Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01735 - Omgevingsvergunning - OMV_2020145214. Veldstraat 25. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01735 - Omgevingsvergunning - OMV_2020145214. Veldstraat 25. District Antwerpen - Weigering 2021_CBS_01735 - Omgevingsvergunning - OMV_2020145214. Veldstraat 25. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020145214

Gegevens van de aanvrager:

de heer Slash De Ruyck met als adres Veldstraat_AN 25 te 2060 Antwerpen

Ligging van het project:

Veldstraat 25 te 2060 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 5 sectie E nr. 461L9

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          27/11/2020: voorwaardelijke vergunning (20203131) voor het regulariseren van de gewijzigde voorgevel van het pand;

-          07/08/2020: ongegronde, niet-rechtsgeldige melding (20202529) voor het regulariseren van wijzigingen van het buitenschrijnwerk in voor- en achtergevel;

-          17/05/2019: proces-verbaal (11002_2019_9394_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning;

-          25/11/1927: toelating (1927#28557) voor binnenveranderingen.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume: besloten bebouwing van 2 bouwlagen onder plat dak met bouwdiepte 8 meter;

-          gevelafwerking: rode gevelsteen met wit pvc buitenschrijnwerk.

Huidige toestand

-          vaststellingen proces-verbaal:

  • achteraan het gelijkvloers werd een grotere gevelopening gemaakt met plaatsing van een nieuwe steunbalk;
  • voorgevel: de bruine houten ramen en grijze voordeur werden vervangen door lichtkleurige pvc (reeds geregulariseerd met vergunning 20203131).

Gewenste toestand

-          functie: eengezinswoning (ongewijzigd);

-          bouwvolume:

  • uitbreiding bouwdiepte gelijkvloers en verdieping;
  • uitbreiding dakverdieping.

Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden bouwvolume gelijkvloers en verdieping, en optopping met een extra daklaag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend(e) punt(en):

-          1 Algemene voorschriften, 1.3 Harmonie en referentiebeeld:

  • De bouwdiepte op de 1ste verdieping en het terras op de 2de verdieping is niet afgestemd op de schaal van de bebouwing links aanpalend.
  • Door de uitwerking van de daklaag (vooraan als een schuindak en achter als volwaardige bouwlaag) ontstaat er geen kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel. Een dak uitgewerkt vooraan als een schuindak en achter als volwaardige bouwlaag is geen kenmerk van de omgeving én de bestaande architectuur wordt tot een ‘façade’ gereduceert. ‘façadisme’ wordt niet als een kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel gezien;

-          2 Bijzondere voorschriften, Artikel 1 Zone voor wonen – (Wo), 1.2 Inrichting, 1.2.1 Bouwdiepte:

  • De afstand van de uitbreiding op het gelijkvloers én de eerste verdieping tot de achterste perceelgrens bedraagt 4m23.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    de hoogte van de tuinmuren bedraagt meer dan 2,6 meter;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    slaapkamer 2 achteraan de 1ste verdieping heeft een vrije hoogte van slechts 2,51m;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    §3, 3° het dakterras achteraan de dakverdieping wordt afgewerkt met houten schuttingen;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    §1, 2° de aansluitpunten DWA/RWA mogen hoogstens 0,5m uiteen gelegen zijn.

 

 Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op voorliggende aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid / Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag is strijdig met artikels van het ruimtelijk uitvoeringsplan 2060.

Zo komt het voorgestelde project inzake de  dakvorm niet overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving.

Het referentiebeeld wordt opgebouwd uit de bestaande gebouwde omgeving. Dit beeld bestaat uit de gebouwen welke inzake harmonische samenhang het talrijkste zijn en dus kenmerkend voor de betreffende omgeving kunnen genoemd worden. Men bekijkt het gebouw steeds vanuit een logisch geheel in de omgeving waar een harmonische samenhang merkbaar is.

De straat wordt gekenmerkt door panden met zuivere daklagen: platte, mansarde- of zadeldaken.  Voorliggende aanvraag toont niet aan dat het te verbouwen gebouw op doelbewuste en gemotiveerde wijze een kwaliteitsvolle relatie aangaat met de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel.

 

Door het verhogen van de scheimuur op de 1ste verdieping ten opzichte van de linker buur wordt hinder gecreëerd qua zicht, lichtinval en bezonning.  Het basisvolume van elk gebouw, namelijk de inplanting ten opzichte van de openbare ruimte en de naburige percelen, de bouwhoogte ten opzichte van het maaiveld en de bouwdiepte vanaf de voorgevel is zeer verschillend en wordt bepaald door de ruimtelijke context van het gebouw. Door te veel te bouwen (te hoog, te diep) in verhouding tot de terreinoppervlakte van het perceel en de gevels van het gebouw komt de beschikbaarheid van licht, lucht en open ruimte voor de gebruikers in het gedrang. Vanuit het principe van de harmonie met het referentiebeeld kan er op een perceel even diep en hoog gebouwd worden als in de omgeving. Het basisvolume van een gebouw wordt dus bepaald door het referentiebeeld en versterkt mee het straatbeeld of het bouwblok. Door even hoog en diep te bouwen als de percelen in de omgeving wordt gegarandeerd dat de ontwikkelingsmogelijkheden voor iedereen vergelijkbaar zijn en dat de hinder voor de omliggende percelen, voor bezonning en privacy, beperkt blijft.

