2021_CBS_01714 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020053562. Lindendreef 1. District Antwerpen - Goedkeuring

Adviezen

Interne adviezen

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Buurtpark Groenenborg, goedgekeurd op 12 februari 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor groen - (gr).

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.) De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

-          artikel 26 Afvalverzameling:

functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is;

-          artikel 43 Septische putten:

de inhoud van de septische putten wordt niet vermeld.

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

Omgevingstoets

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag situeert zich op de site van het Middelheim Ziekenhuis en omvat de sloop, nieuwbouw en uitbreiding van de Kinder- en Jeugdpsychiatrie (UKJA).

In 2008 stelde het ZNA (Middelheimziekenhuis) een eigen masterplan op voor de uitbreiding van het ziekenhuis. Het plan voorziet in een eerste fase in de uitbreiding van de Kinder- en Jeugdpsychiatrie. De functionele inpasbaarheid wordt aldus gegarandeerd.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie. Het advies luidt als volgt:

“De aanvraag omvat een uitgebreide verbouwing en nieuwbouw van diverse onderdelen van een bestaand hospitaal. Daarnaast zijn er ook ingrepen in de ruimtelijke omgeving om dit mogelijk te maken en/of om doorsteken te creëren.

Het dossier bestaat uit een bouw- en milieugedeelte.

Het project past binnen het grote masterplan van de site. Alleen is er een specifiek onderdeel dat niet voorkomt in het dossier. Tussen het hoofdgebouw en het kinderziekenhuis bevindt zich namelijk ook een helipad voor medische vluchten. Het is niet duidelijk of dit behouden blijft (kan blijven) dan wel ergens anders ondergebracht wordt op de site.

Het lijkt daarom ook zinvol om advies te vragen aan de betrokken FOD Luchtverkeer hierover.

Voor de aanvraag wordt daarom voorwaardelijk gunstig advies gegeven.”

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvraag beoogt de sloop en nieuwbouw van de bestaande voorbouw, een nieuwbouw ‘Leefgroepen voor adolescenten’ en de uitbreiding van het bestaande Karrewiel voor dagbehandeling en ergotherapie van de Kinder- en Jeugdpsychiatrie (UKJA). Tevens wordt de verbindingsgang tussen het Kinderziekenhuis (AZ Paola) en UKJA gesloopt. Voor het overige worden de containerunits op de parking en achter AZ Paola verwijderd, bestaande verhardingen maken plaats voor nieuwe waterdoorlatende verharding. De verharding van de parking van AZ Paola en UKJA wordt uitgebreid en heringericht.

De H-vormige voorbouw van twee bouwlagen onder hellend dak wordt vervangen door een acht-vormige voorbouw van 3 bouwlagen onder plat dak. Het nieuw volume van de leefgroepen bestaat uit 1 bouwlaag onder hellend dak met binnentuinen.

De footprint vergroot op de site. Het nieuwe volume van de voorbouw is qua hoogte vergelijkbaar met het gebouw van AZ Paola en hiermee beduidend lager ten opzichte van het hoofdgebouw op de site en de achterliggende appartementsgebouwen op het Rucaplein. De grootste oppervlakte op het terrein wordt ingenomen door de nieuwbouw van de leefgroepen. Dit volume beperkt zich echter tot één bouwlaag onder hellend dak. Bovendien zorgt de inplanting van de nieuwe gebouwen ervoor dat alle ruimtes van voldoende licht, lucht en zicht worden voorzien. Het volume van voorbouw en leefgroepen is qua schaal en ruimtegebruik dan ook aanvaardbaar. De uitbreiding van het Karrewiel is eerder beperkt en bevindt zich binnen de footprint van het Karrewiel.

Visueel-vormelijke elementen

Het project werd voorgelegd aan de Kwaliteitskamer. Het advies is voorwaardelijk gunstig.

