Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021001622 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA LOTTA met als adres Nieuwe Staatsbaan 69 te 2360 Oud-Turnhout |
Ligging van het project: | Charlottalei 10, Jacob Jordaensstraat 3-7 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 6 sectie F nr. 1442P2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van wijzigingen aan een appartementsgebouw in uitvoering |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/01/2019: omgevingsvergunning (OMV_2018131006) voor de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor verwezenlijking van bouwkundige werken;
- 08/07/2016: vergunning (2016546) voor het bouwen van een woongebouw met 24 appartementen en 3 lagen ondergrondse parking;
- 10/10/2014: welstandcommissie;
- 07/11/2014: welstandcommissie.
Vergunde toestand (nog in uitvoeringsfase)
- meergezinsgebouw van in totaal 24 wooneenheden met:
- bouwvolume:
- een kroonlijsthoogte van 26,2 m (tegenover straatpas) voor het gedeelte van het bouwvolume op de hoek van de Charlottalei en de Jacob Jordaensstraat;
- een kroonlijsthoogte van 16,55 m (tegenover straatpas) voor het gedeelte van het bouwvolume in de Jacob Jordaensstraat.
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- project in uitvoering.
Gewenste toestand
- meergezinsgebouw van in totaal 23 wooneenheden met:
- bouwvolume idem vergunde toestand;
- gevelafwerking idem vergunde toestand met uitzondering van:
- links op de gelijkvloerse verdieping een groot invulpaneel met een poort en een toegangsdeur;
- nieuwe indeling voor het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse, eerste en vierde verdieping.
- nieuwe indeling voor het buitenschrijnwerk van de gelijkvloerse en vierde verdieping;
- centraal in de plint een RWA (rook- en warmteafvoer) van de ondergrondse parkeergarages. Gebruik enkel als luchttoevoer voor parkeergarage;
- wijziging raamopening centraal op de tweede verdieping (in plan);
- wijziging (verkleinen) inpandig terras op de vierde verdieping.
Inhoud van de aanvraag
- het samenvoegen van een appartement op de 7de en 8ste verdieping tot 1 woonentiteit (duplex penthouse);
- het regulariseren van structurele wijzigingen;
- het wijzigen van de voorgevels:
- het wijzigen van de inrichting van de kelderverdiepingen;
- het wijzigen van het aantal fiets- en autostalplaatsen (afwijkend van de voorwaarden van vergunning 2016546);
- het wijzigen van de afwerking aan de scheidingsmuur;
- het wijzigen van de afwerking van de terrassen en balustrades van de 5de tot en met de 7de verdieping.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 4 februari 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 4 februari 2021 | 9 maart 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 4 februari 2021 | 11 februari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 4 februari 2021 | 9 februari 2021 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 4 februari 2021 | 15 februari 2021 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 4 februari 2021 | 11 februari 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Niet alle fietsstalplaatsen voldoen aan de inrichtingsprincipes.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde functie als meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het aantal woongelegenheden vermindert van 24 naar 23 appartementen door het samenvoegen van twee bovenliggende vergunde appartementen tot één duplexappartement. Deze verlaging van het aantal woonentiteiten heeft een positieve invloed op de draagkracht van het perceel.
Verder blijft de aanvraag beperkt tot interne structurele werken binnen het vergunde volume waardoor de schaal en het ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De aangevraagde wijzigingen aan de voorgevel beperken zich tot een aanpassing van de garagepoort, enkele aangepast gevelopeningen en een gevelrooster voor de toevoer van lucht naar de kelder.
Deze aanpassingen hebben geen noemenswaardig effect op de verschijningsvorm van het gebouw waardoor de visuele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Ook de wijzigingen aan de achtergevel waarbij onder andere de balustrades van de terrassen voorzien worden in zwart gelakt spijlenwerk in plaats van glas, kunnen positief geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Er worden op basis van de plannen voldoende fietsstalplaatsen voorzien. Deze worden verspreid over het gelijkvloers en op de eerste kelderverdieping voorzien. Uit het advies van de stedelijke dienst mobiliteit blijkt echter dat de inrichting niet voldoet aan de inrichtingsprincipes van de bouwcode: “[...]Zowel op de gelijkvloerse verdieping als in de ondergrondse parking wordt voor een groot deel gebruik gemaakt van dubbele fietsenstallingen. De minimum afstand bij een dubbel systeem is 50cm. Hier wordt slechts 40cm gebruikt. Hierdoor zullen niet alle fietsenstallingen gebruikt kunnen worden en is de effectieve capaciteit veel lager.
Ook is er op het gelijkvloers onvoldoende ruimte achter de stallingen om de bovenste fietsen in- en uit de stalling te kunnen halen. Er zijn in verhouding veel dubbele fietsenstallingen (56) voorzien. Deze kunnen niet door iedereen (moeilijk voor kinderen), en door alle fietsen (zware fietsen, met kinderstoeltjes, manden, elektrisch, bakfiets,…) gebruikt worden. Het is aangewezen om de helft ‘gewone’ fietsenstallingen te voorzien. De fietsenbergingen moeten ingericht worden volgens de inrichtingsprincipes uit de bouwcode.”
De voorwaarden uit het advies van de stedelijke dienst mobiliteit worden als voorwaarden bij de vergunning geformuleerd.
Verder kunnen de wijzigingen positief geadviseerd worden daar deze geen of slechts een beperkte invloed hebben op de principes die reeds in de vorige vergunning werden afgetoetst. De aanvraag kan positief geadviseerd worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden geformuleerd door Fluvius in het bijgevoegde advies strikt na te leven;
3. maximum de helft van alle fietsenstallingen voorzien van een dubbel systeem. De fietsenbergingen moeten ingericht worden conform de inrichtingsprincipes zoals beschreven in artikel 29 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 januari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 4 februari 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 april 2021 |
Verslag GOA | 11 maart 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden geformuleerd door Fluvius in het bijgevoegde advies strikt na te leven;
3. maximum de helft van alle fietsenstallingen voorzien van een dubbel systeem. De fietsenbergingen moeten ingericht worden conform de inrichtingsprincipes zoals beschreven in artikel 29 van de bouwcode;
4. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.