De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 oktober 2020 | 27 november 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020132091 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Kim Rousseeuw met als adres Jachtlaan 7 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Jachtlaan 7 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 42 sectie C nr. 204A2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van een bestaande eengezinswoning en bouwen van een villa |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/03/1988: vergunning (222#7093) voor het bouwen van een villa + lozingsvergunning.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in open bebouwing.
Huidige toestand
- conform vergunde toestand.
Gewenste toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen met een NVO van circa 540 m² onder plat dak in open bebouwing;
- kroonlijsthoogte van 6,40 meter met een verloop naar 7,30 meter;
- voorgevel in een witte bepleistering en antraciet aluminium buitenschrijnwerk met gelijkvloerse accenten in natuurkleurig hout en gevelbekleding in glas antraciet met op de verdieping accenten in grijs antraciet gevelmetselwerk;
- voortuin met oprit in waterdoorlatend steentapijt van circa 107 m² in functie van 2 parkeerplaatsen voor bezoekers en 2 inpandige parkeerplaatsen;
- vrijstaande garage met overdekt terras in de tuin met een footprint van 14,20 meter op 7,60 meter.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande woning en bijgebouwen;
- vellen van twee hoogstammige bomen;
- bouwen van een vrijstaande villa met overdekt terras met garage en zwembad;
- verharden van de voortuinstrook.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 21 oktober 2020 | 25 oktober 2020 |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ ruimtebeheer | 21 oktober 2020 | 22 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 21 oktober 2020 | 26 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (NIET inzake SOK of grond- en pandendecreet) | 21 oktober 2020 | 22 oktober 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet een sloop van een bestaande eengezinswoning en het bouwen van een nieuwe eengezinswoning. In de tuin wordt een overdekt terras met garage en een zwembad voorzien.
De bestemming van eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid in de woonomgeving gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het geplande grote volume aan de straatzijde is in schaal niet kenmerkend in de ruime omgeving. Kenmerkend zijn percelen van een breedte van circa 20m met een bebouwing van circa 14m breedte. Een bebouwing met een grootte van meer dan 39m breedte is dus niet afgestemd op de omgeving.
Gelet op het feit dat in deze wijk er steeds ruime eengezinswoningen zijn voorzien die in verhouding staan met de beschikbare oppervlakte per perceel én dat het nieuwe volume aan de straatzijde daarenboven vergelijkbaar is in schaal met het bestaande volume, is voorliggende schaal ruimtelijk aanvaardbaar.
Het volume in de tuin is, in verhouding, ook vergelijkbaar met tuinvolumes in dit bouwblok. Deze worden echter niet gekenmerkt door de functie van garage. Dit centrale volume voorzien als garage betekent daarenboven ook het voorzien van een oprit met een oppervlakte van 184m². Dit ruimtebeslag voor een woonfunctie, waarbij de parkeerbehoefte al op een kwalitatieve manier inpandig is oplost, is onaanvaardbaar in dit bouwblok.
Visueel-vormelijke elementen
Ook de uitwerking van het grote volume aan de straatzijde is niet kenmerkend in de ruime omgeving. Het straatbeeld in de onmiddellijke omgeving wordt namelijk gekenmerkt door grotendeels enkelvoudige volumes, met een schuin dak, integraal voorzien van een afwerking in een wit geschilderde gevelsteen of een roodbruine gevelsteen, met veel aandacht voor architecturale detaillering.
Voorgesteld volume betreft een geheel van verschillende ‘minimale’ volumes, in verschillende materialen, ‘bijeengehouden’ door een ‘witte band’ in verschillende diktes, met daartussen glazen invullingen en voorzien van een plat dak.
Gelet op de reeds afwijkende schaal van het volume en de afwijkende dakvorm is een afwijking op de visueel-vormelijke elementen niet aanvaardbaar. Bijgevolg zal worden opgelegd slechts één materiaal te voorzien naast het glas én de kroonlijst rondom op 7m32 te voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omwille van het vellen van hoogstammige bomen op het perceel en de aanwezige straatbomen is er advies gevraagd aan de stedelijke dienst groen en begraafplaatsen. Uit dit advies komen voorwaarden om de bomen op het perceel te vervangen alsook de bomen op het openbaar domein tijdens de bouwwerken optimaal te beschermen.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Het is sloop en nieuwbouw. Een woning wordt gesloopt en een villa in de plaatst gebouwd. Bovendien wordt er aan de villa een bureaugedeelte voorzien met een aparte toegang, waardoor bezoekers verwacht worden. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 Voor de woning is er een parkeerbehoefte van 1 x 1 = 1 parkeerplaats 53m² kantoren met parkeernorm 1,55/100m²: 53m² x 1,55/100m² = 0,82 afgerond 1 parkeerplaats De werkelijke parkeerbehoefte is 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen, rekening houdend met de opmerkingen, bedraagt 2.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. enkel gevelbepleistering te voorzien naast het glas als gevelmateriaal in plaats van gevelbekleding hout, gevelmetselwerk of gevelbekleding aluminium;
2. de kroonlijst rondom op 7m32 te voorzien;
3. een voortuinafsluiting te voorzien door een levendige afsluiting conform artikel 19 van de bouwcode;
4. de verhardingen in de voortuin te beperken tot de strikt noodzakelijke verhardingen conform artikel 27 van de bouwcode.
5. 2 grootkruinige bomen van 1e grootte aan te planten met een stamomtrek van minstens 18/20;
6. de straatbomen optimaal te beschermen tijdens de volledige duur van de werken;
7. het bijgebouw te voorzien als berging in plaats van garage;
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
9. de oprit naar het bijgebouw;
10. de parkeerplaatsen ‘bezoeker’ in de voortuin.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het gebouw is inderdaad niet kenmerkend in de directe omgeving, echter zijn in de ruime omgeving verschillende woningen terug te vinden met een aantal van de kenmerken van deze woning. Echter niet alle samen gecombineerd.
Het college acht het wenselijk dat het gebouw zich beter inschrijft in de context door het aantal gebruikte materialen in de voorgevel te vereenvoudigen, maar wijkt af van de opgelegde voorwaarden om het evenwicht van de compositie niet te verstoren.
Het college detailleert verder ook wat het verstaat onder noodzakelijke verhardingen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 21 oktober 2020 |
Start openbaar onderzoek | 29 oktober 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 27 november 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 3 februari 2021 |
Verslag GOA | 12 januari 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het gevelmetselwerk in de voorgevel te voorzien in crepi;
2. de oprit naar het bijgebouw uit te voeren in gestabiliseerd gazon (grindgazon) i.pl.v grasdallen zodat deze niet visueel zichtbaar is, maar wel toelaat om op een gestabiliseerde ondergrond occasioneel de berging te bereiken met zwaar materiaal of goederen zoals een old-timer;
3. een voortuinafsluiting te voorzien door een levendige afsluiting conform artikel 19 van de bouwcode;
4. de verhardingen in de voortuin te beperken tot de strikt noodzakelijke verhardingen conform artikel 27 van de bouwcode, zijnde de oprit voor de dubbele garage en zijdeur kantoor van max 10m breed, een pad van de oprit naar de voordeur, een pad van de voordeur naar de straat;
5. 2 grootkruinige bomen van 1e grootte aan te planten met een stamomtrek van minstens 18/20;
6. de straatbomen optimaal te beschermen tijdens de volledige duur van de werken;
7. het bijgebouw te voorzien als berging in plaats van garage;
8. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Uitsluitingen
9. de parkeerplaatsen ‘bezoeker’ in de voortuin.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.