Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.
Op 28 mei 2015 (jaarnummer 4543) nam het college kennis van de aanbodkaarten restwarmte, bodemenergie en rioolwarmte en de begeleidende rapporten.
Op 26 oktober 2015 (jaarnummer 541) keurde de gemeenteraad het geactualiseerde klimaatplan 2015-2020 van de stad Antwerpen goed. Als belangrijke doelstellingen zijn opgenomen: 20% daling CO2 (uitstoot stedelijk grondgebied) en 100% daling CO2 in 2050 (klimaatneutrale stad) .
Op 28 april 2017 (jaarnummer 3305) keurde het college de opmaak van de Strategische Energievisie Antwerpen (SEViA) via een projectovereenkomst met de distributienetbeheerders IMEA en IVEG goed. SEViA kadert in de opmaak van een duurzaam energiebeleid. Het energiebeleid zal ervoor zorgen dat potentieel duurzame energiebronnen optimaal benut worden om de uitstoot van broeikasgassen te minimaliseren.
Op 6 juli 2018 (jaarnummer 6376) keurde het college de resultaten van het voortraject van de actualisatie klimaatplan 2030 (luik mitigatie) goed. Hierin wordt de rol van warmtenetten gevoed met restwarmte ook voor de periode 2020-2030 benadrukt als strategische doelstelling.
Doelstelling
De Strategische Energievisie Antwerpen (SEViA) is een ruimtelijk analysemodel dat een kader wil bieden voor het lange termijn energiebeleid van de stad wat betreft de warmtevoorziening, met oog op klimaatneutraliteit in 2050. Dit vertaalt zich in een ‘Warmtezoneringskaart’, waarop het technisch en economisch potentieel van klimaatneutrale warmtetechnologieën voor 2050 wordt gekarteerd. Het model biedt op deze manier een gefundeerde basis voor verdere energiebeleidsuitbouw. De energietransitie is een dynamisch geheel waar de stad flexibel mee moeten kunnen omspringen. De methodologie laat toe om het model gaandeweg te verfijnen en desgevallend aan te passen bij nieuwe inzichten.
Aanpak
In het model wordt rekening gehouden met 3 energieconcepten voor warmte voor ruimteverwarming en sanitair warm water, namelijk warmtenetten gevoed met restwarmte, een all electric scenario met warmtepompen en een hernieuwbaar gas scenario.
Er is eerst bekeken welke sectoren van de stad worden opgenomen. Op die manier zijn er enkele zones uitgesloten, zoals infrastructuur- en industriegebieden. De studie richt zich vooral op de residentiële en tertiaire zones. De basisdata komen voornamelijk uit het kadaster. Fluvius heeft de warmtevraag bepaald per statistische sector in 2012, die bijgesteld geweest is naar 2017. Dit is het huidige scenario waarmee gerekend wordt. Vervolgens is via een modellering op basis van het theoretisch renovatiepotentieel en de verdichting een toekomstige warmtevraag opgesteld voor 2050 om te bekijken hoe robuust de energieconcepten zijn.
Via een technische en economische analyse is een ‘warmtezoneringskaart’ opgesteld, waarin per statistische sector binnen de stad een uitspraak wordt gedaan over het voorkeur energieconcept. Voor zones waar de voorkeur minder uitgesproken is, wordt aangeraden om een verdere gedetailleerde analyse uit te voeren.
Conclusies
Warmtenetten komen uit de analyse als een interessant concept naar voor, voor meerdere statistische sectoren in de stad. Enkele zones zijn economisch het meest interessant. Dit zijn:
Deze zones zijn (deels) mee opgenomen in het Plan Van Aanpak warmtenetten, dat in parallel is opgesteld met SEViA. Om te bepalen welke zones worden uitgekozen als pilootzones, is er eveneens gekeken naar onder meer grote geplande infrastructuurwerken, renovatieprojecten, grote verbruikers en de nabijheid van bestaande en reeds geplande warmteprojecten. Op deze manier zijn de Ringzone (Oost en Zuidoost) en Nieuw Zuid omgeving mee opgenomen. Deurne Zuid voorlopig niet.
Voor het all electric scenario zijn eveneens enkele interessante zones benoemd, namelijk:
Naast een Plan Van Aanpak warmtenetten voor de pilootzones, moet er een aansluitbeleid worden uitgewerkt. Dit houdt in dat er per energieconcept een maatregelenmix moet worden vastgelegd, om aansluitingen op het voorkeursscenario aan te moedigen. Hier kan de warmtezoneringskaart als ruimtelijke basis gebruikt worden. De start van de uitwerking hiervan is gepland voor einde 2020.
De resultaten worden verder doorvertaald naar de burger door middel van een draaiboek ‘wijkwarmte’. Hierin zit het communicatieplan vervat. De vertaling zal organisch groeien door middel van de lessons learned in de bovengenoemde pilootzones.
Het college neemt kennis van de Strategische EnergieVisie Antwerpen.
Het college keurt de onderliggende warmtezoneringskaart van de Strategische EnergieVisie Antwerpen goed.
Het college keurt goed dat de Strategische EnergieVisie Antwerpen en de onderliggende warmtezoneringskaart in het kader van de dynamische energietransitie periodiek worden bijgesteld.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst |
Opdracht |
SW en AGVespa |
|
SW in samenwerking met Fluvius |
|
SW/Communicatie |
|