Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020104698 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV LINEAS (0896067192) met als adres Koning Albert II laan 37 te 1030 Brussel en NV PR NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN (0203430576) met als contactadres Frankrijkstraat 56 te 1060 Brussel |
Ligging van het project: | Noorderlaan 630 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 17 sectie G nrs. 227D, 227N, 227L en 227S |
Inrichtingsnummer: | 20191015-0074 (Tankinstallatie Antwerpen Noord V2AN801), 20191015-0078 (Koerdienstgebouw V2AN961) en 20191213-0090 (Kapel voor schouwen materieel V2AN310) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | werkplaats en tankinstallatie voor locomotieven en bijhorend kantoorgebouw |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- 24/12/2007: stedenbouwkundige vergunning (HV/2007/B/0139) voor de overkapping van een schouwplaats;
- 10/01/2001: stedenbouwkundige vergunning (HV/1999/B/0223) voor het bouwen van een dienstgebouw TCT naast sporenbundel C1;
- 04/12/2000: stedenbouwkundige vergunning (HV/2000/B/0160) voor het bouwen van een dieselbevoorradingstand;
- 07/01/2000: stedenbouwkundige vergunning (HV/1999/B/0127) voor Antwerpen Noord Tractiewerkplaats, aanleg spoorbundels T en wegenis, aanleg van spoorstaven, dwarsliggers en ballast, vernieuwen van spoortoestellen.
Voorgeschiedenis milieu
Op 17 mei 2001 verleende de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het exploiteren van een tankstation voor diesellocomotieven, voor een termijn verstrijkend op 17 mei 2021.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft 3 ingedeelde inrichtingen of activiteiten: exploitatie tankstation (hernieuwing), exploitatie werkhal (nieuw) en de lozing van huishoudelijk afvalwater en het gebruik van airco’s in een kantoorgebouw (hernieuwing).
Aangevraagde rubrieken
Tankinstallatie
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 16,2 m³/uur |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +16 kW |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton. | -335,4 ton |
Kantoorgebouw
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.6.1. | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 1.500 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW. | -9,76 kW |
Werkhal
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 3.200 liter |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | 2 schouwputten |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | 243 kg |
17.3.6.1°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; | 1,94 ton |
17.3.8.1° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; | 1,7 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 200 liter |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Vlarem II Art. 5.15.0.6. §1. Rustverstorende werkzaamheden zijn verboden op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur, alsmede op zon- en feestdagen (IIOA Werkhal).
Voorgesteld alternatief/aanvulling: Het is toegelaten om 24u/24u en 7d/7d rustverstorende werkzaamheden uit te voeren (IIOA Werkhal). |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 1 december 2020 | 24 december 2020 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor spoorinfrastructuur. Dit gebied is bestemd voor spoorinfrastructuur en aanhorigheden.
In dit gebied zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van die spoorinfrastructuur en aanhorigheden.
Daarnaast zijn alle handelingen met het oog op de ruimtelijke inpassing, buffers, ecologische verbindingen, kruisende infrastructuren, leidingen, telecommunicatie infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer toegelaten.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur toegelaten.
Na aanleg van de infrastructuur kunnen voor het gedeelte van de zone dat voorlopig niet werd benut, de voorschriften van de naastliggende bestemming toegepast worden.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het goed is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Voor het vormingsstation Antwerpen-Noord geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor spoorinfrastructuur. Ten noorden van de spoorwegen, op circa 400 meter, geldt het bestemmingsvoorschrift Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek – Logistiek Park Schijns. Ten zuiden van de spoorwegen, op circa 150 meter, geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Noorderlaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten noorden en oosten van de Noorderlaan gelden de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’. Op circa 250 meter ten westen van het goed en parallel aan de Noorderlaan lopen twee overdrukken met als aanduiding Leidingstraat. Op circa 350 meter ten zuiden van het goed loopt tevens een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding.
Op circa 420 meter ten zuidoosten zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met als bestemmingen Parkgebied, Speelbossen of speelweiden en Gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten in een overdekte werkhal. Tevens wordt een hervergunning aangevraagd voor een koeriersgebouw en een tankinstallatie daar de reeds bestaande milieuvergunning in mei 2021 zal vervallen.
De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Het project lijkt geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen te omvatten. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De aanvraag heeft betrekking op 3 ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
1. een tankinstallatie op naam van NMBS (hernieuwing, klasse 2);
2. de lozing van huishoudelijk afvalwater van en het gebruik van airco’s in een kantoorgebouw op naam van Lineas (hernieuwing, klasse 3);
3. een werkhal op naam van NMBS (nieuw, klasse 3).
1. Tankinstallatie
Het betreft een tankinstallatie met tankperron en 2 verdeelslangen voor de bevoorrading van diesellocomotieven en een bijhorend technisch gebouw met compressoren en pompen.
210.000 liter diesel wordt opgeslagen in 3 bovengrondse dubbelwandige houders (2 x 60.000 liter + 1 x 90.000 liter). Volgens het aanvraagdossier zijn de standplaats van de tankwagen, de zones waar de vulmonden van de vulleidingen gegroepeerd zijn en de vulzones bij de verdeelinstallatie voldoende draagkrachtig en vloeistofdicht. Ze zijn ook voorzien van de nodige hellingen en eventueel opstaande randen zodat alle gemorste vloeistoffen afvloeien naar een opvangsysteem. Het opvangsysteem is verbonden met een KWS-afscheider met coalescentiefilter.
Het afvalwater (16,2 m³/uur) omvat louter potentieel verontreinigd hemelwater dat een KWS-afscheider passeert alvorens het geloosd wordt in oppervlaktewater. Het aanvraagdossier bevat een analyseresultaat waaruit blijkt dat het effluent nog minerale olie bevat. De exploitant geeft aan dat het op dit moment niet duidelijk is wat de oorzaak van de mindere werking van de KWS-afscheider is. Men start een programma waarbij herhaaldelijk de kwaliteit van het effluent zal gecontroleerd worden. Eventueel wordt er een externe consultant ingeschakeld om de oorzaak van het probleem op te sporen.
Er wordt opgemerkt dat er voor zink een overschrijding van het indelingscriterium is (1.100 µg/l ten opzichte van 200 µg/l). Ook voor zink dient er snel een onderzoeksprogramma opgestart te worden. Het is aangewezen om dit op te leggen als bijzondere voorwaarde. Mogelijk is de huidige zuiveringstechniek (KWS-afscheider met coalescentiefilter) minder geschikt voor de parameter zink.
Er wordt gebruik gemaakt van 2 compressoren van 37 kW en 1 kW.
2. Kantoorgebouw: lozing huishoudelijk afvalwater en gebruik airco’s
Het huishoudelijk afvalwater (1.500 m³/jaar) van het kantoorgebouw ‘Koerdienst’ wordt behandeld via een biologische zuiveringsinstallatie alvorens het in oppervlaktewater wordt geloosd.
Er zijn 6 airco’s aanwezig met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 9,24 kW.
Het betreft een ingedeelde inrichting of activiteit ingedeeld in klasse 3.
3. Werkhal
In de werkhal zijn 1 overdekte schouwput met 2 platformen en 1 niet overdekte schouwput aanwezig. De werkzaamheden bestaan vooral uit het schouwen van het materieel en beperkte onderhoudswerken, zoals bijvoorbeeld vervangen van remblokken of vervangen van de olie. Er zijn diverse oliën en gevaarlijke producten aanwezig.
De schouwput doet dienst als opvangreservoir bij calamiteiten. Kleine recipiënten worden op een opvangbak gestapeld.
Het betreft een ingedeelde inrichting of activiteit ingedeeld in klasse 3.
De exploitant vraagt een bijstelling van artikel 5.15.0.6. §1 van VLAREM II dat stelt dat rustverstorende werkzaamheden verboden zijn op werkdagen tussen 19 uur en 7 uur, alsmede op zon- en feestdagen. Men wenst ook buiten deze uren een schouwing plaats te kunnen laten vinden.
Gelet op de ligging kan de gevraagde bijstelling verleend worden. De geldende geluidsnormen blijven onverminderd van toepassing.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Tankinstallatie
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | 16,2 m³/uur |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met maximaal twee verdeelslangen; | 2 verdeelslangen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +16 kW |
17.3.2.1.1.2° | opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton. | -335,4 ton |
Kantoorgebouw
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.6.1. | afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar; | 1.500 m³/jaar |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW. | -9,76 kW |
Werkhal
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 3.200 liter |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | 2 schouwputten |
17.3.2.2.1° | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 50 kg tot en met 2 ton; | 243 kg |
17.3.6.1°b) | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 2 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in gebied ander dan industriegebied; | 1,94 ton |
17.3.8.1° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton; | 1,7 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter. | 200 liter |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Voor wat betreft de lozing van het bedrijfsafvalwater van de tankinstallatie dient er voor de parameter zink een onderzoeksprogramma te worden opgestart, gelet op de overschrijding van het indelingscriterium. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 26 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | 5 december 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 7 januari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 15 januari 2021 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
5 december 2020 | 7 januari 2021* | 0 | 0 | 0 | 0 |
* door de laattijdige aanplakking van de affiches (op 8 december 2020) werd de termijn van het openbaar onderzoek volgens de affiche verlengd tot 7 januari 2021. Het dossier zelf was tijdens de laatste dagen niet meer raadpleegbaar op het omgevingsloket.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarde.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde
1. | Voor wat betreft de lozing van het bedrijfsafvalwater van de tankinstallatie dient er voor de parameter zink een onderzoeksprogramma te worden opgestart, gelet op de overschrijding van het indelingscriterium. |
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |