rij bestaande uit 7 bouwlagen onder een plat dak en 2 teruggetrokken daklagen waarvan de gevel is afgewerkt met lichte vezelcementplaten en pvc ramen;

-          bouwdiepte van 11,20 meter ter hoogte van de linker perceelsgrens van gelijkvloers tot 6de verdieping;

-          bouwdiepte van 19,80 meter ter hoogte van de rechter perceelsgrens van gelijkvloers tot 7de verdieping;

-          7de verdieping die 2,73 meter terugspringt van de rooilijn en een bouwdiepte heeft van 8,50 meter op de linker perceelsgrens en 16,97 meter op de rechter perceelgrens;

-          8ste verdieping die 2,73 meter terugspringt van de rooilijn en een bouwdiepte heeft van 8,50 meter;

-          voorzien van 8 woonentiteiten met 2 slaapkamers;

-          het appartement op verdieping 6 heeft 2 slaapkamers en een netto-vloeroppervlakte van 78 m²;

-          het duplex-appartement op verdieping 7 en 8 heeft 2 slaapkamers en een netto-oppervlakte van circa 103m².

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning;

-          uitbreiden van het appartement op verdieping 6;

-          voorzien van 2 bijkomende teruggetrokken daklagen boven de kroonlijst van het gebouw;

-          ophogen van de scheimuren;

-          afwerken van de uitbreiding in witte vezelcementplaten en schrijnwerk in wit PVC.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

14 januari 2020

7 februari 2020

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator

14 januari 2020

19 februari 2020

Voorwaardelijk gunstig

FOD Mobiliteit en Vervoer - Dienst Luchtvaart

14 januari 2020

1 april 2020

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

14 januari 2020

4 februari 2020

stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes

14 januari 2020

4 februari 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

14 januari 2020

24 januari 2020

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

14 januari 2020

14 februari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

 

-          2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:

Het voorzien van een dubbele daklaag is niet kenmerkend in de omgeving die voornamelijk bestaat uit platte daken of enkele teruggetrokken daklagen;

-          2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:

De afwerking van de dakverdiepingen in plaatmateriaal en de gevelgeleding van deze uitbreiding is niet in harmonie met de architectuur, gevelgeleding en materialisatie van het bestaande inventarispand;

-          2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:

De bouwdiepte van verdieping 7 is niet in harmonie met de bouwdiepte van de rechter gebuur;

-          2.1.3 Bouwvolume, bouwlijn, bouwdiepte

De bouwdiepte van verdieping 7 overschrijdt de bouwdiepte van de daklaag van de rechter gebuur met 8 meter;

-          2.1.4.2 Kroonlijsthoogte van de achtergevels:

De kroonlijsthoogte van de achtergevel is hoger dan deze van de voorgevel;

-          2.1.6 Gevelopbouw en gevelgeleding:

De gevelgeleding van de uitbreiding is niet afgestemd op de gevelgeleding van het bestaande inventarispand;

-          2.1.7 Gevelmaterialen:

De gevelafwerking in plaatmateriaal met pvc ramen sluit niet aan bij de materialisatie van het bestaande inventarispand;

-          2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:

Een dubbele teruggetrokken daklaag is niet kenmerkend in de omgeving die voornamelijk bestaat uit platte daken of enkele teruggetrokken daklagen;

-          2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:

Indien teruggetrokken daklagen mogelijk zijn, dienen deze geplaatst worden op ten minste 3 meter achter de voorgevel- en achtergevelvlak. De nieuwe daklagen worden op 2,73 meter van de voorgevellijn geplaatst en de onderste wordt doorgetrokken tot de achtergevellijn.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

 

  • artikel 21 §3: de liftdeur op verdieping 7 heeft geen vrije doorgangsbreedte van 90 cm. Deze is slechst 85 cm;
  • artikel 24 draairuimte: er is geen vrije draaicirkel voorzien achter de liftdeur en voor de inkomdeur van verdieping 7.

