Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020167316 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Carl Liekens met als adres Leopold de Waelstraat 30 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Frans Van Hombeeckplein 27 te 2600 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 23 sectie B nr. 439S3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 10/08/1950: toelating (957#2245) voor het verbouwen van een woning;
- 27/03/1933: toelating (1275#2025) voor het vergroten van de keuken;
- 29/06/1906: toelating (956#4167) voor het bouwen van een burgerhuis.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing;
- hoofdbouw van 3 bouwlagen onder mansardedak;
- entresolvolume van 2 bouwlagen met een bouwdiepte van circa 2,70 meter;
- gevelmaterialen:
Huidige toestand
- vaststelling (ID: 10916) van Drie burgerhuizen als bouwkundig erfgoed;
- toegevoegde extensies van veranda en zwevend volume op de 2de verdieping;
- gelijkvloerse bouwdiepte over volledige perceelbreedte van circa 20,7 meter;
- gevelmaterialen:
Gewenste toestand
- verwijderd ‘zwevend’ volume op 2de verdieping en slopen aangebouwde veranda;
- gelijkvloerse bouwdiepte van circa 20,70 meter aan de rechterzijde met buurpand nummer 23 en circa 18 meter aan de linkerzijde met buurpand nummer 29;
- een nieuw gelijkvloers volume met behoud entresolvolume;
- aan gelijkvloerse achtergevel terras, met overdekte zone;
- interne wijzigingen;
- voorgevel blijft ongewijzigd en maakt geen deel uit van deze aanvraag.
Inhoud van de aanvraag
- het verbouwen van eengezinswoning met erfgoedwaarde;
- het slopen van toegevoegde extensies van gelijkvloerse veranda en zwevend volume op de 2de verdieping achteraan;
- het voorzien van een nieuwe gelijkvloers volume met behoud van het entresolvolume;
- het openwerken van de gelijkvloerse berging achteraan;
- het uitvoeren van interne wijzigingen;
- de voorgevel maakt geen deel uit van deze aanvraag.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
autonoom gemeentebedrijf vastgoed en stadsprojecten Antwerpen | 5 januari 2021 | 20 januari 2021 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 5 januari 2021 | 10 februari 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag beoogt het verwijderen van later toegevoegde extensies, zoals de veranda en het zwevend volume op de 2de verdieping achteraan. Op het gelijkvloers wordt er een nieuw volume voorzien achter het hoofdvolume. De bouwdiepte wordt na het verwijderen van de veranda op 18 meter gebracht (voorheen 20,70 meter). Het bestaande entresolvolume (bouwdiepte 20,70 meter) grenzend aan het rechterbuurpand nummer 25 blijft behouden. De berging op het gelijkvloers van de entresol wordt opengewerkt tot een overdekte terrasruimte.
De nieuwe volumetrie is in deze context aanvaardbaar. De kleine scheidsmuurverhoging ten opzichte van het linkerbuurperceel (Academie Beeldende kunsten Berchem) heeft slechts een beperkte impact. De gewenste ingrepen zorgen er voor dat er opnieuw meer onbebouwde tuinruimte ontstaat. Het advies voor wat betreft schaal en ruimtegebruik is dan ook gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De ramen in de gehele woning werden in het verleden reeds voorzien van dubbele beglazing. De eclectische voorgevel blijft ongewijzigd en maakt geen deel uit van deze vergunning.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Hierom werd advies gevraagd en bekomen van de stedelijke dienst Monumentenzorg. Dit advies luidt als volgt:
Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. Daarom werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg:
“Het betreft een enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een pseudomansardedak, met eclectische bakstenen lijstgevel met mozaïeken en smeedijzeren leuningen, gebouwd in 1906, naar ontwerp van J. De Vroey. Het pand heeft een kamerstructuur van achtereengelegen kamers met zijdelings gelegen trap, wat kenmerkend is voor deze burgerwoningen. In het interieur zijn op de gelijkvloerse verdieping nog alle oorspronkelijke interieurelementen aanwezig (vloeren, schouwen, binnendeuren, trap, moulures, lambrisering, lanterneau in eetkamer,…). In 1933 werd achter de bestaande tuinkamer/veranda een ruimte toegevoegd die samen met de opengewerkte entresol de keuken vormde.
Het pand kan beschouwd worden als waardevol, gelet op de architecturale en esthetische waarde van zowel het exterieur als het interieur. Voor panden die als waardevol beschouwd worden gaan we uit van maximaal behoud van interieur en exterieur.
Men wenst op de gelijkvloerse verdieping in de inkomhal deuren dicht te maken en te verbreden. De opening tussen salon 2 en 3 wordt versmald waardoor het schrijnwerk niet meer past in de opening. Salon 3 wenst men integraal te verwijderen, samen met de achterliggende eetkamer en veranda.
Op niveau 1 wordt de kamerstructuur van het hoofdgebouw integraal aangepast door de nieuwe invulling. De schouwen worden verwijderd.
Vanaf niveau 2 blijft de kamerstructuur bewaard, inclusief schouwmantels en binnendeuren.
Het later toegevoegde volume ter hoogte van de entresol wordt afgebroken.
Het verwijderen en verplaatsen / verbreden van de deuropeningen in de gang heeft een impact op de afwerking van de muren in de traphal met lijstwerk met in de hoeken uitsparingen voor rozetten en de ornamentiek die onder de consoles richting trap hangt. Door het verbreden en verhogen van de bestaande deuropening, moet deze console verdwijnen. Gelet op het feit dat de authentieke aankleding van de traphal nog aanwezig is en de impact van de voorgestelde werken hierop, zal als voorwaarde opgelegd worden dat alle deuropeningen in de traphal naar de naastgelegen ruimtes behouden moeten blijven zoals ze nu zijn. Ook de volledige interieurafwerking van de gang moet behouden blijven.
Het voormalige salon 3 ofwel de voormalige veranda was in oorsprong verbonden met de keuken via de rondbogige opening die nu een nis is. Het daklicht en het binnenschrijnwerk zijn echter nog wel authentiek, net zoals de tegelvloer. Het volume achter de tuinkamer is een latere toevoeging uit 1933 en kan aangepast worden. Als voorwaarde zal opgelegd worden dat de tuinkamer integraal bewaard moet blijven, de ruimte erachter kan samen met de entresol aangepast worden. Ook het versmallen van de opening tussen salon 2 en de eetruimte is niet aanvaardbaar, gelet op de aanpassingen die nodig zijn aan het binnenschrijnwerk. Deze voorwaarde brengt geen conceptuele wijzigingen met zich mee.
Aangezien de kamerstructuur een erfgoedkenmerk is voor dit type van woningen, gaan we ervan uit dat deze bewaard blijft. Als voorwaarde zal dan ook gesteld worden dat de kamerstructuur op niveau 1 bewaard moet blijven, net zoals de schouwmantels in natuursteen. Door het bewaren van de kamerstructuur kunnen ook de plafondmoulures bewaard blijven. Het inbrengen van een dressing en badkamer kan door geen plafondhoge wanden in de ruimtes te plaatsen, waardoor de afleesbaarheid van de kamers mogelijk blijft.
Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.
Deze voorwaarden luiden:
- Alle bestaande deuropeningen en deuren in de gelijkvloerse traphal moeten behouden blijven op de plaats waar ze nu zitten, net zoals de volledige interieurafwerking van de traphal
- Integraal behoud van salon 3 / tuinkamer (vloeren, wanden, plafond met daklicht, binnendeuren)
- Integraal behoud van de kamerstructuur op niveau 1 en de schouwmantels
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons aan bij het standpunt van Monumentzorg. We betreuren het verdwijnen van waardevolle elementen in erkend erfgoed. We erkennen echter ook de noodzaak om gebouwd patrimonium te laten evolueren met en zich te laten aanpassen doorheen tijd om aldus te beantwoorden aan de eisen en verwachtingen van die tijd. Daarom wensen we de voorwaarden van de dienst Monumentenzorg te nuanceren.
