Terug
Gepubliceerd op 17/03/2020

2020_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158692. Cogels-Osylei 75. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
ma 16/03/2020 - 15:00 Extra digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158692. Cogels-Osylei 75. District Berchem - Weigering 2020_CBS_02060 - Omgevingsvergunning - OMV_2019158692. Cogels-Osylei 75. District Berchem - Weigering

Motivering

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2019158692

Gegevens van de aanvrager:

de heer Rami Nasser met als contactadres De Burburestraat 6 bus 5 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Cogels-Osylei 75 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 22sectie A nr. 14G3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen.

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van de verharding in de voortuinstrook

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27/01/2017: bouwovertreding (2017#3233) voor de verbreding van het toegangspad naar de woning;

-          27/01/1933: vergunning (1275#1932) voor veranderingswerken.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          burgerhuis met twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak;

-          toegangspad met een breedte van 1,50 meter.

Huidige toestand

-          burgerhuis met twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak;

-          toegangspad met een breedte van 3 meter.

Gewenste toestand

-          burgerhuis met twee ongelijke traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak;

-          regulariseren van het toegangspad met een breedte van 3 meter.

 

Inhoud van de aanvraag

-          regulariseren van het bestaande toegangspad. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Onroerend Erfgoed

17 januari 2020

18 februari 2020

Ongunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg

16 januari 2020

28 januari 2020

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud. (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

  • Artikel 5: De afsluiting van de voortuin werd deels verwijderd alsook het oorspronkelijk pad.
  • Artikel 5: De vergunningsaanvraag bevat in de beschrijvende nota geen informatie over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen.
  • Artikel 27: Het toegangspad heeft een breedte van 3 meter.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag. 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijking van de voorschriften

De aanvrager argumenteert dat het voorstel noodzakelijk is om het pand te kunnen onderhouden, alsook om te kunnen verhuizen.

In grote lijnen worden twee argumenten worden aangehaald:

-          Het pad van 1m50 breed is te smal voor een ladderlift en werkzaamheden;

-          De diepte van de voortuin, de aanleg van de straat met kasseien en parkeerplaatsen én een tramlijn laten het niet toe dat verhuistoestellen zich op het voetpad of de rijbaan plaatsen.

 

Een ladderlift met een breedte van 1m50 of smaller is echter niet vreemd, alsook laat de diepte van de voortuin, de aanleg van de straat met kasseien en parkeerplaatsen én een tramlijn het wel toe dat ladderliften op het openbaar domein worden geplaats. Hiervoor zijn zelfs al toelatingen aan de bouwheer verleend.

 

Indien uit de verplicht in te winnen adviezen blijkt dat het aangevraagde strijdig is met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening, of indien dergelijke strijdigheid manifest reeds uit het aanvraagdossier blijkt, wordt de vergunning geweigerd of worden in de aan de vergunning verbonden voorwaarden waarborgen opgenomen met betrekking tot de naleving van de sectorale regelgeving.

Het verplicht in te winnen advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed luidt onder andere alsvolgt: ’(…)Deze motivering geeft aan dat de gevraagde handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:

-          passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);

-          sloopverbod (art. 6.4.7 Onroerenderfgoeddecreet);

-          relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014); (…)

 

Cultuurhistorische aspecten

Omwille van de erfgoedwaarde werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst monumentenzorg en het Vlaams Agentschap Onroerend Erfgoed.

 

Het advies van het agentschap luidt alsvolgt: ‘Uit onze behandeling van het dossier blijkt dat de handelingen afbreuk doen aan de bescherming.

Het pand is beschermd als monument omwille van de historische en artistieke waarde. De afsluiting van de tuin met een hek is daar een onmiskenbaar onderdeel van, alsook de aanleg van het tuinpad. Zoals plan 12 in het herwaarderingsplan voor het beschermde stadsgezicht aangeeft, is ter hoogte van nummer 75 het hekwerk nog intact. Het is duidelijk dat het wegnemen van het hek een negatieve impact heeft op de erfgoedwaarde en een storend beeld oplevert, dat nog ondersteund wordt door een plakkaat dat het wegslepen van voertuigen suggereert. Het verdwijnen van hekwerk doet afbreuk aan de uniformiteit van het straatbeeld en het totaalconcept dat aan de basis lag van de straataanleg.

Daarenboven werd het oorspronkelijke pad weggenomen, zonder dat daarvoor een toelating werd verleend.

Het beheersplan stelt hierover: ‘De verharding van de voortuinstrook moet beperkt blijven. Enkel de verharding die noodzakelijk is voor de toegang van de woning is toegestaan. De maximale verharding bestaat uit een toegang tot de garage en een pad naar de voordeur. Daarbij kunnen zich drie gevallen voordoen. Hieronder zijn drie typevoorbeelden gegeven voor verharding van de voortuin. Het schema kan variëren naar gevelindeling en gevelbreedte: o Type 2 omvat woningen zonder garage. Enkel een pad naar de voordeur is toegestaan. De rest van de voortuin wordt als tuinstrook ingericht.

Deze situatie moet opnieuw hersteld worden, samen met het terugplaatsen van het ontbrekende deel van het hek (zie foto hieronder, situatie 2014) en met het opnieuw aanleggen van het oorspronkelijk pad in tegels zoals beschreven OP PAGINA 26 in het beheersplan voor het beschermde stadgezicht.

Deze motivering geeft aan dat de gevraagde handelingen niet overeenstemmen met de direct werkende normen van de regelgeving Onroerend erfgoed, namelijk met:

-          passief behoudsbeginsel (art. 6.4.3 Onroerenderfgoeddecreet);

-          sloopverbod (art. 6.4.7 Onroerenderfgoeddecreet);

-          relevante bepalingen uit het Onroerenderfgoedbesluit (Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014);

Het stemt ook niet overeen met de uitgangspunten en doelstellingen van het herwaarderingsplan.

Wij vragen ook dat alles in het werk gesteld wordt om de huidige situatie ongedaan te maken, we maken het dossier alvast over aan de afdeling Handhaving van het departement Omgeving in functie van een herstelvordering. 

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening en omwille van strijdigheid van het aangevraagde met direct werkende normen binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 december 2019

Volledig- en ontvankelijk

16 januari 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 maart 2020

Verslag GOA

24 februari 2020

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.