Terug
Gepubliceerd op 25/01/2021

2021_CBS_00520 - Fondsen. Eurodesk. - Deelname Horizon 2020-projectvoorstel Hydras - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 22/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00520 - Fondsen. Eurodesk. - Deelname Horizon 2020-projectvoorstel Hydras - Goedkeuring 2021_CBS_00520 - Fondsen. Eurodesk. - Deelname Horizon 2020-projectvoorstel Hydras - Goedkeuring

Motivering

Gekoppelde besluiten

Regelgeving: bevoegdheid

Art. 8 van het besluit van de gemeenteraad van 25 maart 2019 (jaarnummer 154): het college is bevoegd om namens de stad Antwerpen in te tekenen op projectoproepen die worden georganiseerd door een hogere overheid en om met diezelfde overheid daarover overeenkomsten te sluiten.

Argumentatie

De doelstellingen van het projectvoorstel bouwen verder op beleidsbepalingen uit het  Hemelwaterplan (college 19 januari 2018, jaarnummer 501), het Waterplan (college 20 september 2019, jaarnummer 7650) en het Klimaatplan 2030 (gemeenteraad 14 december 2020, jaarnummer 775). 

  • Het Hemelwaterplan beschrijft de visie van Water-link en Aquafin op de rioleringsinfrastructuur volgens de huidige Vlaamse normering. Het legt de nadruk op de ondergrondse waterinfrastructuur binnen het huidige klimaat.
  • Het Waterplan maakt klimaatprojecties voor wateroverlast in functie van de bestaande stedenbouwkundige structuren. Het biedt een kader om de stad voor te bereiden op neerslagextremen en zo de druk op de buffercapaciteit van de rioleringen te verlichten. Het wijst op de noodzaak om hemelwater zoveel mogelijk te hergebruiken, te laten infiltreren, of te bufferen in waterinfrastructuren, om de stad beter te wapenen tegen toenemende wateroverlast. Het plan bevat een kwetsbaarheidsanalyse die verschillende overstromingsgevoelige gebieden in de stad identificeert. 
  • Het Klimaatplan 2030 herbevestigt het engagement om de stad en haar inwoners voor te bereiden op de gevolgen van de toenemende klimaatverandering. Het Klimaatplan formuleert doelstellingen rond de bescherming tegen wateroverlast, het streven naar waterhergebruik en –besparing, en het ontwikkelen van een sterke parate respons op klimaatextremen. De overstromingsgevoelige locaties in de stad worden daarbij prioritair aangepakt. De resultaten van het project kunnen ook naadloos aansluiten bij bestaande stadsontwikkelingsprojecten zoals de heraanleg van de Gedempte Zuiderdokken.

Rol stad Antwerpen

De stad werkt mee aan een Vlaamse regionaal demonstratieproject, bestaande uit een provinciale component en een stedelijke component. De stedelijke component (Stad Antwerpen, Aquafin, Water-link, KU Leuven) spitst zich toe op de stedelijke overstromingsproblematiek ten gevolge van voorspelde hevige neerslagscenario’s, de hoge mate van verharding in de stad, en de beperkte buffer- en overstortcapaciteit van het rioleringssysteem. Het digital twin model van imec, een gedetailleerd digitaal hydraulisch model van het gebied, vormt de kern van de oplossing. Dit model wordt gevoed met metingen (neerslag, overstort rioleringen, status van pompen en sluizen), metingen door burgers, en betere neerslagvoorspellingen, om zo accurate overstromingsvoorspellingen mogelijk te maken. Het model wordt ondersteund door een snel rekenend hydraulisch model van KU Leuven. Hiertegenover staan real-time controle van rioolkleppen (verantwoordelijkheid Aquafin/Water-link), slimme sturingen op waterbuffers en een participatief Stadslab2050 traject met burgers rond paraatheid bij nakende overstromingen. Water-link zal in dit traject ook een communicatieonderdeel voorzien rond bewustwording over watergebruik via de digitale meter.

De locatiekeuze zal in de loop van het project worden bepaald. Daarbij zal vooral worden gekeken naar de overstromingsgevoelige locaties geïdentificeerd in het Waterplan. Het is de bedoeling om na projectafloop de sensors en slimme sturingen in gebruik te houden.

De provinciale component (POM Antwerpen, Provincie Antwerpen, KU Leuven, Sumaqua, Pidpa, Aquafin, Agentschap Informatie Vlaanderen, Regionaal Landschap Rivierenland, VITO) werkt aan oplossingen voor droogte ten gevolge van veranderde neerslagpatronen en een tekort aan waterbuffercapaciteit in rurale gebieden en de landbouwsector. Via meer buffercapaciteit, slimme sturingen, stakeholderoverleg met landeigenaars, wil de provincie de waterbeschikbaarheid beter afstemmen op de behoefte.

De dienst Stadsontwikkeling/Energie en Milieu Antwerpen staat in voor de coördinatie van de projectactiviteiten binnen de stad.

Indien het project wordt goedgekeurd, dan zal het finale projectbudget samen met de goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst, opnieuw aan het college zal worden voorgelegd.

