Terug
Gepubliceerd op 22/03/2021

2021_CBS_02164 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020035637. Vosseschijnstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Peter Wouters, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_02164 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020035637. Vosseschijnstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_02164 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2020035637. Vosseschijnstraat zn. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

1.      de aanvraag ingediend is door het betrokken college;

2.      de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020035637

Gegevens van de aanvrager:

NV ANTWERP BULK CLEANING met als contactadres Vosseschijnstraat zn te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV ANTWERP BULK CLEANING (0475159349) met als contactadres Vosseschijnstraat zn te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Vosseschijnstraat zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 7 sectie G nr. 1541/4

Inrichtingsnummer:

20200316-0044 (Antwerp Bulk Cleaning - Truck & Trailer Service)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Inrichting voor het reinigen van bulkwagens: hernieuwing na verandering door uitbreiding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-          Op 28 oktober 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20161956) voor het plaatsen van een bovengrondse tank;

-          Op 5 augustus 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20161172) voor het uitbreiden van een spoelhal voor trucks;

-          Op 17 juni 2005 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2005/B/0005 – 200556) voor het bouwen van een waterzuivering;

-          Op 5 december 2001 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0117 – 20011739) voor het bouwen van een tankcleaning station, onderhoudsgarage, tankstation en het plaatsen van een boorput van 116m diepte voor waterwinning.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 17 oktober 2001 verleende het college een milieuvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit voor de reiniging van bulkwagens. Nadien werd het bedrijf een klasse 1-bedrijf en werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de hernieuwing van de milieuvergunning.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.6.a)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de inerte afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

2.2.6.b)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die  biologische stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de niet-gevaarlijke biologische afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

2.2.6.c)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de andere niet-gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

 2.100 m³/jaar

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

 15 m³/uur

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

 1 x 400 kVA

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

24 voertuigen (+4)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

 20 kW

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

 10 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

 6 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

 1.000 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, volledig gelegen is in industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas of volledig of gedeeltelijk gelegen in ander gebied dan industriegebied en gestookt met aardgas.

 2.325 kW

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Bijlage 5.3.2, 36 lozingsvoorwaarden

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Volgende bijzondere voorwaarden zijn reeds opgenomen in de huidige vergunning:

AOX: 0.4 mg/l

BOD: 25 mg/l

COD: 150 mg/l

totale N: 60 mg/l

totale P: 5 mg/l

Fe totaal: 6 mg/l

B: 10 mg/l

Deze lozingsvoorwaarden worden graag behouden.

2.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.2.1.5 § 5 van Titel II van het Vlarem : Groenscherm

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In afwijking van de bepalingen van artikel 5.2.1.5§5 van Titel II van het Vlarem, en dit onverminderd andere wettelijke bepalingen, mag het groenscherm worden uitgevoerd zoals aangeduid op het plan van aanvraag.

3.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 5.1.2.5 Infobord.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

In afwijking van de bepalingen in 5.2.1.5 van Titel II van het Vlarem moet er geen infobord/uithangbord worden geplaatst.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

1 februari 2021

3 maart 2021

Gunstig

 







Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. )De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het geldende ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing.

Grotendeels geldt hier eveneens het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Het 2e Havendok in het noorden heeft als bestemming Gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Langs de oostzijde van het betreffende perceel loopt de grens van het afgebakende zeehavengebied. Parallel langs deze grens loopt een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Ambachtelijke bedrijven en kmo’s, industriegebieden en woongebieden met bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een hernieuwing van een inrichting voor het reinigen van bulkwagens. De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. Er zijn geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Antwerp Bulk Cleaning baat aan de Vosseschijnstraat een truckreinigingscentrum (interne reiniging) uit. Onderhavige aanvraag staat in teken van de hernieuwing van de milieuvergunning.

 

Citernes van bulkwagens en bulkcontainers (interne bulk cleaning) die droge niet-gevaarlijke goederen hebben vervoerd (bijvoorbeeld: bleekaarde, filteraarde, klei, gemalen baksteen, kunststofgranulaten, voedingsstoffen zoals erwten, gerst, graan, rogge, luzerne, maïs, …) worden op de site gereinigd. Het bedrijf beschikt over 4 wasstraten.

 

Na grondige verwijdering van het restproduct wordt het spoelproces opgestart. Per wasstraat bevinden er zich 4 sproeikoppen waarbij elke sproeikop 50 liter/minuut sproeit. De operator legt de sproeikoppen in de verschillende mangaten. Een groep van handlansen en een rioolrat zorgen voor de reiniging van alle flexibels, leidingen en hulpstukken van de bulkwagen. Het spoelproces voor een normale bulk citerne duurt ongeveer 6 minuten en per wasbeurt wordt er ongeveer 1.200 liter water verbruikt.

 

Het waswater passeert een olie- en vetafscheider met coalescentiefilter en komt vervolgens in de pH-put waar eventueel een zuur of base wordt bij gedoseerd. Vanuit een buffertank wordt het water vervolgens naar de aerobe biologische zuivering gepompt. Na de biologische zuivering is er nog een zandfilter voorzien om de zwevende deeltjes te verwijderen. Na de zandfilter wordt het water naar de recuperatietank gepompt of wordt het water geloosd.

