Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020162302 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Christina Crols met als contactadres Tavernierkaai 2 bus 8 te 2000 Antwerpen, NV LEBELCO met als adres Tavernierkaai 2 te 2000 Antwerpen en Christina Crols namens de heer Philippe Müller met als adres Tavernierkaai 2 bus 10 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Waalsekaai 56 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 11 sectie L nr. 3941K |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning met handelsgelijkvloers |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/05/1970: vergunning (18#53076) voor een verbouwing.
Vergunde toestand
- gelijkvloerse herberg en 2 bovenliggende wooneenheden;
- pand van 4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing.
Huidige toestand
- gelijkvloerse winkelruimte en 2 bovenliggende wooneenheden;
- zolderverdieping ingericht als slaapkamer;
- gewijzigde voorgevel.
Gewenste toestand
- gelijkvloerse handelsruimte met een ontpitting rechts achteraan en een fietsenberging;
- 2 intern gerenoveerde appartementen met half uitpandige terrassen aan de voorkant;
- de zolderverdieping krijgt een dakkapel en wordt als duplexverdieping bij het bovenste appartement gevoegd;
- de gelijkvloerse voorgevel voorzien van een insprong met 2 aparte inkomdeuren;
- de voorgevel wordt afgewerkt met een witte crepi en lichtgrijs, aluminium buitenschrijnwerk.
Inhoud van de aanvraag
- functiewijziging gelijkvloers van herberg naar handel;
- voorzien van een koer rechts achteraan;
- interne constructieve werken;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 18 december 2020 | 18 januari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 18 december 2020 | 21 december 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 18 december 2020 | 11 januari 2021 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 18 december 2020 | 15 januari 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 2: zone voor wonen - (wo2), artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:
- Artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen: de dakkapel heeft een breedte van 2,88 m in plaats van de maximaal toegestane breedte van 1,50 m.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
{overeenstemming toegankelijkheid: schrappen wat niet past}
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst een gelijkvloerse herin te richten naar een handelsfunctie. Op de verdiepingen worden de 2 wooneenheden behouden. De oppervlakte van de bovenste wooneenheid wordt uitgebreid. Het aantal wooneenheden blijft ongewijzigd. De functies zijn inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gebouw behoudt het bestaande volume grotendeels en voert intern grondige verbouwingswerken door. Het gelijkvloerse ondergaat een beperkte ontpitting en in het zadeldak wordt vooraan een dakkapel toegevoegd. Beide ingrepen wijken echter af van geldende voorschriften.
Omdat het gelijkvloerse voorziet in een functiewijziging dient er conform artikel 27 van de bouwcode 20% open ruimte voorzien te worden op het perceel. Hieraan is niet voldaan. De aanvraag voorziet slechts 10% open ruimte. Een afwijking op dit artikel is op deze locatie wel aanvaardbaar aangezien de nieuwe functie een handelsfunctie, het gelijkvloers eerder beperkt is voor een commerciële functie en er een minimale inspanning wordt gedaan om open ruimte te creëren.
De dakkapel zoals voorgesteld voldoet niet aan artikel 2.1.9 van het RUP en aan artikel 21 van de bouwcode. Volgens het RUP mogen dakkapellen maximaal 1,5 meter breed zijn. De gewenste dakkapel is 2,88 meter breed. Een afwijking op dit artikel is vanuit ruimtelijk oogpunt echter aanvaardbaar. De dakkapel is uitgelijnd op de onderliggende centrale travee en zit daardoor mee vervat in de gevelopbouw van het gebouw. De nieuwe daklaag blijft leesbaar als zadeldak en de dakkapel is dan ook in verhouding met het hellende dakvlak.
De vrije hoogte onder de dakkapel is 2,50 m, in plaats van de vereiste 2,60 m volgens de bouwcode. De dakkapel is nieuw waardoor de mogelijkheid bestaat om wel aan dit artikel te voldoen. In voorwaarden wordt opgelegd om een vrije hoogte van 2,6 meter onder de dakkapel te realiseren. Een beperkte verhoging van het horizontale dakvlak van de dakkapel is aanvaardbaar.
Het volume is inpasbaar in de omgeving en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgestelde ingrepen aan de voorgevel zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het gelijkvloerse krijgt een winkelpui waarin zowel de toegang naar de winkel als de toegang van de appartementen is geïntegreerd.
Op de verdiepingen wordt de gevel opengewerkt en is er op de eerste een tweede verdieping telkens een half-uitkragend terras geplaatst. Door de aangevraagde gevelwijzigingen krijgt de voorgevel een centrale travee die over alle verdiepingen wordt doorgetrokken.
Het gebouw is gelegen in CHE-gebied, maar het pand heeft geen erfgoedwaarde. Monumentenzorg adviseert de voorgestelde wijzigingen gunstig.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woonkwaliteit van de bestaande wooneenheden neemt toe. De oppervlakte van de bovenste woning vergroot en de twee eenheden worden van een private buitenruimte voorzien.
Ook is er op het gelijkvloerse een fietsenberging ingericht. De dienst mobiliteit merkt op dat het niet duidelijk is of er achter de fietsen voldoende ruimte wordt voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode. Echter moet er volgens dit artikel in principe geen fietsenberging voorzien worden. Deze wordt dan ook gunstig beoordeeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van herberg (horeca) naar handel. De 2 bovenliggende appartementen blijven behouden.
De commerciële ruimte heeft een oppervlakte van +/- 60m². Gezien de beperkte oppervlakte (<500m²) en de ligging in het centrum van de stad wordt er geen parkeerbehoefte opgelegd.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend. |
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de dakkapel te verhogen zodat de vrije hoogte onder de nieuwe dakkapel 2,60 m bedraagt;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 30 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 18 december 2020 |
Start openbaar onderzoek | 4 januari 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 2 februari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 2 april 2021 |
Verslag GOA | 11 maart 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
4 januari 2021 | 2 februari 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de dakkapel te verhogen zodat de vrije hoogte onder de nieuwe dakkapel 2,60 m bedraagt;
3. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van:
- dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
- een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.