2021_CBS_01889 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Brouwersvliet’. District Antwerpen - Ontwerp. Voorlopige vaststelling - Goedkeuring

• De ‘levendige plint’ (aan de drie straatzijden) is voldoende uitgewerkt in de stedenbouwkundige voorschriften en staat garant voor een kwalitatieve ontwikkeling in relatie tot de publieke ruimte. Idem voor wat betreft de terugtrekking van het gebouw op het maaiveld ter hoogte van de hoek Brouwersvliet-Scheldekaai.
  Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• De relatie van het RUP met het grotere geheel of de ruimere omgeving blijft een ontbrekende factor. In het specifieke geval van het RUP Brouwersvliet kan  een ‘overeenkomst’ waarin SD Worx zich t.o.v. de stad engageert om het Havengebouw in de toekomst te verbouwen tot een  appartementsgebouw soelaas brengen. De GECORO vraagt het stadsbestuur om dergelijke engagementsovereenkomst met SD Worx af te sluiten vooraleer het RUP Brouwersvliet definitief goedgekeurd wordt.
  Voorliggend RUP zorgt ervoor dat het bestaande kantoorgebouw van SD Worx kan herbouwd worden. Het RUP creëert met andere woorden geen nieuwe ontwikkeling op die plek. In de beleidsnota ruimtelijke economie, die op 25 januari 2021 is goedgekeurd door de gemeenteraad, staat dat de stad Antwerpen de uiteenlopende kantoorvragen van ondernemingen in de toekomst zal blijven faciliteren. Eén van de beleidskeuzes is dat in de historische binnenstad binnen de Leien grootschalige nieuwe kantoorontwikkelingen mogelijk maakt voor zover deze met respect voor en in harmonie met de historische omgeving kunnen ingepast worden. Het opzet van voorliggend RUP strookt bijgevolg met de beleidsnota. In de toelichtingsnota wordt in bijlage verwezen naar de beleidsnota ruimtelijke economie.
  Bovendien blijft de bestemming wonen toegestaan binnen de bestemmingsomschrijving van de ‘zone voor centrumfuncties’. Alle functies zoals voorzien in het RUP Eilandje blijven onverminderd van kracht. In de toelichtingsnota, die onderdeel uitmaakt van het RUP, staat dat SD Worx inderdaad de haalbaarheid onderzoekt om de Havenbuilding op termijn grotendeels om te zetten naar appartementen. Er wordt geen overeenkomst toegevoegd.

• De GECORO benadrukt het belang van de afstemming op andere lopende projecten en planprocessen in de omgeving (o.a. rond het Loodswezen) en dit voornamelijk voor wat betreft de ontsluiting en de toegankelijkheid van ondergrondse parkeerruimten.
  Deze bezorgdheid wordt meegenomen in de verdere vergunningsprocedure. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• Er moet voldoende aandacht uitgaan naar een opwaardering van de inrichting van het publiek domein langsheen Brouwersvliet. De mogelijke vergroening en ontharding mogen niet gehypothekeerd worden door dit RUP. Een toegang tot de ondergrondse parking is daarom niet wenselijk langsheen Brouwersvliet.
  Het RUP doet geen uitspraak over de ontsluiting van het gebouw. Dit wordt verder behandeld tijdens de vergunningsprocedure. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• De GECORO vraagt in de toelichtingsnota van het RUP te verduidelijken hoe de ondergrondse parking als hefboom kan gebruikt worden voor de opwaardering van de publieke ruimte in de buurt.
  Door de ondergrondse parking te realiseren kan SD Worx haar volledige parkeerbehoefte hier (en in haar andere eigendommen) beantwoorden. Bovendien kan door een gemeenschappelijk gebruik van deze parking, waarbij parkeerplaatsen buiten de kantooruren door omwonenden kunnen gebruikt worden, de parkeerdruk op het openbaar domein afnemen. Deze opportuniteit wordt gemotiveerd in de toelichtingsnota onder hoofdstuk 2, ’Ontwikkelingsvisie’.   

• De GECORO vraagt om in de toelichtingsnota de toename van de bouwhoogte tot 45 meter (ten opzichte van de startnota) beter te motiveren en te expliciteren dat de bruto-vloeroppervlakte (BVO) hierdoor niet toeneemt.
  Door de toename van de bouwhoogte neemt inderdaad de BVO van het gebouw ten opzichte van het huidige gebouw niet toe. Dit komt doordat 15% van het perceel open ruimte betreft. Bij de toename van de bouwhoogte blijft de harmonieregel gerespecteerd en wordt het zicht op het MAS niet aangetast. Deze motivatie wordt toegevoegd in de toelichtingsnota onder hoofdstuk 2, ’Ontwikkelingsvisie’.  

