Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01718 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020143216. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01718 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020143216. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_01718 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020143216. Scheldelaan 600. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020143216

Gegevens van de aanvrager:

NV BASF Antwerpen met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 20 sectie A nrs. 1/2 G en 1/2 W

Inrichtingsnummer:

20181212-0109 (Centrale Waterzuiveringsinstallatie BASF Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Chemisch bedrijf - waterzuiveringsinstallatie: verandering door wijziging en uitbreiding.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     05/02/2010: stedenbouwkundige vergunning (HVN/2009/B/0203) voor het bouwen van een effluentleiding;

-     20/07/2007: stedenbouwkundige vergunning (HV/2005/B/0078) voor S100/200 – nieuwe parking Scheldelaan;

-     22/06/2007: stedenbouwkundige vergunning (HV/2007/B/0048) voor S118 – omvormen van een tijdelijke container tot een definitieve container + leidingenbrug en plaatsen van een tweede container;

-     02/12/2005: stedenbouwkundige vergunning (HV/2005/B/0080) voor S110 – verbouwen van een sociaalbouw;

-     20/08/2003: stedenbouwkundige vergunning (HV/2003/B/0054) voor de uitbreiding van de waterzuiveringsinstallatie;

-     21/08/2002: stedenbouwkundige vergunning (HV/2002/B/0079) voor het slopen van een gedeelte en verbouwen van het sociaalgebouw van het waterzuiveringsstation S110;

-     23/05/2001: stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0043) voor S150 – slopen van D7820, A7840 en F7845;

-     15/06/2000: stedenbouwkundige vergunning (HV/2000/B/0003) voor het bouwen van een leidingentracé met bijhorende leidingbruggen;

-     19/06/1997: stedenbouwkundige vergunning (HV/1997/DROV/97/B/0083) voor het bouwen van restproductietank en luchtkoeler (S150);

-     18/09/1996: stedenbouwkundige vergunning (HV/1996/DROV/96/B/0645) voor de bouw van een slibverwerkingsinstallatie S150;

-     10/03/1978: stedenbouwkundige vergunning (18/58525/B/1978802394) voor een waterzuivering.  

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft het uitbreiden van een waterzuiveringsinstallatie door middel van: 

-     het slopen van verharding; 

-     het slopen van een laadstation; 

-     het bouwen van een ozonisatie-unit; 

-     het bouwen van een betonput; 

-     het bouwen van een slibverlading; 

-     het plaatsen van een tank; 

-     het aanleggen van een betonplaat voor verlading. 

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 15 juni 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor de verdere exploitatie en verandering van een waterzuiveringsinstallatie horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn van onbepaalde duur. Het besluit van de deputatie werd op 13 februari 2018 in beroep bevestigd door de Vlaamse minister van Omgeving.

Op 2 mei 2019 verleende de deputatie een bijstelling van de milieuvoorwaarden die werden opgelegd in voorgaand besluit.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een uitbreiding van de geïnstalleerde drijfkracht van een aantal groepen toestellen en van de opslag van gevaarlijke stoffen.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.1.2.1°a)

inrichtingen die gelijkspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van 150 kW tot en met 800 kW als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

240 kW

16.1.b)2°

de productie of omzetting van gassen, andere dan in gasraffinaderijen, met een productiecapaciteit van meer dan 10 nm³/u tot en met 100 nm³/u;

+12 Nm³/h

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

257,80 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied.

7,50 ton

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning, dient de lozing van meer dan 50 m³/h bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat, te gebeuren via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen (Vlarem II art. 4.2.5.1.1 §1). Deze dient te voldoen aan de in Vlarem II bijlage 4.2.5.1 vermelde omschrijving en gestelde eisen.

 

Concreet betekent dit ondermeer dat de capaciteit van het type controle-inrichting dient afgestemd te zijn op het geloosde debiet, meer bepaald moet bij 80% van het geloosde jaardebiet de overeenkomstige waterhoogte in de meetgoot gelegen zijn tussen hmin en hmax (of Qmin en Qmax) (cfr. Code van Goede Praktijk).

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In afwijking van de bepalingen in Vlarem II art. 4.2.5.1.1 §1 en bijlage 4.2.5.1 wordt aan BASF Antwerpen toelating verleend om de bestaande meetgoot van het type IX te blijven gebruiken voor lozingsdebieten tot 2.700 m³/h, met de garantie dat de meetgoot niet overloopt.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

19 januari 2021

18 februari 2021

Gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten westen van de Scheldelaan lopen op minstens 190 meter van de aanvraag parallel twee overdrukken met als aanduidingen Hoogspanningsleiding en Leidingstraat. De Schelde op circa 410 meter ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur. Buiten de afbakeningslijn zeehavengebied geldt op circa 160 meter ten noorden van de aanvraag het bestemmingsvoorschrift Natuurgebied met overdruk Grote Eenheid Natuur (GEN).