 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:

Het voorzien van een dubbele daklaag is niet kenmerkend in de omgeving die voornamelijk bestaat uit platte daken of enkele teruggetrokken daklagen;

De bouwdiepte van verdieping 7 is niet in harmonie met de bouwdiepte van de rechter gebuur;

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

De afwerking van de dakverdiepingen in plaatmateriaal en de gevelgeleding van deze uitbreiding is niet in harmonie met de architectuur, gevelgeleding en materialisatie van het bestaande inventarispand;

  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De plafondhoogte van de slaapkamer op verdieping 8 is 2,57 meter. Dit is lager dan de vereiste 2,60 meter; 

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

De fietsenstalplaatsen in de kelder zijn niet bereikbaar via een goed toegankelijke helling, een trap met fietsgoot of een lift;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen

Voor het bijkomende appartement wordt geen parkeerplaats voorzien;

  • artikel 28 Minimale oppervlakte buitenruimten:

Het tweeslaapkamer appartement op verdieping 6 heeft geen terras met een oppervlakte van 6 m². Er wordt een terras voorzien van 1,8 m² en terras van 3,4 m²;

  • artikel 38 Groendaken:

de nieuwe platte daken worden niet aangelegd als groen daken ondanks hun oppervlakte groter dan 20 m².

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het verbouwen en uitbreiden van een meergezinswoning is principieel in overeenstemming met de toelaatbare bestemmingen van het RUP Binnenstad. De Italiëlei bestaat voornamelijk uit appartementsgebouwen. Het voorzien van bijkomende woonfuncties is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid – hinderaspecten

 

De aanvraag voorziet enerzijds het uitbreiden van het appartement op de 6de verdieping, anderzijds het voorzien van een duplexappartement onder de vorm van een dubbele teruggetrokken daklaag boven de kroonlijst.

 

De uitbreiding van de 6de verdieping is principieel stedenbouwkundig aanvaardbaar, aangezien de bouwdiepte aansluit bij de recente nieuwbouw bij de rechter gebuur.

 

Door het uitbreiden van de 7de verdieping tot de achterste perceelgrens wordt de bouwdiepte van de dakverdieping bij de rechterbuur echter ruim overschreden en ontstaat een nieuwe blinde scheimuur van bijna 8 meter. De omvang van deze scheimuur verstoort het uitzicht van het dakappartement en verlaagt bijgevolg de woonkwaliteit. Om een kwalitatieve aansluiting met het naburige pand te verkrijgen dient de bouwdiepte van de 7de verdieping worden beperkt. Het beperken van de bouwdiepte wijzigt het plan dermate dat dit niet kan worden opgelegd in voorwaarden.

 

Door het doortrekken van de 7de verdieping tot de achterste perceelgrens is de kroonlijsthoogte van de achtergevel hoger dan deze van de voorgevel. Dit is niet in overeenstemming met artikel 2.1.4.2 van de algemene voorschriften van het RUP. In dit artikel is opgenomen dat de kroonlijsthoogte van de achtergevel steeds kleiner of gelijk moet zijn aan de kroonlijst van de voorgevel. Aangezien een grote blinde scheimuur ontstaat tegenover de gebuur is een afwijking niet aanvaardbaar.

 

Het appartement op de 6de verdieping wordt uitgebreid van een 1-slaapkamerappartement naar een 2-slaapkamerappartement. Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner.

 

Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheid onvoldoende wooncomfort biedt. Op een oppervlakte kleiner dan 80 m² wordt onvoldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement. Deze oppervlakte (vanaf 60 m²) kan hoogstens een 1-slaapkamerappartement herbergen.

 

Bovendien wordt een onvoldoende ruime buitenruimte voorzien voor een twee-slaapkamerappartement. Zowel de oppervlakte van 3,4 m² als van 1,8 m² is onvoldoende

om effectief als bruikbare kwalitatieve buitenruimte beschouwd te kunnen worden.

Conform de bepalingen van artikel 28 van de bouwcode dient minstens 6 m² aanééngesloten buitenruimte worden voorzien voor een twee-slaapkamerappartement of minstens 4 m² voor een één-slaapkamerappartement.

