Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020133290 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW GasthuisZusters Antwerpen Zorg en Wonen met als contactadres Oosterveldlaan 22 te 2610 Antwerpen en mevrouw Hendrika Dijkhoffz met als adres Oosterveldlaan 22 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Lokkaardstraat 10 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 1852H2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal kamers in een woonzorgcentrum en het wijzigen van de gevelindeling |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/1999: vergunning (86#8720307) voor het bouwen van een klooster.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- woonzorgcentrum (gemeenschapsvoorziening) met 72 kamers;
- pand in open bebouwing met vier bouwlagen onder plat dak;
- kroonlijsthoogte circa 14,20 m;
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- woonzorgcentrum (gemeenschapsvoorziening) met 75 kamers;
- bouwhoogte conform vergunde toestand;
- gevelafwerking conform vergunde toestand met uitzondering van:
Gewenste toestand
- bouwhoogte conform vergunde toestand;
- gewijzigde gevelafwerking ter hoogte van de gebedsruimten (overige delen van de gevels ongewijzigd):
Inhoud van de aanvraag
- 1ste, 2de en 3de verdieping: supprimeren van de gebedsruimten in functie van vermeerderen van het aantal kamers tot 81;
- interne wijzigingen: aanpassen van de toegankelijkheid van het bestaande sanitair;
- wijzigen van de zijgevel in functie van de nieuwe kamers;
- mogelijke wijzigingen aan de overige delen van het gebouw maken geen deel uit van de aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 18 november 2020 | 22 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
sociale dienstverlening/ ontmoeting/ levensbeschouwingen | 18 november 2020 | 26 november 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 18 november 2020 | 30 november 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft onder meer het vermeerderen van het aantal kamers in een woonzorgcentrum. Het vergunde aantal van 72 kamers neemt toe met 9 kamers. Hiervoor worden voormalige gebedsruimten en sacristie gesupprimeerd. De functiewijziging van gemeenschapsvoorziening naar wonen werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Levensbeschouwing. Zij formuleerde het volgende advies:
“Het woonzorgcentrum (WZC) Sint-Camillus startte in 2001 als gemeenschapshuis voor de congregatie van de GasthuisZusters van Antwerpen. Ondertussen verblijven er ook religieuzen van verschillende andere congregaties. Zij wonen en leven er samen vanuit een gemeenschappelijke aandacht voor de christelijke waarden en normen. De campus werd uitgebreid met verschillende zorgvormen. De campus telt nu ongeveer 100 bewoners, zowel in het WZC als in serviceflats/assistentiewoningen.
Waar vroeger de bewoners vooral zusters waren, vertegenwoordigen de leken nu meer dan de helft van de bewoners.
Door het veranderende profiel van de bewoner wenst het woonzorgcentrum Sint-Camillus de bestaande gebedsruimte en sacristie van de 1ste, 2de en 3de verdieping om te vormen tot telkens 2 extra zorgkamers. De functie van de ruimtes wordt dus wel gewijzigd. De functie voor gemeenschapsvorming wordt verkleind. Deze kleine lokale gebedsruimtes worden geschrapt maar de site biedt nog voldoende mogelijkheden tot religieuze beleving. Op het gelijkvloers blijft de stille ruimte behouden en in het aanpalend gebouw 2 bevindt zich al langer een grote kapel.
In deze kapel worden dagelijks 2 diensten gehouden voor een 20-tal zusters en enkele leken.
Deze dagelijkse diensten worden als een gezamenlijke activiteit beschouwd.
De gemeenschapsfunctie wordt niet uitgebreid.”
Dit advies wordt vanuit ruimtelijk oogpunt bijgetreden. Een functiewijziging van de gebedsruimtes naar verblijfskamers is aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag wenst de bestaande smalle verticale raamopeningen te wijzigingen naar nieuwe raamopeningen die de achterliggende kamerstructuur volgen. Deze aanpassing is aanvaardbaar en nauwelijks waarneembaar vanaf het openbaar domein.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Vastgesteld wordt dat het aangepaste sanitair 1.07.0, 2.07.0 en 3.07.0 geen vrije en vlakke wand- en vloerbreedte hebben van minstens 45 cm en niet voorzien zijn van een vrije en vlakke draairuimte conform artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid.
Ook zijn de nieuwe kamers 1.10, 2.10 en 3.10 niet voorzien van een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 45cm conform artikel 25 van de verordening.
Een afwijking op bovenstaande artikels die de toegankelijkheid moet garanderen zijn niet aanvaardbaar, temeer omdat de aanvraag handelt over een woonzorgcentrum. In voorwaarden wordt opgenomen om te voldoen aan artikel 24 en 25 van de verordening toegankelijkheid.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal kamers. Ten opzichte van de vergunde toestand komen er 9 kamers bij: - 9 kamers in woonzorgcentrum (parkeernorm 0,60/kamer) = 5,4
De werkelijke parkeerbehoefte is afgerond 5.
|
De plannen voorzien in 22 overtallige, nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen. Tijdens de vergunningsprocedure is een begeleidende parkeernota bezorgd. Hieruit wordt duidelijk dat er op het terrein, zowel ondergronds als bovengronds nog een overschot aan parkeerplaatsen is. Op de site zijn er 79 parkeerplaatsen voorzien terwijl er voor het huidige programma slechts 57 parkeerplaatsen nodig zijn, conform de bepalingen uit de bouwcode. Er zijn bijgevolg 22 nuttige parkeerplaatsen in overtal.
|
Het aantal beschikbare, gerealiseerde autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 22. Dit aantal is toereikend.
|
Fietsstalplaatsen
Er zouden voor de 9 nieuwe kamers 4 extra fietsstalplaatsen voorzien moeten worden. Het is niet duidelijk hoeveel er nu aanwezig zijn. Daarom wordt in voorwaarde opgelegd om deze in de nabijheid van de nieuwe kamers, overdekt en afgesloten, te voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voldoen aan artikel 24 en 25 van de integrale verordening toegankelijkheid;
3. 4 overdekte en afsluitbare fietsstalplaatsen te voorzien in de nabijheid van de nieuwe kamers;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 18 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 17 januari 2021 |
Verslag GOA | 30 december 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. voldoen aan artikel 24 en 25 van de integrale verordening toegankelijkheid;
3. 4 overdekte en afsluitbare fietsstalplaatsen te voorzien in de nabijheid van de nieuwe kamers;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.