Terug
Gepubliceerd op 18/01/2021

2021_CBS_00313 - Omgevingsvergunning - OMV_2020080480. Bolivarplaats 20. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00313 - Omgevingsvergunning - OMV_2020080480. Bolivarplaats 20. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_00313 - Omgevingsvergunning - OMV_2020080480. Bolivarplaats 20. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020080480

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

FOD Federale Overheidsdienst Justitie,  

Waterloolaan 115 te 1000 Brussel

Ligging van het project:

Bolivarplaats 20 te 2000 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 11 sectie L nrs. 3925D3, 3925A3, 3982M3 en 3982R3

Inrichtingsnummer:

20200618-0101 (Justitiepaleis Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

hernieuwing van de vergunning voor het exploiteren van het justitiepaleis van Antwerpen

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 12 juli 2001 werd door de deputatie een vergunning verleend aan de Regie der Gebouwen voor het exploiteren van de technische installaties bij het destijds nieuwe justitiepaleis (MLAV1/01-100). Deze beslissing werd in beroep door de minister bekrachtigd op 24 januari 2002 (AMV/95707/1001). De vergunning werd verleend voor een periode van 20 jaar.

 

Inhoud van de aanvraag

De exploitant vraagt een nieuwe vergunning voor onbepaalde duur voor het gerechtsgebouw van Antwerpen.

 

Aangevraagde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

5.476,21 m³/jaar

12.1.1.2.b

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

500 kVA

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 1.000 kVA; 4x 630 kVA

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

700 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

4.250 kg

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.234 liter

31.1.1.b

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

500 kW

38.3.1
opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas;
30 kg

43.1.2.a

stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, volledig gelegen is in industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas of volledig of gedeeltelijk gelegen in ander gebied dan industriegebied en gestookt met aardgas.

4.850 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 4 zone voor groen (gr1) en artikel 6 zone voor publiek domein (pu2).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor het gerechtsgebouw van Antwerpen, ook gekend als het ‘Vlinderpaleis’, wordt een vergunning gevraagd door de Federale Overheidsdienst Justitie voor het exploiteren van volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

-          lozen van huishoudelijk afvalwater;

-          transformatoren;

-          airconditioningsinstallaties;

-          opslag mazout;

-          opslag gevaarlijke producten in kleine recipiënten;

-          opslag munitie; 

-          noodstroomgroep;

-          stookinstallaties.

Op basis van het leidingwaterverbruik en het verbruik van opgevangen hemelwater, schat de exploitant het geloosde jaardebiet voor huishoudelijk afvalwater op 5.500 m³/jaar. Een aansluiting op de terreinriolering bevindt zich aan het uiteinde van elke ‘vinger’ van het gebouw. De aansluiting van de terreinriolering met de openbare riolering gebeurt via een vuilwatercollector aan de achterzijde van het gebouw. De openbare riolering is aangesloten op de rioolwaterzuiveringsinstallatie Antwerpen-Zuid.


Het gebouw wordt verwarmd met drie grote stookinstallaties op laag calorisch gas. Een ketel van 2.100 kW staat primair ingesteld, aangevuld met twee ketels van 1.400 kW in cascade. Aan de installatie werd een boiler van 1.500 liter verbonden die warm water voorziet voor douches en sanitair. In de zomer wordt hiervoor overgeschakeld naar elektrische verwarming van het water in de boiler, zodat de ketels en pompen uitgeschakeld kunnen worden. Twee kleine ketels van 24 kW staan in voor verwarming van de ‘burelen Beheer’, het vroegere conciërgegedeelte. Het totaal geïnstalleerde vermogen bedraagt 4.948 kW terwijl de exploitant 4.850 kW vraagt. Dit kan worden aangepast in het besluit zonder dat het openbaar onderzoek geschaad wordt. De meest recente verwarmingsaudit dateert van 3 oktober 2019 en was op het moment van indienen nog geldig. De verbrandingsattesten van de stookinstallaties zijn nog geldig tot 20 november 2021.


De koelmachines (KM1 en KM2) hebben elk een geïnstalleerde drijfkracht van 350 kW (thermisch vermogen: 800 kW) en staan opgesteld op het dak van vleugel D, aan de zuidzijde van het complex, kant Singel. De koeling vindt plaats door middel van het koelmiddel R134a waarvan telkens 104 kg aanwezig is. In totaal komt dit overeen met een 297 ton CO2-equivalenten. De installatie moet elke zes maanden gecontroleerd worden op lekken en om de twee jaar een energetische keuring ondergaan. Het meest recente onderhoudsattest van de installaties is van 28 januari 2020. Door de opstelling aan de zijde van het plein, weg van de nieuwe ontwikkelingen van Nieuw Zuid, wordt geen geluidshinder verwacht van de installaties op het dak.


De noodgroep staat opgesteld in de kelderverdieping en heeft een vermogen van 500 kW. De installatie werd slechts 55 werkuren gebruikt, enkel bij test- en onderhoudsmomenten. Een onderhoudsattest van de dieselgroep van 10 januari 2020 werd bijgevoegd. Als brandstof wordt mazout opgeslagen in een dubbelwandige houder van 5.000 liter, onderverdeeld in compartimenten van vijf maal 1.000 liter en uitgerust met lekdetectie en overvulbeveiliging. De bijgevoegde keuring van de tank is geldig tot 23 juli 2023. 


De exploitant voegt een lijst toe met producten die tijdens het dagelijks onderhoud en het reinigen van het gebouw gebruikt kunnen worden in en om het gebouw. Deze producten worden opgeslagen in recipiënten van maximaal 30 liter of kg, in totaal 1.234 kilogram. Het betreft veelal courant gebruikte producten die bij normaal gebruik en opslag met respect voor de sectorale voorwaarden een beperkt risico vertegenwoordigen.


De hoogspanningscabines bevinden zich in de kelderverdieping (2 x 630 kVA en 2 x 1.000 kVA) en op de gelijkvloerse verdieping (2 x 630 kVA). 


Voor de opslag van de munitie beschikt de exploitant over een specifieke vergunning afgeleverd op 21 oktober 2010. De opslag van pyrotechnisch sas bedraagt maximaal 30 kilogram. 


Aangezien het een verderzetting betreft van een bestaande exploitatie, wordt geen toename van de vervoersbewegingen verwacht. De exploitant probeert in de mate van het mogelijke de impact op het verkeer te beperken. Zo sloot hij met het college een overeenkomst in het kader van ‘Slim naar Antwerpen’ waarin duurzame mobiliteit wordt nagestreefd. Daarnaast is er ook vanuit de overkoepelende organisatiestructuur aandacht voor mobiliteit. Zo wordt om de drie jaar een diagnose opgemaakt van het woon-werkverkeer en een vervoersplan opgesteld.
De aanvraag betreft louter een hernieuwing van de (milieu)vergunning zonder fysieke ingreep of significante uitbreiding van de inrichting. De opmaak van een MER-rapport is derhalve niet verplicht.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem II, wordt het risico op hinder afkomstig van het gevraagde project als aanvaardbaar beoordeeld. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor onbepaalde duur.

 

Geadviseerde rubrieken

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

5.476,21 m³/jaar

12.1.1.2.b

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

500 kVA

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 1.000 kVA; 4x 630 kVA

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

700 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

4.250 kg

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.234 liter

31.1.1.b

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

500 kW

38.3.1
opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas;
30 kg

43.1.2.a

stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, volledig gelegen is in industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas of volledig of gedeeltelijk gelegen in ander gebied dan industriegebied en gestookt met aardgas.

4.948 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 juli 2020

Volledig en ontvankelijk

27 augustus 2020

Start 1e openbaar onderzoek

6 september 2020

Einde 1e openbaar onderzoek

5 oktober 2020

Beslissing toepassing administratieve lus
20 november 2020
Start laatste openbaar onderzoek
27 november 2020
Einde laatste openbaar onderzoek
26 december 2020

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 februari 2021

Verslag GOA

5 januari 2021

naam GOA

Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

Omwille van een procedurefout dient het openbaar onderzoek opnieuw te worden georganiseerd. De affiches bekendmaking openbaar onderzoek werden te laat uitgehangen.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

6 september 2020

5 oktober 2020

0

0

0

0

27 november 2020
26 december 2020
0
0
0
0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Brandweervoorwaarden

de standaardvoorwaarden BZA voor ingedeelde inrichtingen en activiteiten (Vlarem) bij deze vergunning gevoegd.


Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubrieken:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

5.476,21 m³/jaar 

12.1.1.2.b

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

500 kVA 

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 1.000 kVA; 4x 630 kVA

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

700 kW 

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

4,25 ton 

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

1.234 liter 

31.1.1.b

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 500 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een ander gebied dan industriegebied;

500 kW 

38.3.1
opslagplaatsen voor springstoffen waarvan de inhoud beperkt is tot de hoeveelheden die voor 24 uur arbeid worden uitgereikt, of beperkt is tot het verbruik van drie arbeidsdagen of in winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, beperkt is tot maximaal 4 kg in feest- en seinvuurwerk vervat pyrotechnisch sas;
30 kg

43.1.2.a

stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, volledig gelegen is in industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas of volledig of gedeeltelijk gelegen in ander gebied dan industriegebied en gestookt met aardgas.

4.948 kW 

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.


Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.