 

Het achterste terras wordt bovendien voorzien op de achterste perceelsgrens, waardoor rechtstreekse zichten worden gecreëerd op het achterliggende perceel. Dit is in strijd met de bepalingen van het burgerlijk wetboek. Hoewel de vergunningverlenende overheid geen rekening mag houden met burgerrechtelijke aspecten bij het beoordelen aanvragen, kan wel worden geoordeeld dat het voorzien van een buitenruimte die enkel afhankelijk is van erfdienstbaarheden geen aanvaardbare oplossing is. Er dient gezocht te worden naar een oplossing op eigen perceel.

Los van het overschrijden van de maximale bouwdiepte geldt dit ook voor het achterste terras dat werd voorzien op verdieping 7.

 

Het voorzien van een terras aan de voorzijde op verdieping 7 is principieel aanvaardbaar, indien voldoende afstand wordt gehouden van de kroonlijst conform artikel 2.1.11.2 van het RUP Binnenstad en indien een deze wordt voorzien tegen de linker opgaande scheimuur.

Het verhogen van de rechter scheimuur voor de gevel van de daklaag is niet aanvaardbaar.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

 

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

Bovendien schrijft artikel 5§2 voor dat de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie moet bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat de stedelijke dienst monumentenzorg deze kan afwegen. Het project werd voorbesproken met de stedelijke dienst monumentenzorg.

 

Het advies van de dienst monumentenzorg kan als volgt worden samengevat:

 

“Het bestaande pand is een appartementsgebouw in art-decostijl, opgetrokken in opdracht van D. Roca, naar een ontwerp door de architect Fernand Keymeulen uit 1937. Aanvankelijk zes bouwlagen hoog, werd in 1938 tijdens de bouw nog een zevende bouwlaag toegevoegd. Het appartementsgebouw Roca is representatief voor de architectuur van Keymeulen uit de late jaren 1930, die het midden houdt tussen art deco en modernisme. Tot op heden kon slechts een beperkt aantal van zijn realisaties worden geïdentificeerd, alle uit de jaren 1936 tot 1939.

De lijstgevel heeft een parement uit gele baksteen in tegelverband, met gebruik van witte natuursteen voor de erkers en de omlijstingen, arduin voor de pui en marmer voor de deuromlijsting. Asymmetrisch van opzet legt de gevelcompositie de klemtoon op de brede zijtravee, die wordt gemarkeerd door gestapelde driezijdige erkers met bloembakken. Daarnaast geeft een slanke oplopende erker met een rondbogige bekroning, metalen schrijnwerk en rood martelé-glas het trappenhuis aan. De toegevoegde verdieping onderscheidt zich door een oculus en een vlaggenmast. Het deur- en vensterschrijnwerk is vernieuwd.Het pand is beeldbepalend omwille van de architecturale waarde.

Men wenst twee teruggetrokken bouwlagen te voorzien op het gebouw. De nieuwe gevel wordt bekleed met witte vezelcementpanelen. De bestaande gevel blijft in zijn geheel behouden en zal gereinigd worden. Het schrijnwerk in de voorgevel bestaat gedeeltelijk uit pvc. Dit schrijnwerk is beeldverstorend. Een aluminium steellook profiel is hier aangewezen. Aangezien echter de appartementen van verschillende eigenaars zijn, is het niet mogelijk dit als voorwaarde op te leggen. Het bestaande schrijnwerk in pvc zal wel uitgesloten worden uit de vergunning.

Op dit type van architectuur wordt geen daklaag verwacht. Een teruggetrokken bouwlaag is dus een aanvaardbare toevoeging aangezien de bestaande gevel in zijn geheel afleesbaar blijft.

Er werd een voorstel gedaan van twee bouwlagen. Aangezien deze bouwlagen teruggetrokken geplaatst worden ten opzichte van de voorgevel en dus niet zichtbaar zullen zijn vanaf de straatzijde, is dit aanvaardbaar. Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.”

 

Hoewel in bovenstaand advies werd opgenomen dat de uitbreiding aanvaardbaar is door de beperkte zichtbaarheid vanop de straat, zal de uitbreiding worden beoordeeld naar inpassing in het straatbeeld en naar welstand.