Aanleiding en context

Binnen het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon2020 staat momenteel de volgende projectoproep open: LC-GD-1-3-2020 Climate-resilient Innovation Packages for EU regions (vrij vertaald als ‘Klimaat-bestendige Innovatie Pakketten voor EU regio’s’). Deze oproep maakt deel uit van een pakket van projectoproepen ter ondersteuning van de Europese Green Deal agenda. De deadline voor de indiening van projectvoorstellen is 26 januari 2021. De stad wil in kader van deze projectoproep deelnemen aan het projectvoorstel ‘HYDRAS’.

De projectoproep is gericht op grootschalige innovaties die Europese regio’s op verschillende domeinen moeten klaarmaken voor de gevolgen van de klimaatverandering. Het kan daarbij gaan om het opschalen van digitale oplossingen, zogenaamde ‘nature based solutions’, financieringsvormen, nieuwe business modellen of nieuwe manieren van samenwerken. De oplossingen moeten in lijn liggen met de doelstellingen van de Europese Green Deal en zich richten op cruciale systemen in een gemeenschap zoals waterbeheer, biodiversiteit, landbouw, transport, of energie. De oproep is op zoek naar oplossingen die voldoende rijp zijn om op grote schaal getest en uitgerold te worden in verschillende Europese regio’s. Projectvoorstellen moeten daarom een weerslag zijn van de Europese diversiteit, geografisch evenwichtig gespreid zijn en de regio’s voorbereiden op de meest uiteenlopende klimaatscenario’s en adaptatiemechanismen inbouwen. 

Het projectvoorstel HYDRAS speelt in op water-gerelateerde uitdagingen in Europese steden en regio’s en zal adaptieve oplossingen demonstreren om die uitdagingen aan te pakken. De projectmethodiek vertrekt van een analyse van de verschillende regionale probleemstellingen en het potentieel voor adaptieve ingrepen. In nauw overleg met stakeholders wordt vervolgens een pakket aan oplossingen voorgesteld. Imec is verantwoordelijk voor het ondersteunen van de regionale oplossingen, en het bijsturen en evalueren van maatregelen via digital twin beleidsondersteuning. Deze digitale, op real-time data gebaseerde beleidsondersteuning, staat centraal in het projectvoorstel. In alle regionale cases is een doorgedreven burgerparticipatie aspect aanwezig. 

Het consortium wordt geleid door imec. Het projectvoorstel wordt gecoördineerd door het studiebureau Virtech. Andere partners zijn KU Leuven, Water-Link, Aquafin, Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen, Agentschap Informatie Vlaanderen, Water Europe (netwerkorganisatie), VITO, PIDPA, Sumaqua (innovatiebureau watermanagement), Fundació Eurecat (Spanje), Fundació Universitaria Balmes (Spanje), Draxis (Griekenland), Centre for Research and Technology Hellas (Griekenland), IJsfontein Holding (Nederland), Tomorrow’s Cities Partners (België), Democratic Society (België), Dark Matter Labs (Verenigd Koninkrijk), BwB Connect CLG (Verenigd Koninkrijk), Procter & Gamble Services Company, MEDGreen Innovation Cluster (Roemenië), Idein Development Foundation (Bulgarije), Institute of Technology and Development (Bulgarije) en IVL-Swedish Environmental Research Institute (Zweden).

De andere regio’s naast Vlaanderen zijn: Noord-Italië (Autorita Di Bacino Distrettuale Delle Alpi Orientali), Noord-Oost Spanje (Vic), West-Griekenland (Perifereia Dytiki Ellada), Zuid-oost Roemenië (Dobrogea) en Noord-Oost Bulgarije (Shabla).

Het project duurt 4 jaar. 

Algemene financiƫle opmerkingen

Het project heeft een totaalbudget van 15 miljoen euro. Het projectbudget voor stad Antwerpen wordt geraamd op circa 480.000,00 euro. Dit budget bestaat voornamelijk uit personeelsmiddelen, aangevuld met een beperkt budget voor het burgertraject, reiskosten en communicatie, en overhead (25%). De uitgaven worden volledig gedekt door de verworven subsidie. Horizon 2020 wordt voor 100% gefinancierd door de EU, er is dus geen stedelijke cofinanciering vereist.

Het projectvoorstel wordt uitgewerkt door het consultancy bureau Virtech (Bulgarije). De vergoeding van het studiebureau wordt verdeeld onder alle deelnemende partners. Voor de Vlaamse partners gaat het om een eenmalige vergoeding van 650 euro excl. btw voor de indiening van het projectvoorstel. Dit budget is voorzien op doelstelling 2LMS020201PA5993/5152500000/2100/613. Indien het project wordt goedgekeurd, dient een succes fee van 1,3% op het partnerbudget te worden betaald. Dit bedrag wordt ruimschoots gedekt door de overhead op de personeelskosten.

Na deze goedkeuring op Europees niveau, zullen de eventuele ontvangsten en uitgaven die met het project gepaard gaan in het reguliere budget van de dienst Stadsontwikkeling – Energie en Milieu Antwerpen worden opgenomen en zal hiertoe een subsidiefiche worden opgemaakt.

Beleidsdoelstellingen

2 - Leefbare en mobiele stad
2LMS02 - Leefmilieu
2LMS0202 - Antwerpen wordt een klimaatrobuuste stad

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college keurt deelname aan het Horizon 2020-voorstel Hydras goed.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.