Terug
Gepubliceerd op 08/03/2021

2021_CBS_01749 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169707. Van Erstenstraat 38. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 05/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_01749 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169707. Van Erstenstraat 38. District Deurne - Goedkeuring 2021_CBS_01749 - Omgevingsvergunning - OMV_2020169707. Van Erstenstraat 38. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020169707

Gegevens van de aanvrager:

de heer Bram Wyers met als adres Van Erstenstraat 38 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Erstenstraat 38 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 32 sectie B nr. 930W2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          01/01/1954: toelating (626#15770) voor het oprichten van een woning.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

 

-          eengezinswoning in gesloten bebouwing met twee bouwlagen onder een plat dak;

-          bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping circa 15,10 m aan de rechterzijde van het perceel en circa 9,24 m aan de linkerzijde van het perceel met aansluitend een overdekte koer;

-          bouwdiepte van de verdieping tot circa 12,92 m aan de rechterzijde en circa 9,24 m aan de linkerzijde;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;
  • houten schrijnwerk met voorzetrolluiken en kroonlijst;
  • ijzerwerk aan voordeur en ramen (boven);
  • dorpels, plint en omlijsting voordeur en brievenbus in blauwe natuursteen.

 

Huidige toestand

 

-          eengezinswoning;

-          bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping circa 15,10 m aan de rechterzijde van het perceel en circa 13,90 m aan de linkerzijde van het perceel;

-          bouwdiepte van de verdieping ongewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand;

-          doorgevoerde constructieve werken op de gelijkvloerse verdieping;

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen;
  • buitenschrijnwerk in PVC rode kleur;
  • kroonlijst in wit;
  • gewijzigd uitzicht van de voordeur;
  • geen ijzerwerk meer aan de voordeur en ramen (boven);
  • dorpels en plint in blauwe natuursteen.

 

Gewenste toestand

 

-          eengezinswoning;

-          bouwdiepte op de gelijkvloerse verdieping circa 15,22 m over de volledige perceelbreedte;

-          bouwdiepte van de verdieping tot circa 13,20 m aan de rechterzijde;

-          interne constructieve werken en wijziging van de inrichting;

-          gevelafwerking:

  • onderste bouwlaag uitgevoerd in steenstrips in rood/aarde tinten en de bovenste bouwlaag wordt voorzien in crepi in rood/aarde tint;
  • buitenschrijnwerk in hout;
  • kroonlijst in grijs;
  • dorpels en plint in blauwe natuursteen.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van de eengezinswoning met een aanbouw op de gelijkvloerse verdieping;

-          aanpassen van de scheidingsmuren;

-          wijzigen van de voorgevel (indeling en afwerking);

-          isoleren van de gevels en het plat dak;

-          doorvoeren van constructieve werken intern en aan de gevels;

-          dichtmaken van de keldergaten grenzend aan het openbaar domein.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik :

het voorzien van pleisterafwerking is niet kenmerkend in de straat;

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

het is niet duidelijk of alle  gedeelte van de scheidingsmuren een opstand  hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag omvat het uitbreiden van een eengezinswoning. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag is inzake schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

De vergunde toestand van de woning omvat een volume van twee bouwlagen onder een plat dak. De maximale bouwdiepte bedraagt ongeveer 15 m.

 

In de aanvraag wordt de bestaande gelijkvloerse achterbouw afgebroken en vervangen door een nieuwe perceelsbrede achterbouw. De vergunde maximale bouwdiepte blijft behouden. In deze nieuwe ruimte wordt een leefruimte voorzien. Verder wordt de interne indeling van de woning gewijzigd.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De volledige voorgevel wordt geïsoleerd en ter hoogte van het gelijkvloers afgewerkt met roodbruine steenstrips. De voorgevel van de verdieping wordt afgewerkt met roodbruin pleisterwerk. De gelijkvloerse raamopening springt gedeeltelijk terug in functie van een plantenvak aan dit raam. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in hout.

 

In de onmiddellijke omgeving zijn in hoofdzaak gebouwen aanwezig met een bakstenen voorgevel. Het voorzien van een gevelbepleistering in dit homogeen bakstenen straatbeeld, werkt beeldverstorend. Als voorwaarde wordt dan ook opgelegd de volledige gevel uit te voeren in steenstrips.

 

De stad Antwerpen hanteert een afwegingskader op aanvragen voor een omgevingsvergunning voor buitengevelisolatie. Bij een gunstig advies tot plaatsing van buitengevelisolatie is men verplicht om de werken over de volledige dikte van 14 cm uit te voeren. Op die manier wordt er maximale energiebesparing gerealiseerd binnen de bepalingen van het rooilijnendecreet.

 

De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is wenselijk om dit detail eigen aan de stedelijke context te behouden.

 

Aan de achterzijde van de woning wordt de uitbreiding uitgevoerd met een licht hellend zadeldak en een grote gevelopening. De achtergevel wordt eveneens geïsoleerd. De gevelafwerking is een combinatie van grijs vezelcementplaten en grijs pleisterwerk. Het buitenschrijnwerk wordt zoals aan de voorgevel voorzien in hout. Gelet op het feit dat deze delen niet zichtbaar zijn vanop het openbaar domein doordat ze aan de achterzijde gesitueerd zijn en de materialen in overeenstemming zijn met de stedelijke context, zijn de gebruikte materialen aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft gezondheid en gebruiksgenot.

 

Het is onduidelijk of de scheimuren met de aanpalende woningen overal uitgevoerd zijn met een opstand van 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van de daken voldoende is. Als voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.

 

Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, zijn de werken in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de volledige voorgevel af te werken in strengpers steenstrips;

2.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 cm;

3.      de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;

4.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;

5.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          bij plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          bij hellende daken met een houten dakstructuur: dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 december 2020

Volledig en ontvankelijk

12 januari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 maart 2021

Verslag GOA

22 februari 2021

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

 

1.      Scheidingsmuur:

Bezwaarindiener gaat akkoord met de werken en isolatie aan de scheidingsmuur op voorwaarde dat al het vuil wordt opgekuist en eventuele beschadigingen worden hersteld of vergoed.

Beoordeling:

De bezorgdheden van de bezwaarindiener zijn een uitvoeringstechnische en burgerrechtelijke aangelegenheid die los staan van de stedenbouwkundige beoordeling van voorliggende aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Dit betekent niet dat de bouwheer/aannemer zich kan ontzien van burgerrechtelijke plichten. De aanvrager is verplicht de werken uit te voeren zonder schade aan derden en volgens de regels van de kunst.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

 

1.      de volledige voorgevel af te werken in strengpers steenstrips;

2.      de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 cm;

3.      de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;

4.      de bestaande elementen in natuursteen te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen;

5.      het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:

-          bij plat dak: dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);

-          bij hellende daken met een houten dakstructuur: dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60;

6.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.