De ingrepen aan de inkomhal/gang en de voorste 2 leefruimtes (salon 1 en salon 2) op het gelijkvloers bieden, in verhouding tot de schade die aangericht wordt aan het erfgoed, weinig meerwaarde. Alle bestaande deuropeningen en deuren in de gelijkvloerse traphal moeten bijgevolg behouden blijven op de plaats waar ze nu zitten, net zoals de volledige interieurafwerking van de traphal, salon 1 en salon 2 en het deurgeheel tussen salon 2 en nieuwe eetkamer (voorheen salon 3). Dit zal als voorwaarde opgenomen worden in de vergunning.
Op de eerste verdieping willen we aandringen op behoud van de kamerstructuur en de authentieke elementen, zoals schouwmantels en moulures. We vragen met aandrang deze elementen maximaal te behouden en te vrijwaren en er, indien nodig, op een omkeerbare manier tegen aan te sluiten. We beperken ons hier evenwel enkel tot deze oproep.
Tot slot begrijpen we de wens om de eetkamer achteraan te herzien en meer te openen naar de tuin en de keuken. Deze voorwaarde van de dienst Monumentenzorg wordt niet weerhouden. De tuinkamer/salon 3 moet niet behouden blijven.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aangevraagde werken zijn aanvaardbaar en hebben geen nadelige invloed op het naastgelegen perceel in eigendom van de stad.
Er wordt opgemerkt dat slaapkamer 4 slechts een vrije hoogte heeft van 2,45 meter waar dat volgens artikel 21 van de bouwcode verblijfsruimtes een minimale vrije hoogte dienen te hebben van 2,60 meter. Aangezien dit de echter de oorspronkelijke situatie betreft, kan er in dit geval van artikel 21 afgeweken worden.
Het plat dak van het nieuwe gelijkvloers volume dient te worden uitgevoerd als groendak conform artikel 38 van de Bouwcode. Vanuit duurzaamheid heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie tegen oververhitting. Ze capteren fijn stof, en zorgen voor meer biodiversiteit in de stad. Omwille van dit positief effect is het verplicht om alle nieuwe platte daken ten minste als extensief groendak aan te leggen. Dit wordt dan ook opgelegd als voorwaarde bij het verlenen van deze vergunning.
De opstand van de nieuwe scheidingsmuren is niet groter dan 0,30 meter ten opzichte van het hoogste dakvlak (artikel 34 bouwcode)Deze opstand is noodzakelijk voor het voorkomen van brandoverslag. Als voorwaarde bij deze vergunning wordt opgenomen om het groendak te realiseren conform volgende eis:
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van het dak naast de scheidingsmu(u)r(en) die geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. alle bestaande deuropeningen en deuren in de gelijkvloerse traphal moeten behouden blijven op de plaats waar ze nu zitten, net zoals de volledige interieurafwerking van de traphal, salon 1 en salon 2 en het deurgeheel tussen salon 2 en nieuwe eetkamer (voorheen salon 3);
3. het nieuw plat dak van het gelijkvloerse volume is aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 december 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 5 januari 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 6 maart 2021 |
Verslag GOA | 15 februari 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gedeelte van het dak naast de scheidingsmu(u)r(en) die geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van:
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. alle bestaande deuropeningen en deuren in de gelijkvloerse traphal moeten behouden blijven op de plaats waar ze nu zitten, net zoals de volledige interieurafwerking van de traphal, salon 1 en salon 2 en het deurgeheel tussen salon 2 en nieuwe eetkamer (voorheen salon 3);
3. het nieuw plat dak van het gelijkvloerse volume is aan te leggen als groendak conform artikel 38 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.