Terug
Gepubliceerd op 01/02/2021

2021_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - OMV_2020137248. Jozef Verbovenlei 39 . District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 29/01/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - OMV_2020137248. Jozef Verbovenlei 39 . District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_00683 - Omgevingsvergunning - OMV_2020137248. Jozef Verbovenlei 39 . District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020137248

Gegevens van de aanvrager:

Godelieve en Raphael Van den Eynde - Van Miert met als adres Jozef Verbovenlei 38 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Jozef Verbovenlei 39 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32 sectie B nr. 536B6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

toevoegen van een extra daklaag op een bestaande meergezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

 Relevante voorgeschiedenis

 

-          12/05/2017: opname in het vergunningenregister (201693) van constructie met 2 appartementen;

-          01/01/1939: toelating (329#16705) voor het oprichten van een woning.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • meergezinswoning met 2 bouwlagen op een half-ondergrondse garage met bergingen onder plat dak;
  • bestaande uit 2 appartementen;

-          gevelafwerking voorgevel: in gele/beige gevelsteen.

 

Huidige toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • bouwvolume conform vergunde toestand;
  • gelijkvloerse verdieping bestaat uit een een-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 55,4 m²;
  • 1ste verdieping bestaat uit een een-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 60 m²;

-          gevelafwerking:

  • in gele/beige gevelsteen;
  • houten buitenschrijnwerk in zwart/bruine kleur.

 

 Gewenste toestand

 

-          functie en bouwvolume:

  • extra daklaag wordt toegevoegd op de bestaande constructie;
  • duplexappartement op 1ste en 2de verdieping met een netto-vloeroppervlakte van circa 110 m²;

-          gevelafwerking:

  • in gele/beige gevelsteen;
  • daklaag in grijs geschilderde gevelsteen;
  • nieuw buitenschrijnwerk in zwart/bruin aluminium.

Inhoud van de aanvraag

 

-          toevoegen van een extra bouwlaag;

-          uitbreiden van het bovenste appartement tot een duplexappartement op de 1ste en 2de verdieping met dakterras;

-          optrekken van de scheimuren;

-          interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie

15 december 2020

5 januari 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan .

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
 

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
 

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

er wordt geen opstand van minstens 0,30 m voorzien;

  • artikel 38 Groendaken:

het nieuw plat dak wordt niet voorzien van een groendak.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
 

Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
 

Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
 

De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft een meergezinswoning met twee woongelegenheden. De functie van de woning en het aantal woongelegenheden wijzigen niet. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het betreft een woning met twee bouwlagen onder een plat dak en half-ondergrondse garage. In de aanvraag wordt het hoofdgebouw uitgebreid met een bijkomende bouwlaag. Het appartement op de bovenste verdieping wordt hierdoor uitgebreid tot een duplex op de eerste en tweede verdieping. De nieuwe maximale bouwhoogte van de woning is ongeveer 11,55 m gerekend vanaf het voetpad van de straat.

 

De naastliggende bebouwing wordt gekenmerkt door gebouwen van twee en drie bouwlagen onder een plat dak. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de realisatie van een bijkomende bouwlaag aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De bestaande gevels worden niet gewijzigd, de nieuwe bouwlaag wordt afgewerkt met grijs geschilderde gevelsteen en zwart-bruin aluminium buitenschrijnwerk.

 

Er wordt echter niet verduidelijkt welke tint grijs wordt voorzien. Bijkomend ontstaat door het grijs schilderen van de nieuwe laag geen samenhang met de bestaande gevels. Om architecturaal een eenheid te vormen in de gevels wordt als voorwaarde opgelegd de nieuwe bouwlaag af te werken in een soortgelijke kleur van gevelsteen als die van de bestaande gevels.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het plat dak van het nieuw volume wordt niet voorzien van een groendak. Dit is in strijd met artikel 38 van de bouwcode. Het nieuw plat dak van ongeveer 57 m² moet conform dit artikel worden voorzien van een groendak. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.

 

De scheidingsmuren ter hoogte van de nieuwe laag zijn niet uitgevoerd met een opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Aangezien het dak moet voorzien worden van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 0,30 m wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed aanwezig is. Dit wordt als voorwaarde opgelegd.

 

Achteraan de nieuwe verdieping wordt een dakterras voorzien. De bestaande scheidingsmuur op de rechter perceelgrens ter hoogte van dit dakterras wordt met ongeveer 1 m verhoogd, waardoor een hoogte gerealiseerd wordt van 3,40 m boven de vloerpeil van het dakterras.