 

Het voorzien van een dubbele teruggetrokken daklaag is niet kenmerkend in de omgeving.

De omliggende gebouwen typeren zich door een plat dak waar al dan niet één teruggetrokken daklaag wordt op voorzien. De afwerking van de daklaag laat zich ook niet lezen als een verderzetting van het bestaande gebouw. Zowel de gevelgeleding als de materialisatie wijken sterk af van de gevelopbouw van het bestaande inventarispand. Gelet op de breedte van de Italiëlei zal de gevelopbouw van de daklagen zichtbaar zijn vanaf de overkant van de leien en vanuit de omliggende gebouwen. Voorliggende uitwerking van de daklaag wordt gelezen als een vreemde toevoeging op het bestaande gebouw en doet afbreuk aan het straatbeeld van de Leien. Om te kunnen oordelen of een dubbele teruggetrokken daklaag aanvaardbaar is, dient deze minstens uitgewerkt te worden in een vormentaal en materialisatie die aansluit bij het bestaande gebouw. Gelet op de enkele teruggetrokken daklaag bij de recente nieuwbouw van de rechtergebuur, kan worden geoordeeld dat een enkele daklaag voorziet in een kwalitatieve aansluiting met de buurpanden.

 

In artikel 2.1.9 van de algemene voorschriften van het RUP Binnenstad is opgenomen dat een teruggetrokken bouwlaag minstens 3 meter achter het voorgevel- en achtergevelvlak moet worden geplaatst. In voorliggende aanvraag is de daklaag op een kleinere afstand geplaatst. Op de 7de verdieping is deze zelfs helemaal doorgetrokken tot de achtergevel.

Een afwijking is enkel aanvaardbaar indien dit voorziet in een goede aansluiting met de rechter gebuur.

 

Toegankelijkheid

 

Voor de uitbreiding zijn de bepalingen van de verordening toegankelijkheid van toepassing.

Dit is voornamelijk van toepassing op de verticale circulatie.

 

Er wordt opgemerkt dat de vrije doorgangsbreedte van de liftdeur geen 90 cm bedraagt en dat er geen vrije draaicirkel wordt voorzien achter de liftdeur en voor de inkomdeur van verdieping 7.

Van de vrije doorgangsbreedte van de liftdeur kan worden afgeweken aangezien de bestaande lift wordt doorgetrokken.

 

Gezondheid – gebruiksgenot

 

Op de tekeningen is niet aangeduid dat de platte daken worden aangelegd als groendak. Gelet op de oppervlakten is dit vereist conform de bepalingen van artikel 38 van de bouwcode.

 

De plafondhoogte van verdieping van de 8ste verdieping is slechts 2,57 meter. Aangezien het nieuwbouw is, dient de plafondhoogte minstens 2,60 meter te zijn conform artikel 21 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen het beoordelingskader voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden.

Er wordt een extra verdieping 7 en 8 gebouwd, waardoor het aantal wooneenheden wijzigt van 7 naar 8.

1 bijkomend appartement > 90m² met parkeernorm 1.35 ? 1 x 1.35 = 1.35.

De werkelijke parkeerbehoefte is 1.

 

De plannen voorzien geen nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens art. 12, §3, 1° (Levendige plint) is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen van 5 juni 2017. In deze aanvraag is dit dus van toepassing 1 plaats.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor het bijkomend appartement met 2 slaapkamers moeten 3 fietsenstallingen voorzien worden.

Er wordt een fietsenberging ingericht in de kelder. Deze is niet vlot bereikbaar met de fiets.

De lift is te klein en de draaitrap is niet geschikt voor fietsen. Er zou een afwijking kunnen worden toegestaan gelet op de erfgoedwaarde van het pand en de onmogelijkheid voor het voorzien van een fietsenberging op het gelijkvloers, zonder in te boeten aan woonkwaliteit op het gelijkvloers.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 december 2019

Volledig en ontvankelijk

14 januari 2020

Start openbaar onderzoek

22 januari 2020

Einde openbaar onderzoek

20 februari 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

27 juni 2020

Verslag GOA

8 april 2020

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

22 januari 2020

20 februari 2020

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.