Terug
Gepubliceerd op 03/06/2020

2020_DRBZL_00025 - Overheidsopdrachten op investeringsbudget - Rapportering aan districtsraad. Principe - Goedkeuring

districtsraad Berendrecht Zandvliet Lillo
di 02/06/2020 - 20:00 districtshuis Berendrecht-Zandvliet-Lillo
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Raf Crynen, voorzitter districtsraad; Karel Hendrickx, districtsraadslid; Rudi Sempels, districtsschepen; Zander Vliegen, districtsraadslid; An Van Uffelen, districtsraadslid; Carl Geeraerts, districtsburgemeester; Marc Maes, districtsraadslid; Steve Van Broeckhoven, districtsraadslid; Carina Stark, districtsraadslid; Robin De Winter, districtsraadslid; Sandra Suykerbuyk, districtsschepen; Pascale De Langhe, districtsschepen; Bart Goris, districtsraadslid; Veronique Clabost, districtsraadslid; Jan Smets, districtssecretaris; Liesbeth Sleymer, plaatsvervangend districtssecretaris

Verontschuldigd

Nathalie Aertssen, districtsraadslid

Secretaris

Liesbeth Sleymer, plaatsvervangend districtssecretaris

Voorzitter

Raf Crynen, voorzitter districtsraad
2020_DRBZL_00025 - Overheidsopdrachten op investeringsbudget - Rapportering aan districtsraad. Principe - Goedkeuring 2020_DRBZL_00025 - Overheidsopdrachten op investeringsbudget - Rapportering aan districtsraad. Principe - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt in artikel 41, 10°, a) dat het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad is, tenzij de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt in artikel 134, eerste lid, 1°, dat de gemeenteraad de bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover hij beschikt en die hij nader bepaalt, kan overdragen aan de districtsraden.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt in artikel 134, tweede lid, 1°, dat het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover hij beschikt en die hij nader bepaalt, kan overdragen aan de districtscolleges.

Argumentatie

De gemeenteraad besliste op 24 juni 2019 om:

  • de beslissing van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521), waarmee inhoud werd gegeven aan het begrip ‘dagelijks bestuur’, op te heffen met ingang van 1 september 2019;
  • de beslissing van 17 september 2007 (jaarnummer 1932), waarmee de bevoegdheden inzake overheidsopdrachten overgedragen werden aan de districten, op te heffen met ingang van 1 oktober 2019;
  • de bevoegdheden voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten te delegeren aan de districtsraden in het kader van de uitoefening van de aan de districten overgedragen bevoegdheden;
  • voor de districten de volgende definitie van ‘dagelijks bestuur’ goed te keuren met ingang van 1 oktober 2019:

Alle beslissingen inzake het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten:

    • die betrekking hebben op het exploitatiebudget;
    • die betrekking hebben op het liquiditeitenbudget;
    • die betrekking hebben op het investeringsbudget voor zover het geraamde bedrag lager is dan de drempel voor het gebruik van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking van opdrachten voor werken.

Voor beslissingen over raamcontracten wordt voor het beoordelen van de genoemde drempel gekeken naar het jaarlijks geraamde bedrag.

  • Aan de districtsraden te suggereren dat zij een kennisgevingsplicht per kwartaal voorzien van districtscollege aan districtsraad voor alle opdrachten op het investeringsbudget waarvan het geraamde bedrag (exclusief btw) de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overschrijdt, naar analogie met de kennisgevingsplicht van college aan gemeenteraad.

De districtsraad neemt kennis van de beslissingen van de gemeenteraad en gaat in op de suggestie om een kennisgevingsplicht te voorzien van het districtscollege aan de districtsraad, naar analogie met die van het college aan de gemeenteraad.

De districtsraad stelt vast dat zijn districtsraadsbesluit van 5 november 2007 (jaarnummer 1693) zonder voorwerp is geworden en beslist tot opheffing ervan.

Juridische grond

Het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019 (jaarnummer 458): geeft een nieuwe definitie aan het begrip ‘dagelijks bestuur’ en regelt de kennisgevingsplicht voor overheidsopdrachten op het investeringsbudget.

Aanleiding en context

In zijn besluit van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521) besliste de gemeenteraad over de definitie van het begrip ‘dagelijks bestuur’ op basis van de toen geldende bepalingen in het gemeentedecreet van 15 juli 2005.  De definitie was van belang voor de bevoegdheidsverdeling tussen de gemeenteraad en het college inzake overheidsopdrachten.

In de artikels 2 en 3 van dit gemeenteraadsbesluit verplichte de gemeenteraad het college om per kwartaal kennis te geven aan de gemeenteraad van de volgende collegebesluiten:

  • alle opdrachten van dagelijks bestuur die betrekking hebben op de buitengewone dienst en het bedrag van 67.000,00 EUR (exclusief btw) overschrijden
  • alle opdrachten van dagelijks bestuur die betrekking hebben op de buitengewone dienst en een meerkost genereren van meer dan 10%.

Volgens artikel 282 §1, 1° van het gemeentedecreet kon de gemeenteraad de bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover hij beschikt en die hij nader bepaalt, overdragen aan de districtsraden.  Volgens art.282 §2, 1° kon het college de bevoegdheden van gemeentelijk belang waarover het beschikt en die het nader bepaalt, overdragen aan de districtscolleges.

Het college en de gemeenteraad beslisten om de bevoegdheden waarover zij beschikten inzake overheidsopdrachten op grond van het gemeentedecreet en de gemeenteraadsbeslissing over dagelijks bestuur van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521), over te dragen aan de districtscolleges (college 17 augustus 2007, jaarnummer 10513) en aan de districtsraden (gemeenteraad 17 september 2007, jaarnummer 1932).

Aan de districtsbesturen werd gesuggereerd om eenzelfde kennisgevingsplicht per kwartaal van districtscollege aan districtsraad te voorzien als de kennisgevingsplicht die bestond op stedelijk niveau.

Met zijn besluit van 5 november 2007 (jaarnummer 1693) besliste de districtsraad eenzelfde kennisgevingsplicht te voorzien door het districtscollege aan de districtsraad.

Sinds 1 januari 2019 is het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna decreet lokaal bestuur) van toepassing.

Door het decreet lokaal bestuur wijzigt de impact van het begrip ‘dagelijks bestuur’ en heeft nu enkel nog gevolg voor het bepalen van de bevoegdheid voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten.

Met gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019 (jaarnummer 458) wordt het gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2007 (jaarnummer 1521) opgeheven en geeft de gemeenteraad een nieuwe invulling aan het begrip ‘dagelijks bestuur’.

Besluit

De districtsraad Berendrecht Zandvliet Lillo keurt eenparig het volgende besluit goed.

De districtsraad berendrecht zandvliet lillo beslist:

Artikel 1

De districtsraad neemt kennis van het gemeenteraadsbesluit van 24 juni 2019 (jaarnummer 458).

Artikel 2

De districtsraad keurt goed dat het districtsraadsbesluit van 5 november 2007 (jaarnummer 1693), dat de kennisgevingsplicht regelde van het districtscollege aan de districtsraad op basis van de toen geldende bepalingen van het gemeentedecreet, per 1 juni 2020 wordt opgeheven.

Artikel 3

De districtsraad keurt goed dat aan hem door het districtscollege per kwartaal kennis wordt gegeven van alle opdrachten op het investeringsbudget waarvoor het geraamde bedrag (exclusief btw) de drempel voor de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking overschrijdt.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.