Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020170543 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Woodtex nv, Boomsesteenweg 680 te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 680-682 te 2610 Wilrijk-Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 44 sectie D nrs. 279G2, 279X2, 279B3, 280Y en 281P |
Inrichtingsnummer: | 20180403-0051 (Woodtex) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de uitbreiding van een groothandel in hout |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 12 augustus 2016 verleende het college een vergunning aan Woodtex nv voor het verder exploiteren van een houthandel (kenmerk MV2016/154). Op 5 oktober 2018 werd de vergunning uitgebreid, waarbij onder andere de opslag van hout steeg tot 4.000 m³ (kenmerk OMV_2018039837). De vergunning is nog geldig tot 12 augustus 2036.
Inhoud van de aanvraag
De exploitant wenst de exploitatie uit te breiden met een opslagmagazijn voor hout.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
12.3.2 | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | +6,65 kW |
15.1.1 | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +1 voertuig |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +12 kW |
17.3.4.1.a | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 4 ton |
17.3.6.1.a | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +4 ton |
19.3.1.a | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout e.d. andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | +23,10 kW |
19.6.1.c | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | +2.000 m³ |
43.1.1.a | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | +28 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 12 januari 2021 | 12 februari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ stedenbouwkundige vergunningen | 25 februari 2021 | 25 februari 2021 |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie
| 3 maart 2021 | 5 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ruimtelijke planning (NIET inzake SOK of grond- en pandendecreet) | 3 maart 2021 | 10 maart 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Oudebaan, goedgekeurd op 22 oktober 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 4: zone voor groen (gr), artikel 2: zone voor gemengde functies (ge2) en artikel 3: zone voor gemengde functies (ge3).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is gesitueerd in het bouwblok gelegen tussen Oudebaan en Boomsesteenweg.
De aanvraag betreft een Omgevingsvergunning voor de uitbreiding van een exploitatie van een groothandel in hout met een bijkomend opslagmagazijn in functie van grootschalige detailhandel.
De exploitatie vindt plaats in vergunde gebouwen:
- op 2 september 1974 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een industrieel complex waarbij het gebouw in voorliggende aanvraag was ingetekend als magazijn;
- op 11 februari 1991 is er een vergunning verleend voor het verbouwen van een kantoorruimte waarbij de verschillende kantoorruimtes bij de magazijnen van het industrieel complex reeds waren opgetekend;
- in verschillende recente vergunningen (28 april 2017, 9 mei 2018, 5 oktober 2018) was het pand in voorliggende aanvraag steeds opgetekend als opslagloods.
Aan de hand van aangeleverde informatie kan niet afgetoetst worden of de aanvraag in overeenstemming is met de bestemmingsvoorschriften van artikel 2 (Zone voor gemengde functies) van het Ruimtelijke uitvoeringsplan Oudebaan op volgende punten:
- de totale bruto-vloeroppervlakte van grootschalige detailhandel bedraagt in totaal maximaal 7.000 m² voor deze bestemmingszone:
- op elk moment bedraagt de totale bruto-vloeroppervlakte industriële bedrijvigheid in de zone minstens 50% van de totale bruto-vloeroppervlakte industriële bedrijvigheid, grootschalige detailhandel en grootschalige leisure.
Er kan bijgevolg geen gunstig advies verleend worden voor deze aanvraag.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De bouwmarkt ter hoogte van de Boomsesteenweg 680, oorspronkelijk gestart als groothandel voor hout en houtartikelen, wordt er al decennia uitgebaat door Woodtex. In de loop der jaren groeide het bedrijf en breidde het assortiment sterk uit met ook andere bouwmaterialen.
Het bedrijf wenst nu een opslagmagazijn in gebruik te nemen om hout en producten op te slaan afkomstig van hun magazijn in de Planetariumlaan 23 te Wilrijk, dat verlaten zal worden.
Momenteel worden aan de Boomsesteenweg door Woodtex twee gebouwen gebruikt:
- gebouw 1: hoofdgebouw met toonzaal, winkelruimte, opslag, kassa’s, ateliers, kantoren en aansluitende klantenparking in openlucht, gelegen aan de Boomsesteenweg 680 (perceel 280 y);
- gebouw 2: opslagmagazijn voor hout, houtatelier, stallen van vorkheftrucks en parking voor personeel in openlucht, gelegen aan de Boomsesteenweg 660 (deel van perceel 281 p).
Aansluitend aan gebouw 2 neemt de exploitant bijkomende bedrijfsruimte in gebruik met een oppervlakte van circa 2.200 m², eveneens gelegen op perceel 281 p. In deze uitbreiding voorziet de exploitant:
- opslag van 2.000 m³ hout in een lokaal;
- opslag van 4 ton cement;
- opslag van bitumen (roofing);
- een batterijlader van 6,65 kW;
- een stookinstallatie van 28 kW;
- archiefruimte.
Door het magazijn in gebruik te nemen, worden transporten van en naar het magazijn in de Planetariumlaan vermeden. De grens tussen perceel 280 y en 281 p wordt gevormd door een groenzone en een niveauverschil. Er is geen rechtstreekse verbinding en een niveauverschil zodat transport via de Oudebaan zal moeten verlopen.
