Terug
Gepubliceerd op 22/03/2021

2021_CBS_02169 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021017668. Tijsmanstunnel-West zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 19/03/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Peter Wouters, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_02169 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021017668. Tijsmanstunnel-West zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_02169 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021017668. Tijsmanstunnel-West zonder nummer. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021017668

Gegevens van de aanvrager:

Evonik Antwerpen met als contactadres Tijsmanstunnel-West ZN te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Tijsmanstunnel-West zn, Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie F nrs. 117D en 117T

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

vellen van bomen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Op 10 juli 2009 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/2009/B/0085 – 20091769) voor de aanleg van een bushaltehaven met 31 halteplaatsen voor collectieve organisatie van woon-werkverkeer in havengebied en voor nieuwe parkingaanleg.

 

Inhoud van de aanvraag

Het vellen van twee hoogstammige bomen

 

 

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

25 februari 2021

3 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. De Scheldelaan, de Tijsmanstunnel West en de R2 hebben als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Evenwijdig met de R2 loopt een overdruk met als aanduiding Verbinding voor fietsers. In het oosten loopt een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing

(Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP bevindt er zich een

overdruk ten zuiden van de aanvraag met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Hoogspanningslijn Lillo - Zandvliet

van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Volgens dit GRUP is

een zone op circa 390 meter ten zuiden van de aanvraag, bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.

 

Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo

– Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit

GRUP loopt een overdruk ten zuiden van de R2, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Ten zuiden van het terrein van een grootschalig chemiebedrijf bevindt zich een grote parking, zowel voor collectief woon-werkverkeer als voor personenwagens. De eigenlijke bedrijfssite wordt van de parking afgesloten met een afsluiting. Nabij deze afsluiting staan 2 hoogstammige bomen. De aanvrager wenst deze te vellen om mogelijke indringers te detecteren en te voorkomen dat indringers via de bomen de afsluiting kunnen oversteken om zo de site te betreden.

 

Daar de aanvraag kadert in de beveiliging van een bedrijfssite, is de aanvraag aanvaardbaar binnen de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De omgeving kenmerkt zich door een grote parking nabij de inkom van een grootschalig chemisch bedrijf. Nabij deze inkom bevinden zich verschillende bedrijfsgebouwen.

Aangezien het terrein zeer groot is en hierbij niet enkel in gebruik is voor de bedrijvigheid zelf (zie bijvoorbeeld parking, wegenis en bermen) is er voldoende ruimte om de twee te rooien bomen te compenseren op eigen terrein.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen adviseert ongunstig met volgende afweging: Gelet op het voorzorgsbeginsel opgenomen in het natuurdecreet dient aangetoond te worden dat het wegnemen van natuurwaarde door het vellen van de bomen onvermijdelijk is. Zo wordt voorgesteld om de bomen te laten opkronen door een erkende boomwerker en daardoor te vermijden dat deze gebruikt worden om binnen te dringen in de bedrijfsterreinen.

Indien aangetoond kan worden dat het voorzorgsbeginsel niet toegepast kan worden, dienen vanuit de zorgplicht opgenomen in het natuurdecreet maatregelen voorgesteld te worden om het verlies aan natuurwaarde te compenseren.

 

Aangezien de aanvrager de aanvraag motiveert vanuit een veiligheidsoogpunt en de goede werking van de industriële site is het rooien van de bomen aanvaardbaar.

Als voorwaarde wordt opgelegd om de bomen te compenseren elders op het terrein. Het aanplanten van de nieuwe hoogstambomen moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed, dat reeds voldoende groot is (minimale plantmaat 14/16). De heraanplant dient te gebeuren op een goede standplaats om de bomen gunstige levenskansen te geven. Dit is een niet-verharde zone (plantput) rond de boom van minimaal 3 meter x 3 meter en 1 meter diep (9 m³) gevuld met teelaarde en een doorwortelbaar ondergronds volume van 20 m³ (bomengranulaat) rondom de plantput met teelaarde. De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen.

Men dient de kapping buiten het broedseizoen uit te voeren. Vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

Bij de aanwezigheid van beschermde soorten dient het Soortenbesluit nageleefd te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte aangezien deze aanvraag betrekking heeft op het vellen van bomen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder volgende voorwaarden


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-      Het kappen van de 2 bomen gebeurt buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt van half februari tot half augustus;

-      De 2 bomen dienen gecompenseerd te worden elders op het eigen terrein. Het aanplanten van de nieuwe bomen moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed, met een minimale plantmaat van 14/16;

-      De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart.

-      De heraanplant dient te gebeuren op een goede standplaats om de bomen gunstige levenskansen te geven. Dit is een niet-verharde zone (plantput) rond de boom van minimaal 3 meter x 3 meter en 1 meter diep (9 m³) gevuld met teelaarde en een doorwortelbaar ondergronds volume van 20 m³ (bomengranulaat) rondom de plantput met teelaarde;

-      Vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

24 februari 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

26 maart 2021

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

-      Het kappen van de 2 bomen gebeurt buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt van half februari tot half augustus;

-      De 2 bomen dienen gecompenseerd te worden elders op het eigen terrein. Het aanplanten van de nieuwe bomen moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed, met een minimale plantmaat van 14/16;

-      De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart.

-      De heraanplant dient te gebeuren op een goede standplaats om de bomen gunstige levenskansen te geven. Dit is een niet-verharde zone (plantput) rond de boom van minimaal 3 meter x 3 meter en 1 meter diep (9 m³) gevuld met teelaarde en een doorwortelbaar ondergronds volume van 20 m³ (bomengranulaat) rondom de plantput met teelaarde;

-      Vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.