 

Op circa 70 meter ten westen van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterweg (de Schelde), Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten en overdruk reservatie-gebied.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de leidingbruggen en de proces-unit daar het hemelwater op natuurlijke wijze naast de overdekte constructies op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de nieuwe tank (inclusief inkuiping), de betonplaten voor verlading, de reactor (inclusief funderingsplaat) en ventielenput daar het hemelwater door contact met de oppervlakte zo vervuild kan worden dat het als afvalwater beschouwd moet worden. Dit hemelwater wordt opgevangen en afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie.

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de overdekte constructie van de slibverlading. Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd voor wat betreft hergebruik en infiltratie. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

Aangezien er geen mogelijkheden tot recuperatie zijn, wordt er geen hemelwaterput voorzien. Het hemelwater wordt echter wel via het brakwatercircuit afgevoerd en hergebruikt als koelwater in het koelwatercircuit van de site van BASF. Het hemelwater wordt dus in zekere mate wel hergebruikt, al gebeurt dit niet via opvang in een hemelwaterput.

De aanvraag voorziet een aanneembare oplossing om tegemoet te komen aan de uitgangsprincipes van de gewestelijke hemelwaterverordening. De afwijkingen op vlak van realisatie van een hemelwaterput en van een infiltratievoorziening kunnen gunstig geadviseerd worden.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen

In het westen van een grootschalige industriële bedrijfssite in het noorden van de Antwerpse haven wordt een waterzuiveringsinstallatie, gelegen op blokveld S100, uitgebreid. Om plaats te maken voor de nieuwe installaties en bijhorende verhardingen dienen eerst een deel van de bestaande verharding en een bestaand laadstation gesloopt te worden. De verharding die gesloopt wordt heeft een totale oppervlakte van circa 338 m².

 

Op de locatie van het te slopen laadstation wordt een nieuwe en grotere slibverlading voorzien in functie van het afvoeren van slib uit de bekkens van de waterzuiveringsinstallatie (S138). Dit laadstation wordt geplaatst op een nieuwe betonnen funderingsplaat met een oppervlakte van 288 m² (16 meter x 18 meter) en betreft een open stalen constructie waarvan het dak en de bovenste delen van de zijgevels worden afgewerkt met grijze metalen beplating. De onderste delen van de zijgevels blijven open tot 5 meter. Tussen de staalstructuur worden er leidingen en loopbruggen voorzien voor de bediening en inspectie van de installatie. Het nieuwe laadstation heeft een maximale hoogte van 9 meter en heeft plaats voor 8 containers.

 

Ten zuiden van gebouw S150 wordt op de bestaande betonverharding een nieuwe stalen tank (B7718) geplaatst met een hoogte van 5,4 meter. Rondom de tank wordt een betonnen opstand van 80 centimeter hoog voorzien zodat de tank in een inkuiping staat. Tevens wordt ten westen van gebouw S150 een nieuwe betonplaat voorzien voor het verladen van vrachtwagens. Deze betonplaat heeft een oppervlakte van 48 m² (12 meter x 4 meter).

 

Ten zuiden van de bestaande opvangbekkens van de waterzuiveringsinstallatie wordt een nieuwe ozonisatie-unit (S157) gebouwd. Deze unit bestaat uit een betonplaat waarop een reactor met bijhorende pompen worden geplaatst, een proces-unit en leidingbruggen. De betonplaat voor de reactor en de pompen heeft een oppervlakte van circa 57 m² en wordt rondom voorzien van een opstand met een hoogte van 20 centimeter. De reactor wordt opgetrokken in staal en heeft een hoogte van 12,1 meter. De proces-unit, ten oosten van de reactor, wordt op betonnen funderingspalen geplaatst en heeft een oppervlakte van 26,1 meter. Deze unit betreft een gesloten unit met een hoogte van 3 meter. De leidingbruggen worden voorzien ten noorden van de reactor voor de circulatie van vuil water van en naar de reactor. De leidingenbruggen worden opgetrokken in staal en hebben een vrije hoogte van 2,7 meter.

 

Ten slotte wordt ten oosten van gebouw S150 een betonnen ventielenput voorzien om de leidingen met afvalwater, toeslagstoffen en chemische stoffen en hun ventielen beter bereikbaar te maken voor bediening en controle. De put heeft een oppervlakte van circa 61 m² en diepte van circa 60 centimeter. Rondom de put wordt een stalen leuning voorzien om valgevaar te beperken. De put is bereikbaar via twee verticale ladders.

 

De uitbreiding van de bestaande waterzuiveringsinstallatie maakt de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk. Rondom de aanvraag bevinden er zich reeds andere industriële constructies. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft de sloop van niet historisch of architecturaal waardevolle constructies en het plaatsen van nieuwe constructies midden in industriegebied op een reeds ontwikkeld blokveld. De ruimtelijke impact is beperkt aangezien de nieuwe constructies beperkt zijn in oppervlakte en lager zijn dan de bestaande constructies. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Het advies van de brandweer is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

BASF Antwerpen beschikt over een eigen waterzuiveringsinstallatie (WZI) waarin de restwaters van de verschillende productie-installaties gezuiverd worden alvorens geloosd te worden in de Schelde. De restwaters worden tijdens het transport naar de WZI onderling gemengd en vormen het influent. Na neutralisatie en verwijdering van de grove bestanddelen in de zandvang, komt het influent terecht in beluchtingsbekkens waarin het gemengd wordt met het aanwezige actieve slib. De vereiste zuurstof voor de koolstof- en stikstofverwijdering wordt onder de vorm van zuivere zuurstof toegediend. Na zuivering wordt het effluent afgescheiden van het actieve slib alvorens geloosd te worden. Het afgescheiden actief slib wordt opnieuw ingezet. Een deelstroom wordt verder ontwaterd en extern verwerkt.