“Als materialisatie voor de voorbouw wordt gekozen voor brons geanodiseerd aluminium en lichtkleurig metselwerk in wildverband. De kwaliteitskamer gaat hiermee akkoord, alsook met de geleding en geveluitwerking van de voorbouw. Met betrekking tot de architecturale uitwerking van de laagbouw voor de leefgroepen apprecieert de kwaliteitskamer de voorgestelde aanpassingen en materialisatie, maar vraagt nog volgende wijziging: Er wordt gevraagd om de dubbele zadeldaken van de dwarse tussenvolumes volwaardig tweeledig uit te werken en niet te voorzien van een horizontaal plat dak tussenin. De technische groep kan boven de slaapkamers worden geplaatst zodat een kwalitatieve hoge ruimte ontstaat met zenitaal licht via het dakvlak. De kwaliteitskamer vraagt om voor de dakrand die aansluit op de colonnades nog een meer doorgedreven detaillering en beëindiging (goot of balk in metselwerk tussen pannen en verticale penanten) voor te leggen en om de hellende daken ter plaatse van de poorten te verbijzonderen zonder abrupte onderbreking.

Aansluitend vraagt de Kwaliteitskamer om ook het interieur van de gebouwen maximaal uit te werken in warme en natuurlijke materialen.

 Conclusie:

- Voorbouw: akkoord;

- Volumes leefgroepen: twee volwaardige zadeldaken voorzien;

- Dak en colonnade: aandacht voor kwalitatieve aansluiting en beëindiging + doorlopende afwerking ter hoogte van de poorten;

- Materialisatie interieur: aandacht voor warme en natuurlijke materialisatie.“

De nieuwe publiciteitsinrichting wordt geïntegreerd in de inkomluifel van de voorbouw in de vorm van losse letters.

De visueel vormelijke elementen worden gerespecteerd.

Cultuurhistorische aspecten

Het Middelheim ziekenhuis is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur als het interieur. Daarom werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg:

“Het voorgestelde project doet geen afbreuk aan de erfgoedwaarde van de site en werd voorgelegd aan de Kwaliteitskamer Architectuur met gunstig advies onder voorwaarden. De voorwaarden die werden opgelegd moeten gevolgd worden.”

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door het slopen van de verbindingsgang tussen het Kinderziekenhuis Paola en de voorbouw van UKJA wordt er getracht om de doorwaadbaarheid op de site te herstellen. Dit werd eveneens opgenomen in het Masterplan Paso Doble. Dit wordt dan ook zeer gunstig onthaald.

Het Autonoom Gemeentebedrijf/Vastgoed en Stadsprojecten Antwerpen (AG VESPA) geeft gunstig advies op deze omgevingsvergunning. De geplande werken zijn toegelaten volgens de voorwaarden van de erfpachtovereenkomst.

Er werd advies gevraagd aan de stedelijk dienst Publieke Ruimte. Zij hebben geen opmerkingen. De werken bevinden zich op privatief domein.

Ter hoogte van de nieuwbouw ‘Leefgroepen van adolescenten’ worden er hoogstammige en niet-hoogstammige bomen verwijderd en wordt een vijver gedempt. Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Stadbeheer/Groen en Begraafplaatsen. Het advies is gunstig.

Er wordt opgemerkt dat de aanvraag afwijkt op artikel 26 van de bouwcode dat stelt dat functies anders dan wonen, een afgescheiden ruimte voor afvalberging dient te hebben. In de nieuwbouw van voorbouw en leefgroepen is er geen afvalberging voorzien. Dit dient als voorwaarde te worden opgenomen bij het verlenen van de omgevingsvergunning.

De inhoud van de nieuwe septische putten is niet vermeld op de plannen. Deze dienen voldoende inhoud te hebben conform artikel 43 van de bouwcode.

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking is te bereiken via de Lindendreef.

