Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Wegenwerken
Artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet stelt dat indien de vergunningsaanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen neemt, alvorens de bevoegde overheid een beslissing neemt over de vergunningsaanvraag.
De gemeenteraad heeft op 14 december 2020 de volgende beslissing genomen over de zaak van de wegen.
Omschrijving beslissing
De gemeenteraad besliste in zitting van 14 december 2020 (jaarnummer 716) om zijn goedkeuring te hechten aan de wijziging van het gemeentelijk rooilijnplan goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 28 mei 1962 'Rijksweg Nr. 242 “Krijgsbaan, vak St. Bernardsesteenweg – Fort 8 te Hoboken, Wijziging Rooilijnplan' zoals voorgesteld op het bijgevoegd rooilijnplan '20200317_Krijgsbaan_Rooilijnplan'.
De gemeenteraad besliste in zitting van 14 december 2020 (jaarnummer 767) om:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
POVC Antwerpen | 31 juli 2020 | 17 november 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
POVC Antwerpen | 16 oktober 2020 | 17 november 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 31 juli 2020 | 2 september 2020 | Geen advies |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 31 juli 2020 | 23 oktober 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 31 juli 2020 | 11 augustus 2020 |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 7 januari 2021 | 7 januari 2021 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 31 juli 2020 | 11 augustus 2020 |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud | 31 juli 2020 | 10 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ energie en milieu Antwerpen | 31 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 31 juli 2020 | 3 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 31 juli 2020 | 4 augustus 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan:
- parkgebied / groengebied: In parkgebieden en groengebieden zijn de aangevraagde werken met betrekking tot wegenis (fietspad) in principe in tegenspraak met de bestemmingsvoorschriften;
- parkgebied: In parkgebieden en groengebieden zijn de aangevraagde werken met betrekking tot reliëfwijziging (aanleggen van grachten) in principe in tegenspraak met de bestemmingsvoorschriften.
- gebied voor dagrecreatie: In een gebied voor dagrecreatie zijn de aangevraagde werken (aanleggen riolering op privé terrein) in principe in tegenspraak met de bestemmingsvoorschriften
De aanvrager vraagt voor al deze stedenbouwkundige handelingen een afwijking op de geldende bestemmingsvoorschriften aan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer op volgende punt:
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota met referentie (ID 5107)werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 8 november 2017.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Van de archeologienota met referentie (ID 13960) werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 26 februari 2020.
Deze nota bevat voorwaarden, die moeten opgelegd worden in de vergunning.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestplan wat betreft de bestemmingen dagrecreatie en groengebieden.
Artikel 4.4.7. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening bepaalt het volgende:
In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Deze paragraaf verleent nimmer vrijstelling van de toepassing van de bepalingen inzake de milieueffectrapportage over projecten, opgenomen in hoofdstuk III van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
Hoofdstuk III: De handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben of als dergelijke handeling beschouwd kunnen worden:
ART. 3. §2. De volgende handelingen zijn handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De handelingen hebben betrekking op:
2° de aanleg, wijziging of uitbreiding van:
a) tramlijnen en lightrail;
3° de wijziging of uitbreiding van:
c) bestaande of geplande openbare verkeerswegen, met inbegrip van het wijzigen en uitbreiden van bestaande of geplande op- en afritcomplexen;
d) bestaande of geplande openbare spoorwegen, waterwegen of waterlopen, of andere openbaarvervoersvoorzieningen;
5° de aanleg van de volgende elektriciteitsleidingen die bedoeld zijn voor het openbaarvervoersnet, en hun aanhorigheden, zoals omvormingsstations :
a) ondergrondse leidingen;
b) bovengrondse leidingen met een spanningsniveau tot en met 70 kV;
c) aansluitingen van grote netgebruikers;
De handelingen vallen onder het toepassingsgebied van artikel 3, § 2, 3° en 5° van het voormeld besluit. De handelingen hebben immers betrekking op het heraanleggen van de Krijgsbaan, dewelke op grond van voormeld besluit beschouwd worden als handelingen van algemeen belang, die een beperkte impact hebben in de zin van artikel 4.4.7. § 2. De handelingen komen voor vergunning in aanmerking, ook al strijden deze met de stedenbouwkundige voorschriften van het gewestplan Antwerpen, dit overeenkomstig artikel 4.4.7. § 2. Op grond van de voorliggende elementen is er geen beletsel om af te wijken van de gewestplanbestemmingen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag heeft betrekking op de aanleg van een RWA en DWA stelsel en de aanleg van een warmtenetwerk onder de Krijgsbaan. Daarnaast wordt de bestaande wegenis vernieuwd en voorzien van nieuw fietspad aan beide zijden van de rijbaan. Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van verkeersinfrastructuur met groenzones op openbaar domein blijft behouden.
