Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020123692 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Blue Gate Antwerp Development met als adres Scheldedijk 30 te 2070 Zwijndrecht |
Ligging van het project: | Olieweg zn te 2020 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 9 sectie I nrs. 2910Y, 2910X en 2923B |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | inrichten van een tijdelijke parking |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/07/2019: vergunning (2019688) het aanleggen van een tijdelijke parking met 196 parkeerplaatsen (vergunning niet uitgevoerd);
- 29/08/2017: vergunning (2017609) sloop- en afbraakwerken in het kader van het bedrijventerrein 'Blue Gate Antwerpen';
- 17/04/2018: vergunning (20172050) Blue Gate Antwerp: ontwikkeling van een hoogwaardig, watergebonden en eco-effectief bedrijventerrein.
Huidige toestand
- braakliggend terrein.
Gewenste toestand
- het aanleggen van een tijdelijke parking ten behoeve van de omliggende bedrijven van de bedrijvenzone Blue Gate Antwerp ;
- de parking wordt voorzien van 194 parkeerplaatsen waarvan 8 mindervalidenparkeerplaatsen;
- de realisatie van het eerste parkeergebouw wordt voorzien na de opening van het arresthuis;
- op basis van de vooropgestelde timing van het arresthuis wordt een tijdelijke vergunning voor vijf jaar aangevraagd voor deze parking;
- de vergunning met referentie OMV_2019023922 wordt met deze aanvraag vervangen.
Inhoud van de aanvraag
- inrichten van een tijdelijke parking voor een periode van vijf jaar.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 22 oktober 2020 | 15 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 22 oktober 2020 | 16 november 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
De Vlaamse Waterweg nv | 22 oktober 2020 | 11 december 2020 | Gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 22 oktober 2020 | 27 oktober 2020 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 22 oktober 2020 | 3 november 2020 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 22 oktober 2020 | 27 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 22 oktober 2020 | 27 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 22 oktober 2020 | 30 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 22 oktober 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 22 oktober 2020 | 9 november 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gemengd regionaal bedrijventerrein en specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. )
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
de hoekplaatsen worden niet voorzien met een breedte van 2,80m en er worden geen voorzieningen gerealiseerd voor elektrische wagens;
de niet-overdekte parking wordt niet voorzien van een olieafscheider.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project is gelegen in een mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Bijgevolg werd het project voor advies bezorgd aan de beheerder van de waterloop: Vlaamse Waterweg. Het advies is gunstig. Zie toetsing aan de goede ruimtelijke ordening.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode..
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 31 mei 2017. De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
- artikel 30: Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen;
- artikel 44: Vetafscheiders en olieafscheiders.
Bovenvermelde artikels worden besproken in de paragraaf hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in een tijdelijke parking met 194 plaatsen in afwachting van gecentraliseerde parkeergebouwen. Het projectgebied is gesitueerd in het bedrijventerrein ‘Blue Gate Antwerp’. Het bevindt zich ten oosten van de Olieweg, ten noorden van de nieuwe DHL magazijnen en ten westen van het toekomstige arresthuis. In 2018 werd reeds een aanvraag gedaan voor een tijdelijke parking dewelke niet uitgevoerd werd en zal worden. (OMV_2019023922) Het huidige dossier vervangt deze eerste locatie en die vergunning.
Er wordt enkel een tijdelijke vergunning aangevraagd voor het voorzien van verhardingen (asfalt en steenpuin) en de aanleg van een beperkte groene bufferzone ter hoogte van de Olieweg.
De parking wordt aangevraagd voor een periode van 5 jaar. De parkeercapaciteit is noodzakelijk voor de nieuwe bedrijvigheid op Blue Gate Antwerp. Op het moment dat er voldoende bedrijvigheid is op de site, worden parkeergebouwen gerealiseerd om het geclusterd parkeren op te vangen. De termijn van 5 jaar wordt gekoppeld aan de vergunning.
In het kader van voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan Ondernemen en stadsmarketing/business en innovatie. Het advies is gunstig gezien de site is gelegen binnen het industriegebied BGA zoals voorzien in de beleidsnota industrie. Omdat ondertussen de eerste vestigingen gerealiseerd zijn, kan ook de inrichting van een tijdelijke parking voor de gebruikers voorzien worden.
Daarnaast werd advies gevraagd aan het autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten, AG Vespa. Zij brachten een gunstig advies uit.
Het voorzien van de tijdelijke parking kan op functioneel vlak vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De tijdelijke parking moet dienen als geclusterde parking voor het een deel van Blue Gate Antwerp, in afwachting van de realisatie van de eerste parkeergebouwen. Deze parking moet, het gegroepeerd parkeren op de bedrijvenzone Blue Gate Antwerp in de opstartfase mogelijk maken. De realisatie van het parkeergebouw wordt voorzien na de opening van het arresthuis. Op basis van de vooropgestelde timing van het arresthuis wordt een tijdelijke vergunning voor vijf jaar aangevraagd voor deze parking. Voor de parking zelf wordt geen parkeerbehoefte opgelegd.
|
De plannen voorzien in 194 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 194. Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Ontsluiting/bereikbaarheid:
De parking wordt ontsloten via de Olieweg.