• Het voorzien van minimum 15% open ruimte in het bouwblok wordt door de GECORO aanzien als een belangrijke meerwaarde.
  Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• De provincie merkt op dat het RUP een breed spectrum van functies toelaat op deze locatie. Het RUP maakt geen onderscheid tussen de categorieën van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid. Er wordt gevraagd of het uitsluiten van bepaalde categorieën, bijvoorbeeld persoonsuitrusting, kan bijdragen aan het stedelijke detailhandelsbeleid.
  Detailhandel is als functie toegestaan binnen de ‘zone voor centrumfuncties’. Er is voor geopteerd om in het RUP noch de categorieën te specifiëren noch de oppervlaktes te bepalen. Op die manier kan flexibel ingespeeld worden op toekomstige vragen. De verdere sturing gebeurt op basis van de detailhandelsnota, die is opgenomen in de bijlagen in de toelichtingsnota en duiding geeft over het gewenste type detailhandel op deze plek. Dit gebied ligt in de zone voor ‘verspreide bewinkeling’.  Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• Aansluitend merkt de provincie op dat het RUP diensten en ateliers toelaat en industrie uitsluit. Het blijft daardoor niet zo duidelijk welke types van bedrijvigheid hier mogelijk zijn. De provincie pleit voor verweving van bedrijvigheid in de kernen zoals kleinschalige bedrijven, ambachten, KMO’s, labo’s,… en vraagt om te verduidelijken welke activiteiten zijn toegelaten.
  Diensten en ateliers zijn inderdaad toegestaan binnen de ‘zone voor centrumfuncties’. Beide termen zijn in de terminologielijst verduidelijkt. Verder wenst de stad hier de nodige flexibiliteit te voorzien om rekening te houden met de toekomstige noden en behoeften inzake bedrijvigheid. Ook voor bedrijvigheid is ondertussen een beleidsnota ruimtelijke economie opgemaakt, die op 25 januari 2021 is goedgekeurd. In deze nota wordt ervoor gepleit dat bedrijvigheid opnieuw verankerd wordt in de ruimtelijke basislaag van de stad. Hierbij gaat men uit van een ‘slimme verweving’ waarbij bedrijf en omgeving in harmonie zijn. In de toelichtingsnota wordt in bijlage verwezen naar de beleidsnota ruimtelijke economie.

• DVW beveelt aan om bij nieuwbouw met een plat dak een groendak te verplichten.
  Voor deze verplichting wordt verwezen naar de Bouwcode van de stad Antwerpen. Dergelijke bepalingen worden in de Bouwcode opgenomen om een uniform beleid te kunnen voeren over het globale grondgebied van de stad Antwerpen. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• DVW vraagt maximaal in te zetten op hergebruik gezien de stedelijke omgeving en aandacht te besteden aan voldoende ruimte voor bronmaatregelen.
  De vigerende wetgeving inzake integraal waterbeheer primeert boven de bepalingen van dit RUP. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• OVAM geeft een overzicht van de beschikbare informatiebronnen en algemene aandachtspunten inzake bodemverontreiniging.
  Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.

Het advies omvat de adviezen van Defensie, Skeyes en Luchthavendirectie Antwerp Airport.

• Er wordt gevraagd om de aanleg van de groene ruimte binnen dit RUP te voorzien aansluitend aan het openbaar domein.
  De voorziene groene of open ruimte moet als niet-overbouwde open ruimte voorzien worden hetzij op het gelijkvloers hetzij op de eerste verdieping. Of deze ruimte al dan niet dient aan te sluiten op het openbaar domein wordt verder tijdens de vergunningsprocedure bepaald. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.

• Er wordt gevraagd om de verschillende functies op elkaar af te stemmen met de nodige aandacht voor vergroening, doorwaadbaarheid en levendigheid van de gebouwplinten specifiek voor wat betreft de Brouwersvliet.
  Naast de opvolging van de stedenbouwkundige voorschriften van voorliggend RUP kan deze bezorgdheid mede afgedwongen worden tijdens de vergunningsprocedure. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.

• Het district vraagt dat de toegestane functies in dit RUP voldoende flexibel zijn teneinde toekomstige bestemmingsmixen op het niveau van percelen toe te laten.
  De bestemmingsomschrijving in voorliggend RUP is voldoende ruim om tegemoet te komen aan de diverse toekomstige ruimtevragen. Bovendien is opgelegd dat de draagstructuur van het gebouw erop voorzien moet worden om flexibel ingevuld te kunnen worden. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.

• De maximale bouwhoogtes in dit gebied dienen vastgelegd te worden rekening houdend met zichtlijnen en de harmonieregel.
  De harmonieregel, conform het RUP Eilandje, blijft opgenomen. Bijkomend is de maximale bouwhoogte aan de zijde van de Schelde beperkt tot 45m om de beeldbepalende zichten te vrijwaren. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd. 

• De mobiliteitseffecten van alle ontwikkelingszones dienen binnen het ruimer gebied, en de impact op elkaar te worden geanalyseerd; er dient een voldoende modal shift te worden gerealiseerd in functie van het behalen van de doelstellingen van het Klimaatplan van de Stad Antwerpen.
  In de plan-MER-screening zijn de mobiliteitseffecten in de omgeving onderzocht evenals de modal shift. Voor meer gedetailleerde bepalingen omtrent mobiliteit wordt verwezen naar de Bouwcode die primeert op voorliggend RUP.   Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.

• De verkeersafwikkeling van het project kan niet via de Adriaan Brouwerstraat verlopen.
  Het RUP doet geen uitspraak over de ontsluiting van het gebouw. Dit wordt verder behandeld tijdens de vergunningsprocedure. Er zijn hiervoor geen aanpassingen aan het dossier doorgevoerd.