Cultuurhistorische aspecten
Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is deels gelegen binnen woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven de 3.000 m² (circa 25.455 m²) en ingreep in de bodem boven 1.000 m² (gelijk aan projectgebied). De aanvrager is publiekrechtelijk. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
De archeologienota werd opgemaakt door de dienst Archeologie van de stad Antwerpen (ID 13960) waarvan nadien akte onder voorwaarden werd genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 26 februari 2020. Er is een correct verband tussen de vermelde en aangevraagde ingrepen. Het bijhorende programma van maatregelen adviseert de bouwheer een vervolgonderzoek in de vorm van een werfbegeleiding. (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/13960). De aangetroffen restanten dienen enkel opgegraven te worden tot verstoringsdiepte, de dieper gelegen delen dienen in situ bewaard te blijven.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd vanuit AG Vespa.
“gunstig advies mits voorwaarden van het niet aanleggen van de riolering op de parking van het zwembad. Na de heraanleg dient de eigendomsstructuur te worden bekeken in functie van eventuele overdracht naar het Openbaar Domein indien er grond in eigendom van de stad Antwerpen wordt ingenomen.”
Het voorwaardelijk gunstig advies van Vespa wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt bijgetreden. De voorgestelde voorwaarde wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de dienst Integraal Waterbeleid. In een eerste maal werd dit dossier ongunstig beoordeeld. “ Ongunstig, aangezien het schadelijk effect niet kan worden ingeschat, waardoor de aanvraag niet verenigbaar is met het watersysteem en art. 1.2.2 van het decreet integraal waterbeleid.” Tijdens de vergunningsprocedure werd deze informatie verder aangevuld. Het advies van integraal waterbeleid werd ter zitting bijgesteld naar gunstig advies.
De voorwaardelijke gunstige adviezen van de Vlaamse Milieumaatschappij, het agentschap Natuur en Bos en door het agentschap Wegen en verkeer. De voorgestelde voorwaarden dienen integraal opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
Het dossier werd gunstig geadviseerd door Aquafin:
“Aan dit project is het Water-link project RI3H051 verbonden. Alle aspecten van het project die gerelateerd zijn aan de riolering en het hydraulisch verhaal, werden en worden opgevolgd door Water-Link ism Aquafin. Wij achten het dan ook niet nodig om hier verder via deze weg nog advies over te geven.”
Het dossier werd ook gunstig beoordeeld door de Vlaamse Waterweg.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
De Lijn heeft dit dossier wat betreft de mobiliteitsaspecten voorwaardelijk gunstig geadviseerd. De voorgestelde voorwaarden moeten integraal opgenomen als voorwaarde voor vergunning.
De lokale verkeerspolitie heeft geen bezwaren tegen de voorgestelde mobiliteitsaspecten.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Onderhavige aanvraag betreft de aanleg van een RWA en DWA stelsel alsook een
warmtenet onder de Krijgsbaan in Hoboken. Ook de bestaande wegenis wordt vernieuwd om langs beide zijden van de rijbaan nieuwe fietspaden aan te leggen. Het projectgebied strekt zich uit van het park Sorghvliedt tot aan de kruising met de Sint-Bernardsesteenweg.
Op basis van de ontwerpgegevens zal het grondwater lokaal bemaald worden tot een maximale diepte van circa 3,5 m-mv. Het maximaal dagdebiet bedraagt circa 1.200 m³/dag of 50 m³/uur. De gehele doorlooptijd van de aanlegfase bedraagt circa 300 dagen (inclusief voorbereidende werken). Het volledige waterbezwaar dat maximaal onttrokken zal worden bedraagt 70.000 m³/jaar.
Op basis van indicatieve zettingsberekeningen worden er geen risico’s op zettingen verwacht. Ter hoogte van de bouwsleuf worden ze geschat op circa 1,2 mm.