 

Het vergunde lozingsdebiet van 15 m³/uur bedrijfsafvalwater wenst men te behouden. Voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater is een IBA voorzien (2.100 m³/jaar).

 

De exploitant vraagt een verhoging van de lozingsnorm voor nitriet tot 1 mg/l. Uit een staalname van de afdeling Milieuhandhaving bleek dat het indelingscriterium voor nitriet (0,2 mg/l) werd overschreden (0,57 mg/l).

De gevraagde lozingsnorm bedraagt 5 maal het indelingscriterium. Nitriet is een prioritaire stof. Er wordt naar een reductie van nitriet gestreefd in het oppervlaktewater. Uit de bijgevoegde analyseresultaten blijkt dat de nitrietconcentratie nooit 0,70 mg/l overschrijdt (analyse tegenstaal Milieuhandhaving). Het is dus aangewezen om de gevraagde lozingsnorm voor nitriet te beperken. Het is aan de VMM om de lozingsnorm te bepalen.

 

In het verleden werden voor diverse parameters bijzondere lozingsvoorwaarden opgenomen in de vergunning. De exploitant wenst deze te behouden.

Het aanvraagdossier bevat geen recente analyseresultaten voor deze parameters, laat staan een motivatie. Het is dan ook onmogelijk om te oordelen over de noodzaak om deze lozingsnormen te behouden.

- AOX: 0.4 mg/l

- BOD: 25 mg/l

- COD: 150 mg/l

- totale N: 60 mg/l

- totale P: 5 mg/l

- Fe totaal: 6 mg/l

- B: 10 mg/l

 

Na volledige reiniging van de citerne met water, dient de citerne gedroogd te worden. Het drogen gebeurt met gepulseerde lucht die verwarmd wordt tot 65 °C. Het droogproces duurt ongeveer 10 minuten. De drooginstallatie bestaat uit een luchtkanon. Er is een stookinstallatie met een vermogen van 2.350 kW aanwezig. Het aanvraagdossier bevat een emissiemeetrapport waaruit blijkt dat de emissies van de stookinstallatie voldoen aan de emissiegrenswaarden.

 

Bulkwagens die oliën en vetten bevatten, worden geweigerd. Bulkwagens die stoffen of producten hebben vervoerd die geurgevoelig zijn of mogelijke geurhinder aan de volgende lading kunnen veroorzaken, worden speciaal behandeld door middel van een ontgeurder.

 

Er worden enkele ondersteunende inrichtingen en activiteiten aangevraagd:

- transformator van 400 kVA;

- 24 stalplaatsen voor vrachtwagens (uitbreiding met 4 plaatsen);

- een airco van 10 kW en 2 compressoren van elk 5 kW;

- opslag van 10 ton corrosieve en 6 ton schadelijke stoffen;

- opslag van 1.000 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen;

Volgens het aanvraagdossier worden de gevaarlijke producten opgeslagen in vaten, op lekbakken.

 

De exploitant vraagt een bijstelling van volgende artikelen van VLAREM II:

- artikel 5.2.1.5 §1 dat stelt dat er een informatiebord moet worden geplaatst waarop onder meer de contactgegevens van de exploitant en de toezichthoudende overheid moeten worden vermeld;

- artikel 5.2.1.5§5 dat stelt dat er een groenscherm dient te worden aangeplant.

De exploitant wenst geen informatiebord en groenscherm te voorzien. De gevraagde bijstellingen werden in het verleden al verleend, er wordt geen verdere motivatie door de exploitant gegeven. Gelet op de specifieke activiteiten heeft een informatiebord weinig meerwaarde. De ligging in havengebied en het karakter van de activiteiten (in feite geen opslag van afvalstoffen) kunnen het ontbreken van een groenscherm verantwoorden. De gevraagde bijstellingen kunnen bijgevolg verleend worden.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.6.a)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de inerte afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

2.2.6.b)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die  biologische stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de niet-gevaarlijke biologische afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

2.2.6.c)

opslag en reiniging door inwendig wassen van recipiënten (verpakkingen en containers) die stoffen hebben bevat die als afvalstoffen bij de andere niet-gevaarlijke afvalstoffen zijn gerangschikt;

 hernieuwing

3.6.1.

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, met een debiet van meer dan 600 m³/jaar;

 2.100 m³/jaar

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

 15 m³/uur

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

 1 x 400 kVA

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

24 voertuigen (+4)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

 20 kW

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

 10 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

 6 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

 1.000 liter

43.1.2°a)

stookinstallaties van meer dan 2.000 kW tot en met 5.000 kW, volledig gelegen is in industriegebied en gestookt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas of volledig of gedeeltelijk gelegen in ander gebied dan industriegebied en gestookt met aardgas.

 2.325 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

29 januari 2021

Start openbaar onderzoek

7 februari 2021

Einde openbaar onderzoek

8 maart 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

20 maart 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

7 februari 2021

8 maart 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

Dienst
Taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de dienst die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.