Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een ambtshalve initiatief tot bijstelling van bijzondere milieuvoorwaarden ingediend. Het ambtshalve initiatief wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021015332 |
Gegevens van de aanvrager: | Provincie Antwerpen met als adres Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV BASF Antwerpen (0404754472) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 20 sectie A nrs. 1/2 G en 1/2 W |
Inrichtingsnummer: | 20181212-0109 (Centrale Waterzuiveringsinstallatie BASF Antwerpen) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het ambtshalve initiatief: | Chemisch bedrijf - waterzuiveringsinstallatie. Ambtshalve bijstelling van de voorwaarden. |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 15 juni 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren na verandering van een waterzuiveringsinstallatie horende bij een chemisch bedrijf, voor onbepaalde duur. Er is momenteel een vergunningsaanvraag voor de waterzuiveringsinstallatie lopende.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een ambtshalve verzoek tot bijstelling van milieuvoorwaarden.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 1 februari 2021 | 1 maart 2021 | Geen advies |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten. In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In het besluit van 2017, waarbij de vergunning van de centrale waterzuiveringsinstallatie van BASF hernieuwd werd, werd volgende bijzondere voorwaarde opgenomen:
‘Ter beoordeling van de ecotoxiciteit van het geloosde effluent wordt er in overleg met een extern deskundige een eerste karakterisering uitgevoerd. De te volgen testmethodiek wordt vóór aanvang van de testen voorgelegd aan de VMM en de AMV. De resultaten van dit onderzoek met een plan van aanpak voor eventuele verdere monitoring worden uiterlijk op 30 juni 2019 bezorgd aan de vergunningverlenende overheid (ofwel per mail naar dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be ofwel schriftelijk in 5 exemplaren) die dit ter evaluatie overmaakt aan de AMV en de VMM en ter informatie aan het schepencollege en de AMI.’
De exploitant liet het gevraagde ecotoxicologisch onderzoek uitvoeren. De toxicologische beoordeling betrof 5 acute ecotoxiciteit assays waaronder testen met een bacterie (Vibrio fischeri), een microalg (Phaeodactylum tricornutum), een kreeftachtige (pekelkreeftje, Artemia franciscana) en twee vissen (zebravis, Danio rerio en regenboogforel, Oncorhynchus mykiss). In de studie wordt geconcludeerd dat deze vijf testen aantonen dat het effluent geen acute toxiciteit vertoont op basis van de standaard bioassays en het criterium van de limiettest. In het geval van de microalg en meer uitgesproken de zebravis werden wel effecten waargenomen maar deze kunnen grotendeels verklaard worden door de hoge zoutconcentratie van het effluent. In geval van de zebravis blijft het effect van de zoutstress, ook na verdunning, te hoog om betrouwbaar te zijn als test onder deze omstandigheden.
In de zitting van 7 januari 2021 werd door de deputatie kennis wordt genomen van het onderzoek voor de beoordeling van de ecotoxiciteit van het geloosde effluent en het advies van de VMM hierover.
In haar advies van 7 november 2019 stelt de VMM dat het aangewezen is om een representatief beeld te krijgen over de ecotoxiciteit over een langere periode aangezien alle testen gebeurd zijn op stalen uit de periode maart 2019 - juni 2019. Om deze reden stelt de provincie dan ook voor om volgende bijzondere voorwaarde ambtshalve op te leggen.
‘De exploitant dient nog 4 bijkomende kwartaaltesten inzake ecotox verspreid over een jaar uit te voeren volgens de testmethodiek die is voorgelegd en aanvaard door de VMM en AGOP-M. De eerste test dient uiterlijk te gebeuren binnen de 2 maanden na datum van onderhavige beslissing tot ambtshalve bijstelling van de milieuvoorwaarden. Mocht de exploitant in 2020 het BASF-effluent onderzocht hebben op acute ecotoxiciteit, dan kunnen deze testen hiervoor dienen en kan het aantal nog uit te voeren testen evenredig in mindering worden gebracht, mits de 4 testen kwartaalverspreid zijn uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden samen met een plan van aanpak voor eventuele verdere monitoring (naar dit plan van aanpak voor verdere monitoring wordt reeds verwezen in de initieel opgelegde bijzondere voorwaarde) uiterlijk op 1 september 2022 bezorgd aan de vergunningverlenende overheid (per mail naar dossiers.omgevingsvergunningen@provincieantwerpen.be) die ze ter evaluatie overmaakt aan de AGOP-M en de VMM, en ter informatie aan het schepencollege en de Afdeling Handhaving.’
Deze bijzondere voorwaarde kan gunstig geadviseerd worden. De bijkomende testen zullen duiden of de gunstige resultaten van de eerste testen bestendigd worden.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 29 januari 2021 |
Start openbaar onderzoek | 7 februari 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 8 maart 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 20 maart 2021 |
Het ambtshalve initiatief werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
7 februari 2021 | 8 maart 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het ambtshalve initiatief.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |