De uitgaven worden in afwachting van de derde aanpassing van het meerjarenplan in 2021 opgenomen zoals vermeld in bijlage.
De ontvangsten zullen bij derde aanpassing van het meerjarenplan in 2021 worden ingeschreven als volgt:
Vanuit de Vlaamse overheid:
Doel | Bedrag | Budgetadres |
Subsidie voor lokale bronopsporing en lokaal contactonderzoek | 331.315,00 EUR | 5402500000/7405/2HMS040401A00000 |
Vanuit de federale overheid:
Doel | Bedrag | Budgetadres |
Subsidie Grote Steden voor projecten ter bestrijding van het isolement | 69.980,00 EUR | 5402500000/7402/2HMS040401A00000 |
In de zitting van het college van 10 juli 2020 (jaarnummer 6065) en van het vast bureau op 11 september 2020 (jaarnummer 250) werden er al verschillende subsidies versneld ingeschreven in het meerjarenplan in 2020. Een aantal van deze subsidies werden in 2020 deels aangewend. Aangezien de verantwoordingstermijnen voor deze subsidies aflopen voordat deze saldi beschikbaar kunnen gemaakt worden in de derde aanpassing van het meerjarenplan, worden de uitgaven voorgelegd om versneld aan te wenden in 2021.
Het gaat om volgende subsidies:
Vanuit de Vlaamse overheid
Daarnaast werden er in het kader van de coronacrisis nog bijkomende subsidies voor aanwending in 2021 toegekend aan de lokale overheden en OCMW's:
Vanuit de Vlaamse overheid:
Vanuit de federale overheid:
Artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018:
De uitgavenkredieten zijn limitatief op het niveau van het totaal van de exploitatie en het totaal van de investeringen.
De kredieten mogen alleen gebruikt worden voor de bestemming die in het meerjarenplan wordt vooropgesteld.
Om de gevolgen van de coronacrisis aan te pakken, is het van belang dat deze onvoorziene exploitatie-ontvangsten snel en efficiënt kunnen worden ingezet. In de beleids- en beheerscyclus die van toepassing was in vorige legislatuur (2013-2018), bestond de mogelijkheid om een interne kredietaanpassing toe te passen (artikel 28 BVR 25 juni 2010). Hierbij konden ontvangsten en uitgaven budgettair verhoogd worden, zonder een budgetwijziging uit te voeren. Op die manier konden middelen snel worden ingezet. In de huidige beleids- en beheerscyclus (BVR 26 juni 2018), is deze mogelijkheid niet meer expliciet vermeld.
Bij de decretale grenzen voor kredietbewaking wordt er gekeken naar de totale geraamde exploitatie-uitgaven als uiterste grens voor de som van de aanrekeningen op exploitatie. De diepere inhoudelijke onderverdeling (zoals doelstelling, budgetpositie,...) werkt niet beperkend, in tegenstelling tot de beperking die er vroeger was op niveau van het beleidsdomein. Hierdoor wordt het mogelijk om een bijkomend uitgavenkrediet in het meerjarenplan op exploitatie op te nemen en onmiddellijk te besteden.
Voor de uitgaven verbonden aan de onvoorziene ontvangsten opgesomd onder 'aanleiding en context' wordt voorgesteld om, in afwijking van het organisatiebeheersingssysteem, uitzonderlijk de voorgestelde methode aan te wenden in afwachting van de derde aanpassing van het meerjarenplan. Aangezien er in dit geval ontvangsten toegekend zijn en nog kunnen verwerkt worden bij de derde aanpassing van het meerjarenplan, is er geen risico op een blijvende impact op de financiële evenwichten. Voor de uitgaven verbonden aan de subsidie voor lokaal armoedebeleid (210.503,26 EUR) zullen deze uitgaven gecompenseerd worden ten opzichte van de jaarrekening 2020.
Financiën/meerjarenplan zal erop toezien dat de totale aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel geraamd bedrag van de exploitatie-uitgaven na de tweede aanpassing van het meerjarenplan, niet overschrijden. Er zal in afwachting van de derde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 een negatieve uitgave worden opgenomen voor het totaal van de toegevoegde bedragen.
Deze uitgaven zullen in het meerjarenplan worden verwerkt zoals aangegeven in bijlage.
Voor het besteden van deze middelen zijn de gewone bestelprocedures van kracht.
Het college beslist om de kredieten vermeld in bijlage in uitgaven op te nemen in het meerjarenplan in 2021, zonder dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie na de tweede aanpassing van het meerjarenplan mag overschrijden.
Het college geeft opdracht aan:
Afdeling | Opdracht |
Fi/meerjarenplan | te bewaken dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie-uitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie na de tweede aanpassing van het meerjarenplan niet overschrijdt. |
FI/meerjarenplan | de genoemde uitgaven te verwerken in het meerjarenplan in 2021 en SAP |
FI/meerjarenplan | de genoemde effecten te verwerken in het meerjarenplan in 2021 bij derde aanpassing meerjarenplan |