Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020162784 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BVBA DELTA HEAT SERVICES BELGIE (0843108162) met als adres Zwarteweg 2 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zwarteweg 2 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 14 sectie C nr. 288M |
Inrichtingsnummer: | 20201201-0050 (Delta Heat Services) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | een nieuwe inrichting voor warmtebehandeling van metalen |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
- op 27 maart 2015 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//2015297) voor de regularisatie van een industriegebouw met burelen;
- op 23 mei 2014 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/2014566) voor het bouwen van een industriegebouw met burelen na afbraak van bestaande containers.
Voorgeschiedenis milieu
Het betreft een nieuwe ingedeelde inrichtingen of activiteit.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een bedrijf gespecialiseerd in warmtebehandelingen.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
17.1.2.2.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter; | 5.000 liter |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 250 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 1.800 kW |
CLP-tabel
product | hoeveelheid | opslagwijze | 17.1.2.2.2 (liter) | 17.4 (liter) |
propaan | 4.850 | bovengrondse opslagtank | x |
|
diverse | 250 | kleine verpakkingen |
| x |
Totaal |
|
| 4.850 | 250 |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 4 januari 2021 | 1 februari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 4 januari 2021 | 9 februari 2021 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en gebied voor spoorinfrastructuur.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en gebied voor wegeninfrastructuur.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. )
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
Het zuidelijk deel van het terrein is gelegen binnen het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding – wijziging (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens dit grup is het terrein bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruik maken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van de geldende ruimtelijk uitvoeringsplannen.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van de gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplannen.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.
Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het 5e Havendok, het Amerikadok en het Noordkasteeldok hebben als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten oosten van de aanvraag bevindt zich de bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel daaraan loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden en westen bevindt zich de bestemming Gebied voor spoorinfrastructuur.
Tevens is in het zuiden en oosten het GRUP Oosterweelverbinding - wijziging van toepassing met bestemmingen Gebied voor weginfrastructuur voor het geplande knooppunt en voor de Oosterweelsteenweg en de verbinding daarvan via het oostelijk deel van de Kastelweg naar de Scheldelaan, overdruk Werfzone voor aansluitende werfzone, natuurgebied en parkgebied aansluitend bij de voormalige parochiekerk Sint-Jan-de-Doper van Oosterweel (beschermd als monument) en de omgeving van het Fort Noordkasteel.
Op circa 420 meter ten zuiden is het Gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemming Bestaande waterweg (Schelde).
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft de plaatsing van zes ovens binnen een bestaand industrieel gebouw. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund.
Opgemerkt wordt echter dat de aangevraagde propaantank zich buiten het gebouw bevindt en geen voorwerp uitmaakte van de eerder verleende stedenbouwkundige vergunningen. De tank is geplaatst op minder dan 5 meter van de perceelsgrenzen en kan daarom niet vrijgesteld zijn van stedenbouwkundige vergunningsplicht (Zie artikel 4.1. en 4.4. van het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van [stedenbouwkundige] handelingen waarvoor geen [omgevingsvergunning] nodig is).
In huidige aanvraag zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is verder geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Delta Heat Services wenst aan de Zwarte Weg een bedrijf gespecialiseerd in warmtebehandelingen bij lasprocessen te exploiteren. Het voorverwarmen tijdens het lasproces wordt gedaan om de afkoelsnelheid van het basismateriaal langzamer te laten verlopen. Door dit proces gecontroleerd en langzamer te laten verlopen zal dit zorgen voor minder grote krimp en uitzetting van de gelaste zone. Hierdoor wordt de kans op scheurvorming geminimaliseerd en bekomt het materiaal een betere structuur volgens het aanvraagdossier. Na het lassen wordt de krimpspanning verminderd door middel van spanningsarm gloeien.
Om deze activiteiten te kunnen uitvoeren heeft Delta Heat Services gasovens (‘Weishaupt branders’) nodig. Er worden zes ovens aangevraagd met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 1.800 kW (6 x 300 kW). De branders werken op propaan en zijn ‘low NOx-uitvoeringen’.
De emissies van de branders dienen conform hoofdstuk 5.43 van VLAREM II periodiek gemeten te worden. Een eerste meting van de emissies wordt uitgevoerd binnen een periode van drie maanden na de ingebruikname van de installaties.
Voor het propaan wordt een opslagtank van 5.000 liter voorzien.
Op het uitvoeringsplan staat deze opslagtank echter ingetekend op circa 3 meter van de perceelsgrens. De opslagtank moet, conform de afstandsregels van bijlage 5.17.1 van titel II van het VLAREM, op een afstand staan van 5 meter van de limieten eigendom. Ook is een afstand van 5 meter noodzakelijk om vrijgesteld te kunnen zijn van de stedenbouwkundige vergunningsplicht. In het advies van de brandweer van 1 februari 2021 wordt een afstand van 7,5 meter van de perceelsgrens opgelegd voor een houder van 5.000 liter, eventueel verminderd bij gebruik van een onbrandbaar scherm. Op 9 februari 2021 liet de exploitant weten dat er een houder van 4.850 liter geplaatst zal worden, waardoor volgens het brandweeradvies een minimale afstand van 5 meter voldoende is. Eerder had de exploitant al aangegeven dat een afstand van 5 meter gerespecteerd zal worden. Er kan een vergunning verleend worden voor een volume van 4.850 liter.
Verder vraagt het bedrijf nog de opslag van 250 liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen aan.
De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen moet gebeuren in of boven een inkuiping teneinde brandverspreiding, bodem- of grondwaterverontreiniging te voorkomen.
Naar mobiliteit toe zal het gaan om ongeveer 20 verplaatsingen per dag voor de bedrijfsactiviteiten en ongeveer 5 verplaatsingen per dag door leveranciers. Verder zal er ook voldoende parkeerruimte aanwezig zijn voor de voertuigen van het eigen personeel. Het bedrijf is gelegen nabij de Scheldelaan en vlot bereikbaar.
Er wordt verwacht dat de effecten op de mobiliteit beperkt zullen zijn.
Op 1 februari 2021 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/PR/2021/H.00183.A3.0008). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. De vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.
De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Op het perceel is nog een melding van het bedrijf AQ lopende met als kenmerk OMV2019043939. Er wordt opgemerkt dat deze melding nog stopgezet dient te worden.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt voorgesteld om voor de ingedeelde inrichting of activiteit de omgevingsvergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
17.1.2.2.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter; | 4.850 liter |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 250 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 1.800 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 10 december 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 4 januari 2021 |
Start openbaar onderzoek | 12 januari 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 10 februari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 19 april 2021 |
Verslag GOA | 18 februari 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
12 januari 2021 | 10 februari 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
17.1.2.2.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 3.000 tot en met 10.000 liter; | 4.850 liter |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 250 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 1.800 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 26 februari 2021 voor een termijn van onbepaalde duur.