Door de vervanging van een compressor van 3 kW door een compressor van 15 kW stijgt de totaal geïnstalleerde drijfkracht voor rubriek 16.3.2 tot 38,7 kW. In het houtatelier in gebouw 2 wordt een schaafmachine (‘van dikte bank’) bijgeplaatst van 13,1 kW en stijgt het vermogen van de stofafzuiging tot 22 kW. De totale drijfkracht van de houtbehandelingstoestellen stijgt zo tot 180 kW. Eveneens in gebouw 2 wordt een derde stalplaats voor een vorkheftruck voorzien.
Het advies van de Brandweer is voorwaardelijk gunstig en dient strikt nageleefd te worden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt werd ongunstig advies gegeven. Als het magazijn gebruikt zal worden als afhaalmagazijn voor klanten, valt het onder de functie detailhandel en voldoet het project niet aan het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Oudebaan op volgende punten:
- de totale bruto-vloeroppervlakte van grootschalige detailhandel bedraagt in totaal maximaal 7.000 m² voor deze bestemmingszone;
- op elk moment bedraagt de totale bruto-vloeroppervlakte industriële bedrijvigheid in de zone minstens 50% van de totale bruto-vloeroppervlakte industriële bedrijvigheid, grootschalige detailhandel en grootschalige leisure.
Het advies van de dienst Business en Inovatie is voorwaardelijk gunstig. Het magazijn moet duidelijk omschreven en vergund worden als een opslagmagazijn. Het gebruik als afhaalmagazijn is niet toegelaten omdat dan niet langer voldaan kan worden aan het RUP Oudebaan.
Door het gebruik als detailhandel uit te sluiten in deze vergunning, wordt tegemoetgekomen aan de adviezen.
Een eventuele toekomstige functiewijziging van het magazijn zal onderwerp moeten uitmaken van een nieuwe omgevingsvergunningsaanvraag.
Actualisatie bijzondere voorwaarden
In het besluit uit 2018 werd als bijzondere voorwaarde opgelegd dat de ondergrondse gasolietank gekeurd moest worden. In het aanvraagdossier werd een keuringsattest gevoegd voor een ondergrondse tank van 10.000 liter, geldig tot 2025. De bijzondere voorwaarde kan worden geschrapt uit de vergunning.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden wordt het risico op en de mate van hinder als gevolg van de uitbreiding van de exploitatie als aanvaardbaar beoordeeld. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
12.3.2 | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | +6,65 kW |
15.1.1 | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +1 voertuig |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +12 kW |
17.3.4.1.a | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 4 ton |
17.3.6.1.a | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +4 ton |
19.3.1.a | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke, andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | +23,10 kW |
19.6.1.c | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | +2.000 m³ |
43.1.1.a | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | +28 kW |
Gecoördineerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
1.2 | opslagplaats voor aardpek, teer, asfalt, pek en dergelijke stoffen van meer dan 5.000 kg; | 6.000 kg |
12.2.1 | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 400 kVA |
12.3.2 | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | 39,25 kW |
15.1.1 | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 38,70 kW |
17.1.1.1 | opslagplaatsen voor gevaarlijke aërosolen met een gezamenlijke netto inhoud van 300 liter tot en met 3.000 liter; | 3.000 liter |
17.3.2.1.1.1.b | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 8,40 ton |
17.3.2.1.2.1 | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 3,65 ton |
17.3.4.1.a | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 4 ton |
17.3.6.1.a | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 4.500 liter |
19.3.1.a | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke, andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 180 kW |
19.6.1.c | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 6.000 m³ |
43.1.1.a | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 627 kW |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | het nieuwe magazijn mag enkel gebruikt worden als opslagmagazijn. Het gebruik als afhaalmagazijn voor klanten wordt uitgesloten. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 december 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 12 januari 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 maart 2021 |
Verslag GOA | 10 maart 2021 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Bijzondere milieuvoorwaarden
1. | het nieuwe magazijn mag enkel gebruikt worden als opslagmagazijn. Het gebruik als afhaalmagazijn voor klanten wordt uitgesloten. |
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/SF/2021/G00756.WI.0006.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
1.2 | opslagplaats voor aardpek, teer, asfalt, pek en dergelijke stoffen van meer dan 5.000 kg; | 6.000 kg |
12.2.1 | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 400 kVA |
12.3.2 | accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW; | 39,25 kW |
15.1.1 | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
16.3.2.a | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 38,70 kW |
17.1.1.1 | opslagplaatsen voor gevaarlijke aërosolen met een gezamenlijke netto inhoud van 300 liter tot en met 3.000 liter; | 3.000 liter |
17.3.2.1.1.1.b | opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 8,40 ton |
17.3.2.1.2.1 | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 3,65 ton |
17.3.4.1.a | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 4 ton |
17.3.6.1.a | opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | 5 ton |
17.4 | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 4.500 liter |
19.3.1.a | inrichtingen voor het mechanisch behandelen en het vervaardigen van artikelen van hout en dergelijke, andere dan deze bedoeld in rubriek 19.8 met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 180 kW |
19.6.1.c | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 6.000 m³ |
43.1.1.a | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 627 kW |
Het college beslist dat de vergunning eindigt op 12 augustus 2036, einddatum van de lopende vergunning.