Art. 8 van het besluit van de gemeenteraad van 25 maart 2019 (jaarnummer 154): het college is bevoegd om namens de stad Antwerpen in te tekenen op projectoproepen die worden georganiseerd door een hogere overheid en om met diezelfde overheid daarover overeenkomsten te sluiten.
De stad Antwerpen wil deze legislatuur het voortouw nemen om kwetsbare werkarme gezinnen met een migratieachtergrond (sociaal) te activeren. Van alle allochtone Antwerpenaren woont 29,3% in een huishouden met Werkintensiteit<0,2. Deze cijfers tonen aan dat er in Antwerpen potentieel zit bij de werkarme gezinnen met herkomst buiten de EU op vlak van (sociale) activering. De toegevoegde waarde van dit project tegenover reeds bestaande activeringstrajecten is de betrokkenheid van de Huizen van het Kind als vindplaats, de focus op moeders met verre afstand tot de arbeidsmarkt en de brede definiëring van sociale activering, waarbij niet alleen betaalde arbeid als een doelstelling wordt geformuleerd, maar ook (tussentijdse) treden van de participatieladder, zoals oriëntatie, opleiding of vrijwilligerswerk. Uit de praktijk komt immers naar voor dat de stap naar betaalde arbeid voor deze doelgroep vaak te groot is en dat er nood is aan een begeleidend voortraject. Voor de uitvoering van het project zal de bedrijfseenheid Sociale Dienstverlening gedurende de looptijd van het project (2 jaar) 1 VTE projectmedewerker op B-niveau aanwerven om de coördinatie van het project op zich te nemen.
Op 21 augustus 2020 (jaarnummer 6970) keurde het college de deelname goed van de bedrijfseenheid Sociale Dienstverlening – Welzijn aan het project ‘MARA’ (Moeders met talent versterken en activeren). Het projectvoorstel werd ingediend onder coördinatorschap van de stad Antwerpen in het kader van ESF-oproep 490 ‘Outreach en activering’. De doelstelling van de oproep is om vindgerichte en geïntegreerde acties op te zetten voor inactieve arbeidsreserves die mits bijkomende ondersteuning potentieel inzetbaar zouden zijn op de arbeidsmarkt. Het project MARA wil toegang vinden tot kwetsbare, werkarme gezinnen met een migratieachtergrond, en meer specifiek tot de vrouwen binnen deze groep, via de Antwerpse Huizen van het Kind. Deze Huizen van het Kind vormen een ideale vindplaats van niet-werkende niet-werkzoekende vrouwen met een migratieachtergrond met een verre afstand tot de arbeidsmarkt.
Op 25 november 2020 maakte ESF-Vlaanderen bekend dat het project geselecteerd werd voor financiering. Het project vangt aan op 1 december 2020 en loopt tot 31 december 2022.
Om de deelname aan het project te bestendigen, dient een partnerschapsovereenkomst (tussen de partners) en een projectovereenkomst (tussen de coördinator en ESF) ondertekend te worden. Beide overeenkomsten gaan als bijlage bij dit besluit. In de partnerschapsovereenkomst worden de modaliteiten van het projectverloop en de betalingsmodaliteiten tussen de partners vastgelegd. Gegeven dat de stad Antwerpen instaat voor 20% van de cofinanciering van de projectkost (ook voor de 20% cofinanciering van de partners), wordt ook deze stedelijke cofinanciering opgenomen in de overeenkomst.
De projectovereenkomst definieert het ruimere kader waarbinnen de partijen met elkaar zullen samenwerken en legt de voorwaarden vast ter realisatie van het ESF-project. Omdat deze projectovereenkomst in de ESF-applicatie digitaal ondertekend dient te worden, wordt het college gevraagd om Kris Van Berendoncks (Personeel en Organisatie/Fondsen) als ESF-organisatieverantwoordelijke te machtigen om deze ondertekening in orde te brengen.
De totale goedgekeurde projectkost bedraagt 1.460.264,29 euro. Deze projectkost wordt voor 40% gefinancierd door ESF-middelen, 40% vanuit Vlaamse cofinanciering, en 20% vanuit stedelijke cofinanciering door de stad Antwerpen. De stedelijke cofinanciering bedraagt in totaal maximaal 292.052,83 euro.
Het aandeel van de stad Antwerpen in de totale projectkost bedraagt 136.166,70 euro. Het gaat om de personeelskost voor de inzet van 0,8 VTE + een forfait van 40% op deze personeelskost om overige kosten te dekken. ESF en Vlaanderen financieren samen 80% van dit bedrag (108.933,38 euro), voor de resterende 20% is stedelijke cofinanciering vereist (27.233,32 euro). Gegeven dat ESF een onderscheid maakt tussen subsidiabele personeelskosten (activiteiten direct verbonden aan de projectactiviteiten) die gedekt worden door de personeelskost, en niet-subsidiabele personeelskosten (indirect verbonden aan de projectactiviteiten, zoals rapportering), zal Sociale Dienstverlening - Welzijn 1 VTE aanwerven gedurende de looptijd van het project (128.882,00 euro), waarvan 0,8 VTE kan ingebracht worden als personeelskost en de overige 0,2 VTE gefinancierd zal worden vanuit de forfait.
Gegeven dat het project past binnen de uitvoering van de beleidsdoelstellingen, financiert de stad Antwerpen eveneens de cofinanciering (20%) van het aandeel van de partners. Het budget hiervoor is voorzien in de reguliere budgetten van Sociale Dienstverlening - Welzijn voor 2021 en 2022 (5402510000/6496800/2HMS040201A00000). Het voorziene bedrag bedraagt maximaal 264.819,51 euro. Dit bedrag wordt beschouwd als een toelage aan de zes deelnemende partners en zal uitbetaald worden op basis van (nog af te sluiten) toelageovereenkomsten met elke partners en na voorlegging van de nodige verantwoordingsstukken. De voorziene bedragen per partner zijn opgenomen in de partnerschapsovereenkomst.
Bij de derde aanpassing van het meerjarenplan zal in totaal 108.933,38 euro als ontvangst en uitgave ingeschreven worden voor 2021 en 2022.
De uitgaven en ontvangsten die met het subsidieproject gepaard gaan, zullen gekoppeld worden aan een subsidiefiche (nr 11189).
Het college keurt de deelname goed aan het ESF-project ‘MARA’ en ondertekent daartoe de partnerschapsovereenkomst in bijlage.
Het college bekrachtigt de projectovereenkomst voor het ESF-project MARA en machtigt Kris Van Berendoncks (Personeel & Organisatie/ Fondsen) om deze overeenkomst digitaal te ondertekenen in de ESF-applicatie.