Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020147997 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | de heer Johan De Boitselier met als adres Bosstraat 32 te 9170 Sint-Gillis-Waas en NV Van Wellen Real Estate Development (0715753892) met als adres Houtdok-Noordkaai 16 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Sint-Bartholomeusstraat 134-136 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nr. 294R19 |
Inrichtingsnummer: | 20201104-0036 (Bemaling - Sint-Bartholomeusstraat te Merksem) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | het plaatsen van een bemaling voor de uitvoering van een parkeerkelder in den droge |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Inhoud van de aanvraag
Huidige aanvraag betreft een grondwateronttrekking voor de realisatie van een ondergrondse parkeerverdieping aan de Sint-Bartholomeusstraat 134-136 te Merksem (Antwerpen).
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 297.500,00 m³/jaar |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Vlaamse Milieumaatschappij, grondwaterbeheer | 27 november 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen | 27 november 2020 | 30 november 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een bemaling voor de aanleg van een parkeerkelder in den droge.
De aanvraag is gesitueerd in woongebied. De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit 2 à 3 bouwlagen met ofwel een plat dak of zadeldak. De voorgestelde bouwhoogte en bouwdiepte overschrijden deze van de omgeving. Echter is het voorgestelde volume aanvaardbaar. De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.
De aanvraag is conform de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (dossier OMV_2019138279). De voorwaarden opgelegd door de deputatie moeten worden nageleefd:
1. Het nulsas voor de lift in de kelder moet geschieden via een bij brand zelfsluitende draaideur materialisatie dak.
2. Er dient 1 elektriciteitsvoorziening te worden voorzien in de parkeerkelder ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens.
3. De trap naar leefgroep 5 uitvoeren met gelijkvormige op- en aantrede, conform artikel 20 van de toegankelijkheidsverordening.
4. De vrije doorgang van 90 cm voorzien bij het eerst opendraaiende deurblad van de dubbele deuren, conform artikel 22 van de toegankelijkheidsverordening.
5. De diepte van de toegangsdeuren tot de appartementen in de muur beperken tot 20 cm, conform artikel 24 van de toegankelijkheidsverordening.
6. Bij de toegang tot slaapruimte 1 (leefgroep 4) een vrije en vlakke wand- en vloerbreedte van minstens 45 cm (50 na afwerking) naast de krukzijde van de deur voorzien, conform artikel 25 van de toegankelijkheidsverordening.
7. In de kelder, de deur tussen de gang en gemeenschappelijke fietsenberging te verwijderen.
8. Alle platte daken bekleden met een materiaal dat valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of is opgenomen op de lijst in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium «brandgedrag aan de buitenzijde» te voldoen.
9. De diameter van de DWA- en RWA-huisaansluiting staat niet vermeld op het plan. Deze dient 125 mm tot maximaal 200 mm te bedragen.
10. Het voorwaardelijk gunstig advies van de brandweer van 18 december 2019 dient strikt nageleefd te worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Voor de realisatie van het bouwproject met referentie OMV_2019138279 (kinderdagverblijf en 12 wooneenheden), dient de grondwatertafel verlaagd te worden tot 4,30 m-mv. Huidige aanvraag betreft een tijdelijke grondwaterbemaling voor de realisatie van een ondergrondse parkeerverdieping binnen het voornoemde project. Het gewenste grondwaterpeil voor de bouwput (840 m²) wordt geschat op circa 4,30 m-mv voor de bouwput en lokaal tot 5,40 m-mv voor 2 liftputten (16 m²).
De aanvraag omvat een bemalingsnota, opgesteld conform de vigerende richtlijnen.
Uit de gegevensverzameling vervat in deze nota blijkt dat het projectgebied omgeven is door de Dokken van Merksem (kop Oostkaai op minder dan 50 m) en het Bouckenborghpark op minder dan 150 m. Voor het opstellen van het bemalingsconcept wordt verder rekening gehouden met de volgende gegevens:
Het gemiddeld grondwaterpeil werd bepaald aan de hand van het geotechnisch onderzoek en de beschikbare informatie op DOV Vlaanderen. Hieruit blijkt dat het grondwaterpeil tussen de 3,00 mTAW (periode: september – februari) en de 3,50 mTAW (periode: maart – augustus) fluctueert. Er wordt veiligheidshalve uitgegaan van de hoogste grondwaterstand, namelijk 3,50 mTAW of 1,50 m-mv. De grondwaterverlaging zal uitgevoerd worden door middel van verticale filters waarbij de putten aangezet worden op -5,00 mTAW (lengte filterputten = ± 10 m). Voor de uitvoering van de liftputten zal best met een bijkomende en kortstondige bemaling gewerkt worden. Om de invloed van de bemaling op de omgeving te beperken en om ervoor te zorgen dat de invloedstraal van de bemaling niet blijft toenemen in functie van de tijd, is het sterk aangeraden om een gecontroleerde bemaling te voorzien. De grondwaterverlaging zal in de praktijk als volgt uitgevoerd worden:
Onderdeel | Aantal pompen
| Aantal filters
| Tussenafstand
| Filterlengte
|
Parkeerkelder algemeen | 2 pompen | 28 st | 4,00 m | 10,00 m |
Liftputten (2 stuks) | 1 pomp | 4 st | 5,00 m | 5,00 m |
Het bemalingsdebiet zal in de niet-stationaire toestand een maximale waarde van 1.975 m³/dag aannemen. Na het bereiken van de stationaire toestand, zal het bemalingsdebiet gemiddeld 1.575 m³/dag bedragen. Het totaal bruto bemalingsdebiet zal een maximale waarde aannemen van 291.050 m³. De invloedstraal van de bemaling zal in de stationaire toestand een maximale waarde van ± 510 m aannemen.