Potentiële verontreinigingen in de omgeving van het projectgebied werden onderzocht aan de hand van beschikbare gegevens uit het OVAM geoloket. Meldingen van bodem- en grondverontreiniging worden vastgesteld. Deze liggen niettemin buiten de invloedzone (invloedstraal circa 55,5 meter ) van de bemaling. Hieruit wordt geconcludeerd dat de bemaling geen effect zal hebben op de aanwezige grondwaterverontreinigingen.
Uit veldmetingen in de omgeving van de projectzone, zijn overschrijdingen van het indelingscriterium/de milieukwaliteitsnorm in het grondwater vastgesteld. Het betreft verhoogde concentratie voor arseen (22 µg/l) en de geleidbaarheid (1.170 à 1.470 µs/cm). Bijgevolg wordt er een afwijking op de lozingsnormen (10 x IC voor As én 3 X MKN voor conductiviteit) aangevraagd. Verhoogde waardes aan de geleidbaarheid alsook voor de parameter Arseen komen regionaal van nature voor in het grondwater. Er is dan ook geen bezwaar tegen de gevraagde afwijking.
De exploitant vraagt eveneens een afwijking op artikel 4.2.5.1.1.§1 betreffende de plaatsing van een meetgoot bij het overschrijden van een debiet van 2 m³/u voor het bedrijfsafvalwater. Aangezien de handelingen een tijdelijke bemaling en lozing betreffen, kan de gevraagde afwijking toegestaan worden mits de plaatsing van een controle-inrichting voorzien van een debietmeter en een staalnamepunt conform de sectorale bepalingen voor winning van grondwater vervat in artikel 5.53.3.2 van Vlarem II.
Aangezien de omgevingsvergunningsaanvraag betrekking heeft op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening, werd het aanvraagdossier tijdens het ontvankelijk- en volledigheidsonderzoek getoetst aan de criteria van bijlage II van het Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid. Hierbij werd geoordeeld dat het project niet MER-plichtig is. Uit de evaluatie van de mogelijke effecten ten gevolg van de grondwateronttrekking, blijkt Biodiversiteit de relevantste discipline. Volgens de nota is “het bosgedeelte tussen de Schansstraat en de Krijgsbaan erkend als Europees habitattype 91E0 (dit habitattype omvat Elzen-Essenbossen, Elzenbroekbossen en Wilgenbossen, die voorkomen langs rivieren, beken en in moerasachtige depressies), wat een meer droogtegevoelig bostype is. De waarde van dit bos wordt echter niet heel hoog ingeschat daar het op heden niet helemaal voldoet aan de vereisten van een ruig elzenbos. Gezien de beperkte duur van de bemalingswerken en het feit dat het niet om een waardevol bosgebied gaat, wordt de impact op natuurwaarden relatief beperkt geacht”
Ook de impact op de grachten aan de beide zijden van de baan wordt klein ingeschat.
Tenslotte zullen de werken gepaard gaan met een te ontbossen oppervlakte van 1.910 m².
Overeenkomstig de bepalingen van art. 90 van het Bosdecreet, wordt er bij de aanvraag een goedgekeurd boscompensatievoorstel -met ref. 20-215235- gevoegd.
Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
Het betreft de heraanleg van de Krijgsbaan te Wilrijk. Er wordt voorzien om nuts- en rioleringsleidingen te vervangen en een warmtenet aan te leggen.
Voor de werken wordt een ontbossing van circa 1.910 m² uitgevoerd. Hiervoor wordt een boscompensatievoorstel opgemaakt.
Om de werken in den droge te kunnen uitvoeren, is een bemaling vereist. De invloedssfeer van de bemaling overlapt met het waardevolle bosbestand van het park Sorghvliedt. Aangezien het initiële grondwaterpeil zich 1 tot 2 meter onder het maaiveld bevindt, kan aangenomen worden dat de waterbeschikbaarheid van de bomen negatief beïnvloed wordt door de bemaling. Het afvoeren van het opgepompte bemalingswater naar de nabijgelegen grachten heeft een milderend effect. Er wordt echter geadviseerd om de bemaling buiten de groeiperiode van de bomen uit te voeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde voorwaarden van De Lijn zijn strikt na te leven;
2. de bijgevoegde voorwaarden van Vlaamse milieumaatschappij grondwaterbeheer zijn strikt na te leven;
3. de bijgevoegde voorwaarden van Natuur en Bos zijn strikt na te leven;
4. de bijgevoegde voorwaarden van Wegen en Verkeer zijn strikt na te leven;
5. het niet aanleggen van riolering op de site van het zwembad;
6. De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een werfbegeleiding, gedegen uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/13960).;
7. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
8. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld de gevraagde vergunning voor de exploitatie van een grondwaterbemaling voorwaardelijk te verlenen voor een periode van één jaar.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezenlijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen; | 1.200,00 m³/dag |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | In afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een staalnamekraan wordt voldoende geacht. |
2. | Het opgepompte bemalingswater wordt geloosd in de grachten in nabijheid van het tracé.