 

Op het platte dak van de uitbouw achteraan wordt een dakterras geplaatst.

Houten schuttingen op de perceelsgrenzen vormen geen kwalitatieve en duurzame oplossing. Daarenboven is een scheimuurverhoging hier niet aanvaardbaar. Hierdoor wordt hinder gecreëerd qua zicht, lichtinval en bezonning voor de aanpalende panden. 

 

Tenslotte wordt de achtergevel van de gewenste toestand op minder van 5 meter van de achterste perceelgrens ontworpen. Voorliggend ontwerp bevat onvoldoende kwaliteiten en argumenten om een afwijking toe te staan.

 

De geplande werken zijn storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel vormelijke elementen

Aan de gevels worden bakgoten ‘gehangen’. Deze elementen zijn echter vreemd bij platte daken, alsook wordt de bakgoot bij het schuine dak op zulke wijze voorzien dat deze niet functioneerbaar is.

Daarenboven is de daklaag op zulke wijze uitgewerkt, vooraan als een schuindak en achter als volwaardige bouwlaag, wat geen kenmerk van de omgeving is. Voorgestelde uitwerking reduceert de bestaande architectuur tot een ‘façade’ en ‘façadisme’ wordt niet als een kwaliteitsvolle relatie tussen de oude en nieuwe architectuur en het bestaande weefsel gezien;

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Gezien scheimuurverhogingen ter hoogte van het dakterras niet mogelijk zijn, zorgt het terras op het dak van de achterbouw voor privacy hinder voor de aanpalende panden doordat onvoldoende afstand gehouden wordt van de perceelsgrenzen.

 

Slaapkamer 2 achteraan de 1ste  verdieping heeft door het toevoegen van een verlaagd plafond slechts een vrije hoogte van 2,51m wat nefast is voor de woonkwaliteit.

Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woon- of werkplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. Bovendien zijn gebouwen met een grotere vrije hoogte meer flexibel naar toekomstige aanpassing, hergebruik of functiewijziging. De functionele levensduur van gebouwen met hoge verdiepingen is langer en daarom is het duurzaam om zo te bouwen.

 

Gezien bovenstaande opmerkingen voldoet de aanvraag niet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken storend voor de omgeving en niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 november 2020

Volledig en ontvankelijk

9 december 2020

Start openbaar onderzoek

17 december 2020

Einde openbaar onderzoek

15 januari 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 maart 2021

Verslag GOA

1 maart 2021

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

17 december 2020

15 januari 2021

0

0

0

1

 

Bespreking van de bezwaren

 

1.      Dakterras: bezwaarindiener vreest voor verlies van privacy bij het aanleggen van een dakterras. Een volgende bezorgdheid is de lichtinval. Als er een schutting van 1m80 geplaatst wordt op de scheimuur krijgt bezwaarindiener geen zonlicht meer aan zijn kant.

Beoordeling:

Het bezwaar is gegrond.

Houten schuttingen op de perceelsgrenzen, buiten deze als tuinafsluiting, vormen geen kwalitatieve en duurzame oplossing. Daarenboven is een scheimuurverhoging hier niet wenselijk. Hierdoor wordt hinder gecreëerd qua lichtinval en bezonning naar zeker één aanpalend perceel.

Gezien scheimuurverhogingen ter hoogte van het dakterras niet mogelijk zijn, zorgt het terras op het dak van de achterbouw voor onaanvaardbare privacy hinder voor zeker één aanpalend perceel doordat onvoldoende afstand gehouden wordt van de perceelsgrens.

 

2.      Schade: bezwaarindiener vreest voor schade bij de uitvoering van de werken.

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

De bezorgdheid van de bezwaarindiener is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid.

 

3.      Uitstoot en lekken uitlaatbuis: bezwaarindiener uit bezorgdheid over de uitstoot aan de achtergevel. Het rooster en de uitlaatbuis ligt zo dicht bij bezwaarindieners ramen dat de uitlaat binnenkomt als de ramen open staan en de buis van de 1ste verdieping bezorgt wateroverlast door het lekken.

Beoordeling:

Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

Op de foto meegegeven door bezwaarindiener lijkt de uitlaat zich niet te bevinden op minstens 0,60 meter van de aangrenzende opgaande gevel. Dit is strijdig met artikel 35 van de bouwcode en kan voor overlast zorgen.

De bezorgdheid rond het lekken van de buis op de 1ste verdieping is een uitvoeringstechnische aangelegenheid die los staat van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.