 

BASF Antwerpen wenst nu een bottleneck weg te werken in de centrale waterzuiveringsinstallatie. In de eerste plaats wordt de capaciteit van de slibontwatering verhoogd. Daartoe plant men volgende aanpassingen:

- de installatie van 2 nieuwe decanters met een hogere verwekingscapaciteit, ter vervanging van de 3 bestaande decanters;

- 2 nieuwe buffertanks voor slib en bijbehorende randapparatuur inclusief online-metingen voor een verbeterde slibverwerking en aanvoer naar de decanters;

- een los-en doseerstation voor een vloeibaar vlokmiddel inclusief opslagtank in functie van een verbeterde ontwatering in de decanters;

- de installatie van 2 nieuwe ozongeneratoren met elk een capaciteit van 20 kg ozon per uur (9,5 Nm³/uur), ter vervanging van de bestaande 2 ozongeneratoren, inclusief bijbehorende contacttanks en koelunits;

- de plaatsing van een stroomgenerator (240 kW), welke tijdelijk gehuurd en ingezet kan worden gedurende enkele weken per jaar.

Door een uitbreiding en vervanging van een aantal airco's en koelcompressoren neemt de geïnstalleerde drijfkracht toe met 73 kW tot een totaal van 160 kW (nieuwe indelingsrubriek).

 

Voor de opslag van 7,5 ton vloeibaar vlokmiddel wordt een bovengrondse houder voorzien met een isolatieschil. De isolatieschil zal door een erkend deskundige geattesteerd worden als spatscherm. De opslagtank wordt volgens het aanvraagdossier geplaatst in een vloeistofdichte en voldoende groot gedimensioneerde inkuiping. De tank wordt gevuld vanuit een vrachtwagen, waartoe een losstation gebouwd wordt met een vloeistofdichte en voldoende draagkrachtige vloer.

 

Om de geluidsimpact van de ozongeneratoren te beperken zal de exploitant deze in een geïsoleerde containerunit plaatsen, waarvan de deuren in bedrijf steeds gesloten zullen zijn.

 

Het aanvraagdossier bevat een energiestudie. Men verwacht dat het jaarlijks primair energieverbruik na aanpassing van de installatie 35 TJ zal bedragen. Een aantal energiebesparende maatregelen worden opgenomen: frequentieregeling bij bijvoorbeeld pompen en een verhoging van het droge stofgehalte van het afgescheiden slib waardoor de verbrandingskosten bij de externe verwerking afnemen.

 

De exploitant vraagt een bijstelling van artikel 4.2.5.1.1 §1 van VLAREM II dat stelt dat lozing dient te gebeuren via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen.

 

De huidige controle-inrichting is een venturi met vlakke bodem van het type IX waarvoor 38,87 m³/uur en 1.809,37 m³/uur respectievelijk de onder- en bovengrenzen zijn om een correcte en nauwkeurige debietmeting uit te voeren. Alle uurdebieten die niet tussen beide grenswaarden zitten, hebben dus een verlaagde nauwkeurigheid. Actueel overschrijdt circa 2% (P98 = 1.826 m³/uur) van de momentane lozingsdebieten de maximale debietsbovengrens van 1.809 m³/uur. De exploitant argumenteert, met verwijzing naar een studie van KULeuven uit 2003, dat bij hogere debieten de nauwkeurigheid minder sterk afneemt dan bij heel lage debieten. Men wenst een toelating om de huidige type meetgoot te behouden, met de garantie dat de meetgoot niet overloopt bij hogere debieten (overlopen vindt plaats bij een debiet van meer dan 2.764 m³/uur). Deze debieten worden vandaag niet aangevraagd, noch verwacht. Doch met het oog op een duurzame planning en uitbouw van de site en de centrale WZI, alsook in het licht van de voorliggende debottlenecking van de WZI wordt deze bijstelling nu reeds aangevraagd.

Het is aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) om te oordelen of een correcte debietmeting niet in het gedrang komt en de gevraagde bijstelling dus al dan niet kan verleend worden.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.1.2.1°a)

inrichtingen die gelijkspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van 150 kW tot en met 800 kW als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

240 kW

16.1.b)2°

de productie of omzetting van gassen, andere dan in gasraffinaderijen, met een productiecapaciteit van meer dan 10 nm³/u tot en met 100 nm³/u;

+12 Nm³/h

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

257,80 kW

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied.

7,50 ton

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

18 januari 2021

Start openbaar onderzoek

23 januari 2021

Einde openbaar onderzoek

21 februari 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

9 maart 2021

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 januari 2021

21 februari 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:
DienstTaak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.