Fietsvoorzieningen:

Een deel van de kelderverdieping van de nieuwbouw voorbouw (fase 2) zal ingericht worden als fietsenberging. Deze oppervlakte voldoet vandaag aan de extra nood aan fietsparkeerplaatsen voor het vlakbij gelegen kinderziekenhuis Paola en de Universitaire Kinder- en jeugdpsychiatrie. De zone ernaast behouden we als uitbreidingszone voor eventuele extra fietsparkeerplaatsen naargelang de behoefte in de toekomst.

De fietsenparking biedt op deze manier een oplossing voor de steeds grotere vraag naar bijkomende fietsparkeerplaatsen op de site en de vraag naar aangepaste infrastructuur. In de nieuwbouwplannen is rekening gehouden met oplaadpunten voor elektrische fietsen, ruime fietsenstallingen en toegangen, afgesloten ruimte voor personeelsfietsen en een droogruimte voor natte fietskledij.

Er worden op deze manier 237 fietsparkeerplaatsen voorzien voor zowel personeel als bezoekers. De uitbreidingszone aan de andere zijde kan, indien nodig, nog voorzien in 100 extra fietsparkeerplaatsen. Op deze manier kunnen er meer fietsparkeerplaatsen voorzien worden dan nodig is voor de huidige behoefte. De fietsenberging is te bereiken via een helling.

Laden en lossen:

Er is een laad- en loskade voorzien op eigen terrein.

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De voorliggende aanvraag heeft wat betreft de ingedeelde activiteiten enkel betrekking op bijkomende koelinstallaties en de motor van een sprinklerinstallatie die zullen worden geplaatst op en in de nieuw op te richten gebouwen van de afdeling UKJA (Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen).

De vijf nieuwe koelinstallaties worden trillingsvrij geplaatst, ze vertegenwoordigen een bijkomend CO2equivalent van 247 ton, wat het totaal voor de ganse campus brengt op 3222,15 ton. In het dossier wordt niet gespecifieerd met welk koelmiddel zal worden gewerkt, als aanbeveling kan het gebruik van een natuurlijk koelmiddel worden meegegeven. De overige technische installaties worden inpandig opgesteld onder de schuine daken. Hierdoor zijn ze niet enkel visueel maar ook auditief aan de omgeving onttrokken. De luchtgroepen worden voorzien van geluidsdempers.

De motor van de sprinkler wordt geplaatst in de kelder van het nieuwe voorgebouw.

De uitbreidingen hebben geen significante invloed op de milieu-impact van de inrichting, de exploitatie kan gebeuren met respect voor de geldende algemene en sectorale voorwaarden van Vlarem titel II.

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      een gunstig brandweeradvies te bekomen. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen uit dat advies zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de nieuwe septische putten voldoende groot uit te voeren conform artikel 43 van de bouwcode;

3.      de voorwaarden opgelegd in het advies van de Kwaliteitskamer te volgen;

4.      een afgescheiden afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      advies te vragen aan de FOD luchtverkeer in functie van het helipad voor medische vluchten;

6.      De aandacht van de initiatiefnemer wordt er best op gevestigd dat bemalingswerken noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2).

Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis of een bemaling dieper dan 4m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten.

In de bemalingsstudie worden naast de zettingsberekeningen, debieten, fasen tenminste ook volgende aspecten beschreven en gemotiveerd:

-          een beschrijving van de milderende ingrepen om het bemalingsdebiet zo laag mogelijk te houden (bijvoorbeeld berlinerwand, bentonietwand, secanspalen, …);

-          grondwaterstanden voor en tijdens bemaling;

-          invloedstraal van de bemaling (op plan);

-          een risico-inschatting van het oppompen van verontreinigd grondwater;

-          een beschrijving van de mogelijkheden van de retourbemaling (of alternatieven 1. lozen in oppervlaktewater, 2. hemelwaterafvoer,…);

-          indien geen retourbemaling mogelijk: grondige motivatie,  een aanduiding van het lozingspunt, toelating van Aquafin bij lozing op riolering van >10 m³/uur.

Geadviseerde rubrieken