De te verwachten zettingen zullen in de praktijk een maximale waarde van 9,25 mm aannemen en zijn dus aanvaardbaar. Op een afstand van ± 20 m (vanaf de randen van de bouwput) zullen de zettingen verwaarloosbare waarden aannemen. De optredende zettingen blijven in het algemeen beperkt tot aanvaardbare waarden.
Binnen het projectgebied werd reeds in 2013 een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd in het kader van een overdracht. In het vaste deel van de aarde werd op een diepte van
1,10 – 1,50 m-mv een licht verhoogde concentratie van de parameter minerale olie vastgesteld (550 mg/kg). Deze verontreiniging wordt beschouwd als een historische verontreiniging gezien de historiek van het terrein. Er is geen sprake van een ernstige bodemverontreiniging voor mens of milieu. Er waren geen bijkomende voorzorgsmaatregelen noodzakelijk.
Er werd in het kader van de bemaling een analyse van het grondwater uitgevoerd. Zowel de richtwaarde als de bodemsaneringsnorm werd in geen enkel geval overschreden. Er werd een overschrijding van de streefwaarden voor kwik en vinylchloride vastgesteld.
De relevante dossiers van de percelen, die binnen de invloedszone van de bemaling vallen, werden opgevraagd bij de OVAM. De vervuilingspluimen van de verontreinigingen in het grondwater werden eveneens ingegeven in het rekenmodel. In het worstcasescenario zullen de verontreinigingen slechts over zeer beperkte afstanden verplaatst worden. De maximale verplaatsing bedraagt na 180 dagen ± 9 m en treedt op ter hoogte van de basisschool Sint-Eduardus. Het betreft hier de meest nadelige situatie waarbij een minimale waarde voor de retardatiefactor werd aangenomen en waarbij de natuurlijke stromingsrichting van het grondwater werd verwaarloosd. In de praktijk zullen de verplaatsingen ten gevolge van de bemaling dus verwaarloosbaar zijn omwille van de hogere retardatiefactoren en de natuurlijke stroming van het grondwater.
De bemaling heeft een invloed op het deelgebied van het kasteelpark dat aangeduid staat als kwetsbaar voor verdroging. Er werd eveneens een voortoets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er geen risico’s bestaan op verdroging. Om de invloed op deze zone te beperken, is het aangeraden om een tijdelijke leiding aan te leggen en te lozen in de grachten rondom het kasteelpark; op deze manier wordt dit gebied steeds gevoed. Afkoppelingsplannen naar zowel het grachtenstelsel van het Bouckenborghpark als de afkoppeling naar de “Dokskes” worden door de deskundige voorgesteld. Een infiltratie via de grachten rondom het kasteelpark wordt door de aanwezigheid van slib zo goed als nihil geacht. Hierdoor wordt de voorkeur gegeven aan een lozing in de dokken van Merksem. Voor de aansluiting van het grondwater op de “Dokskes” dient eerst een overleg gehouden te worden met de Vlaamse Waterweg om te bepalen hoe dit praktisch het eenvoudigst kan uitgevoerd worden. Het grondwater dient in alle gevallen belucht te worden alvorens te lozen.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de algemene en sectorale voorwaarden, wordt vanuit milieutechnisch oogpunt voorwaardelijk positief advies gegeven de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 297.500,00 m³/jaar |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het onttrokken grondwater wordt geloosd in de dokken van Merksem, conform de voorgestelde afkoppelingsplannen; |
2. | Het grondwater wordt adequaat belucht (naargelang de ijzerconcentratie) voordat het geloosd wordt. |
3. | De lozingspunten worden bepaald in overleg met de Vlaamse Waterweg. |
4. | De exploitant dient de startdatum van de grondwaterbemaling vóór de opstart van de werken te melden aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van dossiernummer OMV_2020147997. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 27 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 januari 2021 |
Verslag GOA | 8 januari 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | Het onttrokken grondwater wordt geloosd in de dokken van Merksem, conform de voorgestelde afkoppelingsplannen; |
2. | Het grondwater wordt adequaat belucht (naargelang de ijzerconcentratie) voordat het geloosd wordt. |
3. | De lozingspunten worden bepaald in overleg met de Vlaamse Waterweg. |
4. | De exploitant dient de startdatum van de grondwaterbemaling vóór de opstart van de werken te melden aan de dienst Omgeving (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van dossiernummer OMV_2020147997. |
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld; | 297.500,00 m³/jaar |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat vanaf de start van de werken voor een periode van 6 maanden.