|
3. | De lozingsnormen voor de parameters arseen en conductiviteit worden vastgelegd op respectievelijk 50 µg/l en 1.800 µs/cm. |
Advies over de vegetatiewijzigingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de vegetatiewijzigingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen
Het uitvoeren van de bemaling buiten de groeiperiode van de bomen in het park Sorghvliedt om de impact van de bemaling op de waterbeschikbaarheid voor de bomen te minimaliseren.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 31 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | 10 augustus 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 8 september 2020 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 9 november 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | 14 december 2020 |
Uiterste beslissingsdatum | 27 januari 2021 |
Verslag GOA | 8 januari 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns en Bieke Geypens |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft een of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens een van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
10 augustus 2020 | 8 september 2020 | 0 | 0 | 0 | 2 |
Bespreking van de bezwaren
MOBILITEITSBEZWAREN:
1. Wijziging met betrekking op de verkeerssituatie: Het bezwaar heeft betrekking op diverse wijzigingen van de verkeerssituatie. De bezwaren hebben betrekking op:
Voor deze bezwaren wordt er verwezen naar diverse artikels van het verkeersreglement.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bezwaren zijn niet van stedenbouwkundige aard. De plannen werden in samenspraak met de stedelijke dienst Mobiliteit opgemaakt.
2. Type verkeersremmer: De bezwaarindiener geeft aan dat verhoogde inrichtingen een negatieve impact kunnen hebben op de doorstroming van hulpdiensten. Het kiezen van de juiste verkeersremmer is hierbij van belang. Ook voor zwaar verkeer en speciale transporten.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De inrichting van de Krijgsbaan werd overeenkomstig het goedgekeurde mobiliteitsplan uitgetekend. De Krijgsbaan is geselecteerd in het mobiliteitsplan als hoofdstraat met bijhorende principes.
Er is overleg geweest met de brandweer en die heeft geen bezwaar op de verhoogde inrichtingen omdat ze een lage aanloop hebben (lange sinus). De lokale verkeerspolitie heeft geen bezwaren tegen de voorgestelde mobiliteitsaspecten. De weg is nog breed genoeg voor het type uitzonderlijk vervoer waarvoor hij geselecteerd is.
3. Bereikbaarheid woning: Het bezwaar dat de aanliggende toegang tot de woning gelegen te Sint-Bernardsesteenweg 1198A na de uitvoeringswerken onvoldoende breed zou zijn om de woning te kunnen bereiken.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bestaande inrit heeft een breedte van 4,3 meter. Bij nazicht op de plannen zou de inrit naar de woning een breedte behouden van 3 meter. Hierdoor blijft er nog voldoende ruimte over om de woning te bereiken zowel met een auto als met een vrachtwagen.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020078071 |
Gegevens van de aanvrager: | Stad Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen en de heer Johan Pieraerts met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | de heer Johan Pieraerts met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Broydenborglaan 123, Distelvinklaan 22-22A, Krijgsbaan 5-19, 20, 23-41, Pauwenlaan 55, 94, Verenigde Natieslaan 82 te 2660 Hoboken-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 37 sectie C nrs. 0, 693N, 695P, 705E, afdeling 38 sectie B nrs. 590W, 628T2, 628P2, 628Y2, 628B3, 628A3, 628R2, 628X2, 628S2, 628K3, 633R2, 634/2 A, 641B en 666X6 |
Inrichtingsnummer: | 20200615-0070 (Krijgsbaan) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, Vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: | het uitvoeren van rioleringswerken en werken ikv een warmtenetwerk, het veranderen van de vegetatie (het vellen van alleenstaande bomen, gelegen in de groenzone langsheen de Krijgsbaan) en het exploiteren van een bemaling + bijstelling
|
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- geen relevante voorgeschiedenis, het betreft hier de heraanleg van een reeds bestaande straat.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- gemeenteweg die aansluiting vindt op de Gewestweg ‘Sint-Bernardsesteenweg’;
- deze gemeenteweg is uitgevoerd in een asfaltverharding met twee rijstroken en een voet- en fietspad langs één zijde;
- de voetpaden zijn uitgevoerd in betonstraatstenen;
- langs deze gemeenteweg zijn langs beide zijden bomen aanwezig;
- ter hoogte van het sportcomplex ‘Sorghvliedt’ sluit de weg aan op de parking van het sportcomplex.
Huidige toestand
- idem als de laatst geacht vergunde toestand.
Gewenste toestand
- aanleggen van een gedeelte nieuw RWA- en DWA stelsel onder de straat;
- aanleggen van een warmtenet,
- opnieuw aanleggen van de Krijgsbaan met twee rijstroken;
- aanleggen van fiets- en voetpaden naast de vernieuwde wegenis;
- aanleggen van wadigrachten langsheen de Krijgsbaan om het afstromende oppervlaktewater op te vangen;
- langsheen het hele tracé van de Krijgsbaan zal nieuwe vegetatie worden aangeplant.
Inhoud van de aanvraag
- aanleggen van een gedeelte RWA en DWA stelsel alsook een warmtenet onder de Krijgsbaan;
- vernieuwen van de bestaande wegenis;
- aanleggen van nieuwe fietspaden langs beide zijden van de rijbaan;
- uitvoeren van wijzigingen aan het bodemreliëf (grachten) en het vellen van hoogstammige bomen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag heeft betrekking op een grondwateronttrekking in een parkgebied.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezelijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen; | 1.200,00 m³/dag |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Artikel 4.2.5.1.1. § 1 (Controle-inrichting en bemonsteringsapparatuur in kader van lozen bedrijfsafvalwater)
Voorgesteld alternatief/aanvulling: De hoeveelheid grondwater die opgepompt en afgevoerd wordt, wordt bepaald d.m.v. een meetmethode conform hoofdstuk 5.53 van Vlarem II (zie Bijlage R53). Deze meetmethode is in voorliggende situatie meer geschikt dan de meetmethodes voor lozing van afvalwater voorzien volgens artikel 4.2.5.1.1. Staalname van het grondwater zal kunnen gebeuren via een aftapkraan. |
Omschrijving vegetatiewijzigingen
Het betreft het vellen van alleenstaande bomen, gelegen in een groene zone, langsheen de Krijgsbaan te Hoboken (Antwerpen).
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren onder punt 1 zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde voorwaarden van De Lijn zijn strikt na te leven;
2. de bijgevoegde voorwaarden van Vlaamse milieumaatschappij grondwaterbeheer zijn strikt na te leven;
3. de bijgevoegde voorwaarden van Natuur en Bos zijn strikt na te leven;
4. de bijgevoegde voorwaarden van Wegen en Verkeer zijn strikt na te leven;
5. het niet aanleggen van riolering op de site van het zwembad;
6. De bouwheer voert het programma van maatregelen, nl. een werfbegeleiding, gedegen uit (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/13960).;
7. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@stad.antwerpen.be);
8. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | In afwijking van art 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II dient het bedrijf geen meetgoot te plaatsen. Een controle-inrichting bestaande uit een staalnamekraan wordt voldoende geacht. |
2. | Het opgepompte bemalingswater wordt geloosd in de grachten in nabijheid van het tracé.
|
3. | De lozingsnormen voor de parameters arseen en conductiviteit worden vastgelegd op respectievelijk 50 µg/l en 1.800 µs/cm. |
Voorwaarden betreffende de vegetatiewijzigingen
Het uitvoeren van de bemaling buiten de groeiperiode van de bomen in het park Sorghvliedt om de impact van de bemaling op de waterbeschikbaarheid voor de bomen te minimaliseren.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 50,00 m³/uur |
53.2.1°b) | bronbemaling in beschermd gebied, natuurgebied of parkgebied noodzakelijk voor de verwezenlijking van een bouwkundig werk of de aanleg van nutsvoorzieningen; | 1.200,00 m³/dag |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning wat betreft de stedenbouwkundige handelingen wordt afgeleverd voor onbepaalde duur en wat betreft de ingedeelde inrichting of activiteit voor een periode van één jaar.