Fietsvoorzieningen:
Er zijn geen fietsstalplaatsen nodig omdat de fietsstalplaatsen voorzien worden per gebouw.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De parking is efficiënt ingericht. De parkeerplaatsen zijn voorzien van een halfverharding en dienen als buffer- en infiltratiezone voor hemelwater.
Cultuurhistorische aspecten
Gezien de oppervlakte van het terrein groter is dan 3000 m², werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst archeologie. Het advies is voorwaardelijk gunstig:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven de 3 000 m² (4 460 m²) en ingreep in de bodem onder 5000 m² (gelijk aan projectgebied). De aanvrager is niet publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht. De bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde hiervan steeds komen inschatten. ”
Het melden van eventuele vondsten en restanten wordt opgelegd als voorwaarde in de omgevingsvergunning.
Bodemreliëf
Het terrein werd reeds bouwrijp gemaakt op basis van een voorgaande vergunning en is momenteel braakliggend. Er dient geen aanpassing te gebeuren aan het bodemreliëf om de parking te realiseren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De rijwegen op de parking worden verhard (asfalt), de parkeerplaatsen zelf worden halfverhard aangelegd (steenslag). Het hemelwater dat op de asfaltverharding valt, kan gebufferd en geïnfiltreerd worden via de steenslagzones. Volgens de hemelwaterverordening is een buffercapaciteit van 47,83 m³ en een infiltratiecapaciteit van 76,52 m² vereist. De totale aangelegde capaciteit zal respectievelijk 91,9 m³ en 1.225,4 m² bedragen. Omwille van het tijdelijk karakter van de parking en de mogelijkheid tot lokale infiltratie, worden deze oppervlaktes niet aangesloten op het gezamenlijk hydrologisch concept van de Blue Gate site.
Voor voorliggende aanvraag werd advies gevraagd aan Aquafin NV. Aquafin NV adviseert voorwaardelijk gunstig en is akkoord met het infiltratieconcept indien ervoor wordt gezorgd dat het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater. Daarnaast is reiniging van betonmixers en dergelijke niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen. Bovenstaande voorwaarden worden opgenomen in de vergunning.
De Vlaamse Waterweg, afdeling Zeeschelde adviseert gunstig gezien het project op voldoende afstand van de waterkering ligt.
Er wordt opgemerkt dat de voorliggende aanvraag niet voldoet aan artikel 44 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat elke niet-overdekte parking moet voorzien worden van een olieafscheider. Gezien het gaat over een tijdelijke parking waarbij het hemelwater op natuurlijke manier afvloeit naar infiltratiezones wordt een afwijking toegestaan op basis van artikel 3 van de bouwcode.
De dienst milieuvergunningen heeft vanuit milieutechnisch oogpunt geen bezwaar tegen de voorliggende aanvraag gezien het stallen van personenwagens niet vergunningsplichtig is volgens Vlarem. Er wordt in het dossier geen indicatie teruggevonden dat er ook andere voertuigen dan personenwagens gestald zullen worden.
Daarnaast werd het advies van de verkeerspolitie gevraagd. De verkeerspolitie heeft vanuit veiligheidsoogpunt geen bezwaar op de aanvraag voor het inrichten van een tijdelijke parking.
Tot slot wordt opgemerkt dat de aanvraag niet voldoet aan artikel 30 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat een autoparkeerplaats bepaalde minimumdimensies dient te hebben die het beoogde gebruik garanderen. In §3 wordt vermeld dat een hoekplaats een minimale breedte dient te hebben van 2,80m in functie van gebruiksgenot. Het aanpassen van de breedte van de 3 aangeduide hoekplaatsen (van 2,50m naar 2,80m) wordt daarom opgelegd als voorwaarde voor vergunning. Daarnaast worden geen elektriciteitsvoorziening voorzien voor elektrische wagens. Volgens artikel 30 dient men per 10 autostalplaatsen telkens één elektriciteitsvoorziening te voorzien ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens. Gezien het in dit geval over een tijdelijke vergunning gaat wordt geoordeeld dat op dit vlak een afwijking toegestaan kan worden op basis van artikel 3 van de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de tijdelijke parking aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
4. reiniging van betonmixers en dergelijke is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen.
5. De breedte van de hoekplaatsen die rood aangeduid zijn op de plannen dient aangepast te worden tot 2,80m in functie van gebruiksgenot.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 18 september 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 22 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | 30 oktober 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 28 november 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 30 januari 2021 |
Verslag GOA | 7 januari 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 oktober 2020 | 28 november 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de bouwheer is verplicht om eventuele vondsten en restanten waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat het archeologische waarde heeft, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4);
3. een (groot) deel van de verharding watert af op het eigen terrein of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal. Het hemelwater dient voldoende tijd te hebben om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
4. reiniging van betonmixers en dergelijke is niet toegelaten op de openbare weg omwille van mogelijke verstopping van straatkolken en rioleringsleidingen.
5. De breedte van de hoekplaatsen die rood aangeduid zijn op de plannen dient aangepast te worden tot 2,80m in functie van gebruiksgenot.
Geldigheidsduur
De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 5 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.