Binnengemeentelijke decentralisatie
Met de collegebeslissing van12 mei 2017 (jaarnummer 4463) werden de bevoegdheden van de districtscolleges gecoördineerd. Artikel 2 bepaalt dat het districtscollege bevoegd is voor lokaal cultuurbeleid.
Kerkfabriek de Verrezen Heer en St VIC Sint Hubertus (’t Oud Kapelleke) dienden ter verantwoording van hun toelages op basis van het reglement voor feest-, sport-, cultuur-, en ontmoetingszalen onderstaande documenten in:
De dossiers werd nagekeken op volledigheid en voldoen aan alle reglementaire voorwaarden.
In de zitting van de districtsraad van 25 juni 2015 (jaarnummer 38) werd het toelagereglement voor infrastructuurwerken aan feest,- sport-, cultuur-, en ontmoetingszalen goedgekeurd.
In de zitting van de districtsraad van 19 novemer 2019 (jaarnummer 79) werd de beleids- en beheercyclus en opmaak meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd. Op het investeringsbudget is er voor de toelage voor infrastructuurwerken aan feest,- sport,- cultuur,- en ontmoetingszalen een budget van 25.000,00 EUR voorzien.
Op 29 april 2020 diende Kerkfabriek De Verrezen Heer via mail een aanvraag in voor een toelage voor een aanpassing in hun ontmoetingsruimte. Ze wensen deze zaal toegankelijker te maken door het versmallen van een steunpilaar. De kosten werden geraamd op 7.298,72 EUR. Kerkfabriek De Verrezen Heer komt volgens het reglement in aanmerking voor een toelage van 50% van de werkelijk gemaakte kosten.
Op 29 april 2020 diende St VIC Sint Hubertus (’t Oud Kapelleke) via mail een aanvraag in voor een toelage voor het vernieuwen van hun electriciteitsnet. De bestaande infrastructuur voldoet niet meer aan de huidige normen. De kosten werden geraamd op 20.743,03 EUR. St VIC Sint Hubertus (’t Oud Kapelleke) komt volgens het reglement in aanmerking voor een toelage van 50% van de werkelijk gemaakte kosten.
Het districtscollege beslist om de aanvragen voor een toelage voor infrastructuurwerken van de Kerkfabriek de Verrezen Heer en St VIC Sint Hubertus ('t Oud Kapelleke) op basis van het reglement voor feest-, sport-, cultuur- en ontmoetingszalen die aan niet- commerciële tarieven beschikbaar gesteld worden aan verengingen, ontvankelijk te bevinden.