 

In dit kader werd ook een bezwaar ingediend dat als gegrond werd beschouwd. Een ophoging van de bestaande scheidingsmuur aan de rechterzijde van het dakterras is overbodig en niet wenselijk.

 

Bijkomend wordt het dakterras tot tegen de linker perceelgrens gerealiseerd. Dit veroorzaakt eveneens zichten op het naburig perceel die een goed nabuurschap in het gedrang brengen.

 

Als voorwaarde wordt opgelegd het nieuw dakterras uit te voeren met een afstand van 1,90 m ten opzichte van de linker perceelgrens en de bestaande hoogte van de scheidingsmuur aan de rechterzijde van het terras te behouden.

 

Om het ruimtecomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is het geval in het voorliggend project, waardoor het nieuw gevormde duplexappartement voldoende wooncomfort biedt. Op een oppervlakte groter dan 80 m² wordt voldoende woonkwaliteit gerealiseerd voor een twee-slaapkamerappartement.

 

Mits voldaan wordt aan de voorwaarden, is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde situatie inhoudt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de nieuwe bouwlaag af te werken in een soortgelijke kleur van gevelsteen als die van de bestaande gevels;

2.      het plat dak van het nieuw volume te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed te voorzien;

4.      het nieuw dakterras uit te voeren met een afstand van 1,90 m ten opzichte van de linker perceelgrens;

5.      de bestaande hoogte van de scheidingsmuur aan de rechterzijde van het dakterras te behouden;

6.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 november 2020

Volledig en ontvankelijk

15 december 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 februari 2021

Verslag GOA

22 januari 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

1.      Afwerking sheidingsmuur:

Het bezwaar stelt dat de verwachte uitvoering mogelijk overlast kan geven door insijpelend water.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. De bezorgdheden van de bezwaarindiener rond het afwerken van de scheidingsmuur en het al dan niet verwijderen van de bestaande dekstenen is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de bouwheer/aannemer zich te ontzien van burgerrechtelijke plichten.

2.      Schoorsteen:

Het bezwaarstelt dat door voorliggende aanvraag de schoorsteen van bezwaarindiener niet meer minstens 1 m hoger ligt dan de nok van het dak van de woningen, bedrijfs- en andere gebouwen die gewoonlijk door mensen bezet zijn.

Beoordeling:

In dit bezwaar is ongegrond, want is niet van stedenbouwkundige aard, maar heeft betrekking op milieuwetgeving die hier niet van toepassing is.

3.      Ophogen scheidingsmuur:

Het bezwaar stelt dat het ophogen van de scheidingsmuur achteraan aan de rechterzijde van het dakterras functioneel geen waarde heeft en nadelig is voor de lichtinval.

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond. De bestaande scheidingsmuur op de rechter perceelgrens ter hoogte van het dakterras wordt met ongeveer 1 m verhoogd, waardoor een hoogte gerealiseerd wordt van 3,40 m boven de vloerpeil van het dakterras. Een ophoging van deze scheidingsmuur is overbodig en niet wenselijk, wat in de vergunningsvoorwaarden wordt opgelegd.

4.      Daling rendement zonnepanelen:

Het bezwaar dat door de realisatie van het project zonlicht wordt weggenomen op de zonnepanelen van de bezwaarindiener, waardoor deze een aanzienlijke rendementsverlies lijdt met een ernstig financieel verlies als gevolg.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond. Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de kroonlijst van de aanpalende woning, waardoor het niet uitgesloten is dat rechtstreeks zonlicht weggenomen wordt van de zonnepanelen gedurende een moment van de dag. Dit bezwaar is echter niet stedenbouwkundig van aard. Bijkomend is vanuit ruimtelijk oogpunt en gelet op de kenmerkende bouwhoogtes in de straat, de realisatie van een bijkomende bouwlaag aanvaardbaar.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de nieuwe bouwlaag af te werken in een soortgelijke kleur van gevelsteen als die van de bestaande gevels;

2.      het plat dak van het nieuw volume te voorzien van een groendak conform artikel 38 van de bouwcode;

3.      tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 0,30 m breed te voorzien;

4.      het nieuw dakterras uit te voeren met een afstand van 1,90 m ten opzichte van de linker perceelgrens;

5.      de bestaande hoogte van de scheidingsmuur aan de rechterzijde van het dakterras te behouden;

6.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

7.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.